Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 5. Vanden twaelf beghinen (1863)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 5. Vanden twaelf beghinen
Afbeelding van Werken. Deel 5. Vanden twaelf beghinenToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 5. Vanden twaelf beghinen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.42 MB)

XML (0.73 MB)

tekstbestand






Editeur

Jan Baptist David



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 5. Vanden twaelf beghinen

(1863)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Ut natura hominum in septem habitudines distincla sit, et de filiis Saturni. C. XXXVIII.

15Die nature der menschen is ghedeylt in ‧vij‧ wisen van 16complexien, die wi onfaen, in onser gheboirten, vanden ‧vij‧ 17planetenGa naar voetnoot(7) dien wi gheliken nader liefelikerGa naar voetnoot(8) gheboirtGa naar voetnoot(9);

[pagina 107]
[p. 107]

1want si regneren boven onse nature, maer niet boven onsen 2ghceste die, overmits gracie, boven nature uut Gode gheboren 3is. Die hogheste planete Saturnus sine kyndereGa naar voetnoot(1), sijn 4hem ghelijc inder naturen; want si sijn cout int ghevoelen 5van minnen, droghe, sonder vrucht van dogheden, 6quaet willich, scale en̄ wreet, zwert, en̄ bleec en̄ onghedeghenGa naar voetnoot(2), 7een willichGa naar voetnoot(3) erighel en̄ groet van moedeGa naar voetnoot(4). Ende 8alsi gheestelic willen werdenGa naar voetnoot(5), soe sijn si ongheordent in 9vresen, in sorghen ende in anxte verdoemt te sine; want si 10meynen en̄ minnen hem selven allene om hem selven, na 11wise der nature. En̄ hier omme si wiGa naar voetnoot(6) bi wilen cout, en̄ 12droghe van goeden wille en̄ van gheesteliken ghevoelne, bi 13wilen cout en̄ nat, dat is sonder smake en̄ troest van Gode, 14ghcerlic onghecust inder naturen, altoes overvloyt in twivele 15en̄ in ongheordender vremder vreesen; want si leven inden 16winter alse Saturnus regniert. Hi is in sijn beghin cout ende 17droghe, als die horen van enen boe; in sinen uutgane cout 18en̄ nat, en̄Ga naar voetnoot(7) alse hi comt inden Waterlinc, die reghen en̄ 19snee, grote vloede en̄ menighe plaghe met hem brinct. En̄ 20hier omme moeten si haten en̄ versmaden hare quade complexie, 21daer si inne gheboren sijn; en̄ si moeten eyghenheit 22haers willen vertien, eyghen goetdunken, ongheordende

[pagina 108]
[p. 108]

1vreese der gherechticheit Gods. Si moeten haer oghen luken 2yeghen dat ordel der gherechticheit GodsGa naar voetnoot(1), en̄ niet versmaden 3noch mistrouwen den heylighen Gheest, noch sine 4ghenade; want dat is een helsche sonde, die God haet boven 5alle sonden. Si moeten gheloven der heyligher Scrifturen, die 6vol is van hemelscen troeste; ende si moeten gheloven dat 7Christus ghestorven is voir allen sondaren, nieman uut 8ghenomen; en̄ si selen hem laten onder goede menschenGa naar voetnoot(2) 9en̄ hem gheloven bat dan hem selven: en̄ dan selen si haer 10herte en̄ alle hare crachte ontpluken, met begheerte tontfane 11die gracie Gods.

voetnoot(7)
Sur. quas (habitudines) nascentes ex planetis contrahimus.
voetnoot(8)
Aldus onze dry Hss. versta echter lijfelike, dat is lichamelyke.
voetnoot(9)
Sur. utpotè quos (modos) secundùm natioitatem ac habitudinem corpoream imitamur.
voetnoot(1)
Versta, de kinderen der hoogste planeet Saturnus. Deze wending leeft nog voort in onze hedendaegsche spraek.
voetnoot(2)
Surius vertaelt dit adjectivum door difformis, gelyk het mede by Kiliaen gevonden wordt.
voetnoot(3)
Zoo veel als eigenwillig. Sur. propriae voluntati dediti.
voetnoot(4)
Sur. morosi, pugnaces et magni ac elati animi. Zie het woord crighel in ons Glossarium op het Tabernakel.
voetnoot(5)
Sur. Et cûm spiritales fieri volunt.
voetnoot(6)
Aldus D en G.F. heeft sijn wi; maer het vervolg der rede eischt sijn si, gelyk Surius mede vertaelt: Sicque fit, ut interdum frigidi ac sicci sint.
voetnoot(7)
F en G. beginnen met dit voegwoord eene nieuwe zinsnede: te onregt nogtans als blykt uit Sur. in exitu autem frigidus et humidus, cùm versatur in Aquarii signo.
voetnoot(1)
Sur. oculosque suos claudere (debent) et cohibere à nimia consideratione justi judicii Dei.
voetnoot(2)
Sur. submittere se debent bonis hominibus.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken