Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Letterkonst (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Letterkonst
Afbeelding van LetterkonstToon afbeelding van titelpagina van Letterkonst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.36 MB)

Scans (28.89 MB)

XML (1.67 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Letterkonst

(1991)–E. Ruijsendaal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Het klassieke grammaticamodel en de oudste Nederlandse grammatica's


Vorige Volgende

7.4 Syllaba/prosodia-maatklank

Het prosodisch lezen vanuit de tot lettergreep verenigde letters (*prosôidia betekent toonhoogte en vandaaruit accentus) stamt reeds uit de derde eeuw voor Christus. In de ‘complete’ latere schoolgrammatica vormt het een vast onderdeel. Daar waar de grammatica meer als taalkundige taalbeschrijving dan als propaedeuse (⇒ triviumgrammatica!) in algemeen taalonderwijs wordt gezien, komt de prosodia niet voor. We zien de lettergreep dus wel altijd behandeld of aangestipt, maar verder hangt het van het type grammatica af, hoe de lettergrepenleer zich uitbreidt tot, tevens inleiding is in de versleer. Door de geschiedenis heen zien wij het onderdeel Syllaba/Prosodia verschillend geplaatst en omschreven.

[pagina 369]
[p. 369]

  Naam onderdeel Omschrijving/inhoud
Dionysius Thrax: *Peri sullabês De lettergreep is [...] een verbinding van medeklinkers met een of meer klinkers.
Remmius Palaemon 2.De syllabis  
  3.De tonis/accentibus/de posituris  
Donatus (4de e) 2. De syllaba Syllaba est conprehensio litterarum vel unius vocalis enuntiatio temporum capax.
  3. De pedibus Pes est syllabarum et temporum certa dinumeratio.
  4. De tonis + tekens Tonos alii accentus, alii tenores nominant.
  5. De posituris distinctiones/leestekens
Priscianus (ca. 500) Syllaba Syllaba est comprehensio literarum consequens sub uno accentu et uno spiritu prolata.
Isidorus (ca. 600) Syllaba zie Donatus
Alexander (1199) quantitas, accentus, figurae ⇒ gaat terug op Priscianus
Thomas van Erfurt geen prosodia of syllaba  
De humanistische grammatica's grijpen terug op Donatus en Priscianus, met dien verstande dat syllaba en prosodia gekoppeld zijn of prosodia niet aan bod komt:    
Despauterius 1534 Syllaba syllaba est literârum comprehénsio.
    Geen prosodia.
Lithocomus 1584 Prosodia Prosodia est secunda pars Grammaticae, quae docet discrimina syllabarum.
    Lettergrepen eerst behandeld.

De begrippen en indelingen die in dit deel van de grammatica aan de orde komen, zijn de volgende:

Dionysius Thrax (ii) lezen: foutloze uitspraak van proza en poëzie  
  stijl niet uitgewerkt
  prosodie alleen genoemd
  (vii/x) syllaba longa (van nature, door conventie)
    brevis (twee manieren)
    communis (drie manieren)
Donatus (ars maior) 2.syllaba brevis + longa + communis (met de regels daaromtrent)
  3.pes acc. arsis + thesis, numerus syllabarum, tempus, resolutio, figura, metrum; aan de hand hiervan beschr.
    Donatus pyrrichius, spondeus, iambus, trochaeus, molossus, anapaestus, dactylus enz.
  4. tonus (div.) acutus, gravis, circumflexus, notae/tekens
  5. leestekens: distinctio (punt)
    subdistinctio (cola)
    media distinctio (comma)
Priscianus syllaba, acc.: tenor acutus, gravis, circumflexus
    spiritus lenis, asper
    tempus unum, duo, semis
    numerus 1-6
Isidorus stof sluit aan bij Donatus  

[pagina 370]
[p. 370]

Alcuinus (± 750) syllabatenor/accentus acutus/gravis/circumflexus
  spiritus asper/lenis
  tempus unum/duo/communis
  numerus litterarum  
Alexander zéér uitgebreide behandeling van quantitas: lengte der klanken en versvoeten krijgen zeer veel aandacht. Accent ⇒ Priscianus; figuren ⇒ Donatus  
Despauterius Quot accidunt syllabae? Tenor, spiritus, tempus, numerus (en verdere onderverdeling).  
Lithocomus Compendium voor orthographia en prosodia als versleer (accentus + dactylus enz.) apart achter de grammatica. Ook leestekens.  

De prosodie lijkt een onderdeel uit het Latijnse taalonderwijs, dat moeilijker te plaatsen is. De lettergrepen kunnen onder orthografie worden besproken en de daarmee samenhangende klassieke voordrachtskunst in proza en versleer komt door het dynamisch accent en door rijm minder logisch over in de volkstaalgrammatica. In sommige grammatica's worden de accenttekens erbij behandeld, overeenkomstig de situatie in de Latijnse grammatica. In feite heeft Leupenius in zijn zeer summiere prosodia nog het meest vernieuwend gehandeld door daar het beginsel van het afbreken in aan te stippen (naar woord- of klankbeginsel). Met name de Twe-spraack en Van Heule hebben, vasthoudend aan het klassieke model, de modernisering gezocht in bespreking van het rijm.

De onderwerpen en de inhoud ervan zijn globaal als volgt:

Twe-spraack Maatklanck Uytspr.silbe: hóógh/laegh; kort/lang
  ende uytspraack silbe ⇒ voet: langhe (2 pózen)/korte (1 póós)/twyfelinghen 10-13 silben per regel
    Rym: dubbeld, volkomen en onvolkomen ketting-dicht/kreeft-dicht/revierijnen/ balladen/rondelen/liedekens
Van Heule 1625 Klankmaet byteykens
    klank der silben lang/kort (lengte- en klemtoonregels)
    rijm vloeyenden dicht, staenden dicht; aansluiting op muziek
    voeten: spondeus, iambus, dactylus (drieling); 6 voeten
    toezettinge, aflatinge, uytlatinge, byzettinge, nalatinge, inzettinge, krimpinge, reckinge, wisselinge, verschuyvinge, langinge, korteling
Van Heule 1633 Klankmaet teykenen
    klank der silben (quantitas):lang/kort
    klemtoonregels
    silben/voeten/regelen/veirzen
    rijm
    rijm-verlof (figurae): verkortinge/verlenginge
    zoet-vloeyentheit der silben (uytsprake enz.):
    verminderinge der letteren
    verandering of verswijginge
    der letteren in het spreken

[pagina 371]
[p. 371]

    kreeft-woorden, letterwisselingen ‘gemeyne woorden der Hebreen en der Nederlanderen’, dialecten, oude teksten
Kók 1649 maat-klank scherp
    toe-zang zwaar
    om-ghe-booghen
    toe-vallen ghe-blaas:ghróf (+h)/zaft (-h)/tijdt/hoeghroótheit:
    lang (2 tijden)/kort (1 tijdt)
    twijfelachtigh (2 of 1)
Leupenius bevattselen wortelletteren ⇒ combinaties binnen de wortel
    snydinge van de bevattselen ⇒ afbrekingsregels
    ⇒ inclinatie
    bekortinge (pro-, syn- en apocope) t.b.v.
    rekkinge (prosthesis, epenthesis, paragoge) poëzie

Een gemeenschappelijk ‘model’ valt uit de bovenstaande middelen (gelegd naast de resultaten van de hier niet genoemde werken) niet te halen. Soms beperkt men zich tot de lettergrepenleer - die een enkele keer onder orthographia valt - vaker worden lettergrepen en ‘maatklank’ tezamen behandeld, waarbij ogenschijnlijk naar willekeur enkele andere onderwerpen worden betrokken, die horen tot wat Baratin & Desbordes 1986: 215vv en Baratin 1989: 200vv ‘la troisième partie de l'Ars grammatica’ noemen.Ga naar eind457 Ofschoon niet voor honder procent te bewijzen valt dat Leupenius geen metriek of rijm zou toevoegen als hij een volledige schoolgrammatica op het oog had gehad in plaats van een ‘discussiegrammatica’, moet anderzijds worden gezegd dat zo'n in het oog lopend onderwerp niet zomaar ongenoemd kan blijven. Men mag aannemen dat met Leupenius' werk de verdietsing van de indeling van de grammatica een nieuwe fase inging: die van een driedeling letter - woord - woordgroep/zin. Het is een indeling die bij Moonen voortgezet zal worden. Met deze ontwikkeling wordt de grammatica niet langer als deel 1 van het trivium gezien, als propaedeuse in een sermocinale leergang, maar meer als een taalbeschrijvingsmodel in moderne zin. Die ontwikkeling zou toch gekomen zijn, zij is nu echter ontstaan door de onmogelijkheid rijm en andere ontwikkelingen in de volkstaal op dit gebied natuurlijkerwijs op de lettergreepbehandeling te laten volgen. Deze onmogelijkheid speelde in op de desintegratie van het trivium. Wij hebben immers altijd meer gekeken naar de logische aansluiting van de versleer op orthoepeia, dan naar de gedachte dat de versleer om propaedeutische redenen vast in de grammatica's kon worden aangestipt.

De leestekenleer, aansluitend bij de uitspraakleer, hoort vanuit zo'n redenering in alle grammatica's aanwezig te zijn of te blijven. Dat is niet het geval bij de Twe-spraack, wel bij Van Heule 1625/1633, Kók 1649 (ged. in het An-hangsel), Leupenius 1653 (Letterstippen). In andere grammaticale werken is dit punt moeilijk te beoordelen vanwege incompleetheid of specifiek doel.

De aristotelische opbouw van elementa tot grotere gehelen wordt beslist niet losgelaten, al verliest de lettergreep als tussenstation aan waarde. Het is op dit soort

[pagina 372]
[p. 372]

punten dat men onderdelen uit de Latijnse grammatica los moet laten en vanuit het klassieke model eigen wegen moet inslaan.

eind457
Baratin & Desbordes 1986:221: ‘de barbarismo, de soloecismo, de ceteris vitiis, de metaplasmo, de schematibus, de tropis.’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken