Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het sieraad der geestelijke bruiloft (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft
Afbeelding van Het sieraad der geestelijke bruiloftToon afbeelding van titelpagina van Het sieraad der geestelijke bruiloft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (9.91 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans Erens



Genre

proza

Subgenre

traktaat
hertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het sieraad der geestelijke bruiloft

(1917)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 116]
[p. 116]

Hoofdstuk XXXIII
Hoe wij deze vier wijzen in Christus volkomen vinden

WIJ moeten wandelen in het licht, opdat wij niet dwalen en het oog richten op Christus, die ons deze vier wijzen heeft geleerd en daar in is voorgegaan. Christus, de klare zon, ging op aan den hemel der hooge Drievuldigheid en in den dageraad van zijne glorieuse moeder, de Maagd Maria, die een dageraad en een begin was en is van den dag aller gratiën, waarin wij ons eeuwig moeten verblijden.

Nu let op: Christus had en heeft nog de eerste wijze, want Hij was eenig en vereenigd. In Hem waren en zijn verzameld en vereenigd alle deugden, die ooit werden beoefend en ooit zullen beoefend worden, en buitendien alle creaturen, die de deugden beoefenen of beoefenen zullen. Aldus was Hij de eenige Zoon des Vaders en vereenigd met de menschelijke natuur. En Hij was innerlijk, want Hij bracht het vuur op aarde, dat alle heiligen en alle goede menschen heeft ontvonkt. En Hij droeg een gevoelige liefde en trouw voor zijn Vader en voor allen, die van Hem eeuwig zouden genieten. En zijne devotie en zijn minnend opgeheven hart begeerde en brandde voor zijn Vader om aller menschen nood. Geheel zijn leven en alle zijn werken van buiten en van binnen en alle zijne woorden waren dank, lof en eer voor zijn Vader. Dat is de eerste wijze.

Christus, de aanminnige zon, die blikte en scheen nog klaarder en heeter; want in Hem was en is volheid van alle gratiën en gaven. En hierom vloeide over Christus' hart, zijn handel en wandel en zijn dienst

[pagina 117]
[p. 117]

in goedertierenheid en zachtmoedigheid en in ootmoed en in mildheid; en Hij was zoo genadig en aanminnig, dat zijn wandel en zijn wezen alle menschen aantrok, die waren van goede natuur. Hij was de onbesmette lelie en de gewone veldbloem, waar alle goede menschen den honig van eeuwige zoetheid uit puren en eeuwigen troost. Voor alle gaven, die aan Christus' menschheid ooit werden gegeven, dankte en loofde Christus naar zijne menschheid zijn eeuwigen Vader, die een vader is van alle giften en gaven; en Hij rustte naar de bovenste krachten zijner ziel boven alle gaven in de hooge eenheid Gods, waar alle gaven uit vloeien. Aldus had hij de tweede wijze.

Christus, de glorieuze zon, blikte en scheen nog hooger en klaarder en heeter, want alle zijne levensdagen waren zijne lichamelijke krachten en zijn gevoel, hart en zin opgeëischt en genoodigd door den Vader voor die verhevene glorie en weelde, welke Hij nu gevoelig naar de lichamelijke krachten geniet. En daartoe was Hij genegen naar natuurlijke en bovennatuurlijke aandoening. Nochthans wilde Hij volharden in deze ellende, zoo lang als de Vader in de eeuwigheid had voorzien en geordend. Aldus had Hij de derde wijze.

Toen de geëigende tijd was gekomen, dat Christus al de vruchten der deugden, die ooit werden beoefend of ooit zullen beoefend worden, wilde binnenvoeren en verzamelen in het eeuwige rijk, toen begon de eeuwige zon te dalen; want Christus vernederde zich en gaf zijn lichamelijk leven in de handen zijner vijanden. En Hij werd miskend en verlaten door zijne vrienden in zulken nood; en aan de natuur werd onttrokken alle troost van buiten en van binnen en op haar werd geladen ellende en pijn, smaad en last en zwarigheid om te betalen den koop van alle zonden naar gerechtigheid. En Hij verdroeg het in ootmoedig geduld en Hij wrocht de sterkste werken van liefde in deze verlaten-

[pagina 118]
[p. 118]

heid en daar mede heeft Hij verkregen en gekocht onze eeuwige erfenis. Aldus is Hij gesierd in het lagere deel van zijne edele menschheid, want daar in heeft Hij geleden om onze zonden dezen arbeid. En daarom heet Hij de Behouder der wereld en is Hij verklaard en geglorificeerd en verheven en gezeten ter rechter hand zijns Vaders en heerscht met macht; en alle creaturen buigen hare knieën hemelsche, aardsche en helsche, voor zijnen hoogen naam in eeuwigheid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken