Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 6. Die chierheit der gheestelijker brulocht. Vanden blinckenden steen. Dat boec der hoechster waerheit (1868)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 6. Die chierheit der gheestelijker brulocht. Vanden blinckenden steen. Dat boec der hoechster waerheit
Afbeelding van Werken. Deel 6. Die chierheit der gheestelijker brulocht. Vanden blinckenden steen. Dat boec der hoechster waerheitToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 6. Die chierheit der gheestelijker brulocht. Vanden blinckenden steen. Dat boec der hoechster waerheit

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.28 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Editeur

F.A. Snellaert



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 6. Die chierheit der gheestelijker brulocht. Vanden blinckenden steen. Dat boec der hoechster waerheit

(1868)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Vander gaven der Starcheit. C. LXIV.

12En̄ hier omme, eest dat de mensche Gode naken wilt, 13ende verhoghen sine oefeninghe ende sijn leven, soe moet hi 14in gaen vanden werken toter waer omme, en̄ vanden tekenen 15toe der waerheit: soe wert hi meester sijnre werke, en̄ be- 16kennere der waerheit, en̄ comt in een ynnich leven. En̄ God 17gheeft hem die vierde gave, dat es den gheest der Starcheit; 18so mach hi verwinnen lief en̄ leet, ghewin ende verlies, hope 19en̄ sorghe van erdschen dinghen ende alderhande middel en̄ 20menichfuldicheit. Ende aldus wert de mensche vri en̄ onghe- 21vaen van allen creaturen. Alse de mensche onverbeelt es, soe 22es hy sijns selfs gheweldich ende werdet lichte, zonder 23arbeit, eenich en̄ ynnich, ende keret vrilic sonder hinder 24te Gode, met ynnigher devocien, met hogher begheerten, 25met danke en̄ met love, en̄ met eenvoldigher meyninghen. 26Soe smaken hem alle sine werke en̄ al sijn leven, inwen- 27dich en̄ uutwendich; want hi steet vore den throen der 28heyligher Drievoldicheit, en̄ dicwile onfeet hy van Gode 29inwendighen troest ende soeticheit. Want die te selker tafelen

[pagina 149]
[p. 149]

1dient met danke, en̄ met love, en̄ met ynnigher weerdicheit, 2dicwile drinet hi vanden wine ende smaect vanden relieve 3ende vanden brocken die van des Heren tafelen vallen: en̄ 4altoes heeft hi inwendighen vrede overmits sijnre meyninghen 5eenvoldicheit. Eest dat hi vore Gode vaste staende wilt bliven 6in danke, en̄ in love, en̄ in opgherechter meyninghe, soe 7wert die gheest der stercheit in hem twevoldichGa naar voetnoot(1); soe en 8onsinket hi hem selven niet nader lijfliker affectien, en̄ nader 9ghelost op troest, noch op soeticheit, noch op ghene gave 10Gods, noch op raste en̄ vrede sijns herten. Maer alle gaven 11en̄ alle troest wilt hi lidenGa naar voetnoot(2), op dat hi den ghenen vinde 12dien hi mint. Aldus is hi sterc, die onlede van herten en̄ 13certsee dinghe laet ende verwintGa naar voetnoot(3), en̄ twevoldich sterc, die 14allen troest en̄ hemelsce gaven overlidet en̄ verwint. Aldus 15onthoghet die mensce allen creaturen, en̄ besit hem selven 16moghende en̄ vri, overmits de gave gheesteliker Stercheit.

voetnoot(1)
Sur. Spiritum fortitudinis duplicem obtinebit.
voetnoot(2)
Sur. Sed per quaevis potius dona omnemque consolationem transibit et penetrabit.
voetnoot(3)
Sur. Fortis igitur est, qui cordis inquietas occupationes et res terrenas abjicit, deserit, ac vincit.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken