Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vanden blinckenden steen (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vanden blinckenden steen
Afbeelding van Vanden blinckenden steenToon afbeelding van titelpagina van Vanden blinckenden steen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.55 MB)

Scans (1.18 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Editeurs

L. Moereels

Léonce Reypens



Genre

proza

Subgenre

traktaat


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vanden blinckenden steen

(1976)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

Verklaring van enkele termen

De woorden, die de mystici gebruiken, verbergen meer dan zij uitdrukken.
Max. Sandaeus S.J., in Pro theologia mystica clavis, p. 8.

Bloot louter, onvermengd, ledig, zonder activiteit in bepaalde ‘wijze’.

gedachte vaak in de zin van het Latijnse ‘mens’ = geest, b.v. in ‘blote gedachte’.

ghemeyn gemeen, mededeelzaam, naar de anderen toegekeerd, ‘uitvloeiend’, t.o. ik-gekeerd, individualistisch.

Wegens de huidige vaak pejoratieve zin vermijden vele vertalers het modern Nederlands ‘gemeen’, om er andere termen voor te gebruiken, als ‘algenoegzaam’ (Reypens), schouwend-werkend e.a. Wij behouden de term omdat hij ook - vooral in samenstellingen - zijn goede en edele betekenis heeft behouden, b.v. in gemeenschap, algemeenheid. In de geschiedenis der Nederlandse vroomheid kennen wij de ‘Broeders des gemeenen levens’. Dit begrip ligt dieper dan het ‘beschouwend zijn in de actie’ (in actione contemplativus), in deze zin, dat het niet volstaat in de ‘actie’ ook ingekeerd en met God verenigd te zijn (b.v. door de zuivere mening), maar dat het handelen-in-liefde moet voortvloeien uit het schouwend leven, zoals Ruusbroec dit formeel beschrijft in dit tractaat. Hier ligt wellicht een der radikaalste en grondigste verschillen tussen het christelijk ‘godschouwend leven’ en de afgetrokken zelf-bespiegeling van sommige oosterse inkeringstechnieken.

gherinen (gherijnen) is het mystieke inwerken, aanroeren, aanraken van de genade of meer bijzonder van de Heilige Geest. Misschien is ‘gerinen’ terug in te voeren, daar ‘aanroeren’ wel redelijk de zachtheid dezer inwerking weergeeft, maar ‘aanraken’ ietwat hard aankomt voor zulk innig en immaterieel beïnvloeden, dat niet van buitenaf op ons inwerkt, maar eerder ‘van binnen uutwaert’, als een wellende bron uit het intiemste van onszelf, waar, naar Augustinus' woord, God ons intiemer in-wezig is dan wijzelf.

[pagina 14]
[p. 14]

middel soms eenzelfde betekenis als het moderne woord, maar vaak: hinder, beletsel, tussenschot.

onverbeeldheid vrij van verstrooiende begrippen, al of niet psychologisch vergezeld van fantasiebeelden; boven conceptuele werkzaamheid van het bestand.

overliden overstijgen; boven (zich) uitstijgen; voorbijstreven; uit zichzelf treden; de gewone verstandsakten overschrijden; verwant met ‘sterven aan’ (overlijden).

wederboecht teruggebogen, terugbuigend. Slaat op onze terugkeer naar onze oorsprong (God); ook in de betrekkingen der goddelijke Personen binnen de Godheid. Met de Zoon worden wij ‘wederboecht’ in de Vader.

werkelijk-wezenlijk als termen uit Ruusbroec's mystieke leer:

werkelijk slaat op activiteit, bepaaldheid, werkzaamheid van de vermogens.
wezenlijk slaat op wat die werkzaamheid overschrijdt. Zo ‘wezenlijke eenheid’: het éne ‘istische’ wezen de ‘wezenlijkheid’, die doorgaans door beschrijvingen met termen als ‘deemsterheid’, duisternis, ‘grondeloos abis’ etc. wordt aangeduid.
Ons ‘overwezen’ is dan het wezen van God, waarin wij vóór onze geschapenheid ons eeuwig ideëel bestaan hebben. De volkomen ‘ghebrukelike enicheit ende Salicheit’ (die nooit identiteit wordt) is voor God ‘wezenlijk’ en voor ons ‘overwezenlijk’. N.B. Deze begrippen zijn natuurlijk veel rijker en meer geschakeerd dan hier wordt aangegeven.

Wise wijze: alle beperkende, bepaalde werkzaamheden, manieren van doen, wilsoefeningen; ook gewone of buitengewone wijze om de genade te bezitten.

wiseloos wijzeloos (in onwijze) onbepaaldheid eigen aan het blote wezen of de blote gedachte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken