Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het sieraad der geestelijke bruiloft (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft
Afbeelding van Het sieraad der geestelijke bruiloftToon afbeelding van titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (9.91 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans Erens



Genre

proza

Subgenre

traktaat
hertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het sieraad der geestelijke bruiloft

(1917)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 37]
[p. 37]

Hoofdstuk XVIII
Van medelijden

UIT goedertierenheid komt medelijden voort en een algemeen mededoogen met alle menschen, want niemand kan lijden met alle menschen, dan die goedertieren is. Medelijden, dat is een inwendig bewegen des harten en zich ontfermen over aller menschen lichamelijken of geestelijken nood. Dit medelijden doet den mensch lijden en dulden met Christus in zijn lijden, doordat deze mensch begrijpt het waarom van zijne pijnen, de wijze en zijne gelatenheid, de minne, de wonden, zijne teederheid, de smart, de schaamte, zijne edelheid, de ellende, de schande, zijne versmaadheid, de doornenkroon, de nagels, zijne goedertierenheid, zijn verderven en sterven in geduld. Deze ongehoorde, veelvuldige pijn van Christus, onzen Verlosser en onzen Bruidegom, die beweegt den goedertierenen mensch tot medelijden en ontferming met Christus.

Medelijden doet den mensch zich zelven aanzien en merken zijne gebreken, en zijn terugblijven in deugden, en in de eer Gods, zijn lauwheid en traagheid, de menigvuldigheid zijner gebreken, den verlorenen tijd, het terugblijven in deugden en in volkomene zeden: dit doet, dat de mensch zich ontfermt over zich zelven in gerecht medelijden. Voorts doet medelijden merken dolingen en dwalingen der menschen, onachtzaamheid tegenover God en hunne eeuwige zaligheid, ondankbaarheid voor al het goed, dat God hun heeft gedaan en al de pijnen, die Hij door hen

[pagina 38]
[p. 38]

geleden heeft; en dat zij vreemd zijn en onbekend en ongeoefend in deugden, behendig en sluw in alle kwaadheid en ongerechtigheid, en hun groot belang in het verlies en gewin der aardsche dingen, hun onachtzaam zijn en roekeloos tegenover God en de eeuwige dingen, en hunne eeuwige zaligheid. Dit te zien maakt den goeden mensch medelijdend wegens aller menschen zaligheid.

De mensch zal ook acht slaan met barmhartigheid op de lichamelijke nooddruft van zijn mede-christen, en het menigvuldig lijden der natuur, wanneer de mensch merkt der menschen honger, dorst, koude, naaktheid, ziekte, armoede, versmaadheid, onderdrukking der armen in meniger wijze, bedroefdheid om verlies van magen, van vrienden, van goederen, van eer, van rust, en de ontelbare zwaarheden, die op de natuur der menschen vallen. Dit beweegt den goeden mensch tot medelijden en hij lijdt met alle menschen, maar zijn meeste lijden is, dat de menschen daarin zoo ongeduldig zijn, en hun loon verliezen, en dikwijls de hel verdienen. Dat is het werk van het medelijden en der ontferming.

Deze werking van het medelijden en van de algemeene naasteliefde, overwint en verdrijft de derde doodzondeGa naar voetnoot1), dat is haat en nijd; want medelijden is een wonde des harten, die de liefde doet zijn algemeen voor alle menschen, en die niet genezen kan zoo lang eenig mededoogen in den mensch leeft; want God heeft hem rouw en smart bevolen vóór alle andere deugden. En daarom zegt Christus: ‘Zalig zijn, die bedroefd zijn, want zij zullen getroost worden,’ dat zal zijn wanneer zij met vreugden maaien, dat wat zij nu door compassie en mededoogen in droefheden zaaien.

voetnoot1)
De eerste twee zijn hoovaardij en toorn. Doodzonden: bedoeld wordt het theologische begrip: hoofdzonden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken