Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Terugblik 1880-1930 (2003)

Informatie terzijde

Titelpagina van Terugblik 1880-1930
Afbeelding van Terugblik 1880-1930Toon afbeelding van titelpagina van Terugblik 1880-1930

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.91 MB)

Scans (30.68 MB)

ebook (14.24 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Editeurs

Peter Schulpen

Lou Spronck



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Terugblik 1880-1930

(2003)–Felix Rutten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 210]
[p. 210]


illustratie

[pagina 211]
[p. 211]

XII AfscheidGa naar eind1

De tijden waren veranderd, mijn ouders heengegaan, het ouderlijke huis verkocht en afgebroken, het ouderwetse marktplein waar het gestaan had, begon zich in zijn geheel reeds grondig te wijzigen.Ga naar eind2 Vrienden ontbraken er weliswaar niet, maar ieder van hen had zijn eigen weg gekozen, Frans was burgemeester van Antwerpen, en de trotse Scheldestad kon het niet bijster vinden met de Maas die om kanalisering vroeg, noch met Rotterdam, de concurrente. Ik stond als een wees op straat, ik had mijn moeder niet meer en daarmee had ik het beste van mijn bezit verloren.

Ook mijn goede oom Jules was dood. Met weemoedig heimwee herdacht ik Lucie. Het was een mooie droom geweest, niets méér. En alles scheen te verwelken, ons lachend zuiden niet minder, zienderogen. Koeltorens en storthopen, paddestoelen van de nieuwe tijd.

Mijndorpen ontstonden, breidden zich uit, waar men vroeger enkel hooiwagens en mestkarren gekend had. Sittard zelf scheen vol louter ernst het lachen verleerd te hebben en maakte plannen tot grote uitbreiding buiten zijn oude wallen, rekenend met 15.000 inwoners tegen 1930, met ruim 30.000 inwoners tegen 1960. Korenvelden werden onder de baggermachines tot havens voor scheepsvrachten en een Julianakanaal doorsneed het veie land der Maasgouw in zijn lengte.

Het wilde mij voorkomen dat er verder geen plaats meer was voor mij in het herwordende Limburgse land.Ga naar eind3 Ik wist mij vereenzaamd en als ontheemd. En de oude onrust ontwaakte, bij het gevoel dat ik het niet meer aankon. De ongeneselijke zwerflust kreeg de bovenhand. Andere horizont en zoeler luchten: ‘die Schranken so eng und die Welt so weit.....’Ga naar eind4

Waarom dan niet nog maar weer vertrekken? Met veertig jaren is 'n mens toch nog niet oud. Ik wist mijn hart nog jeugdig. Is luchtverversing in de breedte niet iets waar menig man niet buiten kan? Ademruimte voor de geest. Nieuwe talen, nieuwe mensen, speuren en ervaren, opvangen en optasten om zich steeds weer aan andere schoonheden dronken te drinken. Tenslotte zelfbevestiging in bestendige aanbouw van de torenromp die naar de sterren streeft. Zou wagen dan niet meer winnen zijn?

Doch er is dat droevig afscheid nemen, dat een juichend heengaan met zijn sordino tempert.Ga naar eind5 Het leven rolt voort, en men slikt zijn tranen in.

[pagina 212]
[p. 212]


illustratie

Weer de rugzak geschouderd. De wandelstok danst nog eens weer in mijn hand. Oude zwervers kunnen licht weer jong worden. De romanticus had zich niet bekeerd. Hij leeft weerom en scharrelt verder.

Nog eens blies de wind van het noorden de zeilen vol. Weerom ook wees het kompas in zuidelijke richting, Hongarije en de Oekraïne, Constantinopel en Jeruzalem. En nog weer eens Athenes gouden tempels aan zijn azuren zee; tot de onvermoeide doler tenslotte toch een rustpunt vond in de Eeuwige Stad, aan de blonde Tiber.Ga naar eind6

Limburg zoals het geweest is, romeins, romaans, romantisch Limburg, zo innig aantrekkelijk in zijn vroegere, groene vrede, heeft hij voor altijd meegenomen in zijn jagend hart.

[pagina 213]
[p. 213]


illustratie

eind1
In zijn inhoudsopgave geeft Felix Rutten aan dit korte hoofdstuk de afwijkende titel ‘Einde’.
eind2
Het ouderlijk huis werd in 1921 afgebroken, zie: Vleeshouwers, Stadsbeelden Sittard II (Sittard 1994) 158.
eind3
In Terugblik wordt Felix' ‘Afscheid’ gepresenteerd als een logisch gebeuren: het ‘romantische’ Limburg en de personen met wie hij een warme band van vriendschap had onderhouden, waren weggevallen. Het had hem een gevoel van ontheemd-zijn bezorgd. Maar de belangrijkste, door Felix Rutten doodgezwegen, reden voor zijn vertrek uit Limburg was de mislukking van zijn huwelijk met Marie Koenen. Zijn relaties met andere geliefde vrouwen waren blijven steken in dromen van schoonheid. Daarvóór en daarna waren er contacten met leden van het mannelijk geslacht: leeftijdgenoten die hij vereerde, jongeren voor wie hij een meelevend meester, of jongens voor wie hij een zorgzame vader wilde zijn. Maar ook deze relaties beleefden steeds een voortijdige breuk. In feite was ‘afscheid nemen’ het droevige rondo van Felix' leven.
eind4
Felix Rutten citeert hier uit het werk van de Lübecker poëet en vertaler Emanuel van Geibel (1815-1884), die tijdens zijn hoogleraarschap in München (1852-1868) middelpunt was van de dichterskring ‘Das Krokodil’. Het citaat komt uit het gedicht ‘Sehnsucht’, waarvan de eerste strofe luidt: ‘Ich blick in mein Herz und ich blick in die Welt, / Bis von schwimmenden Auge die Träne mir fällt, / Wohl leuchtet die Ferne mit goldenem Licht, / Doch hällt mich der Nord, ich erreiche sie nicht. / O die Schranken so eng und die Welt so weit, / Und so flüchtig die Zeit, so flüchtig die Zeit.’
eind5
sordino: demper.
eind6
Na zijn Geulse tijd (1919-1929) hervatte Felix Rutten zijn leven van zwervend reisjournalist, tot hij zich in 1937 metterwoon vestigde in Rome. Zie: Lou Spronck, Felix Rutten (1882-1971), in: Sittardse cultuurdragers, 245-246, 264.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken