Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken (1744)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken
Afbeelding van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werkenToon afbeelding van titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.04 MB)

Scans (1253.27 MB)

XML (3.92 MB)

tekstbestand






Vertaler

Ysbrand Gysbert Arlebout



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
verzameld werk
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

(1744)–Fredericus Ruysch–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 14]
[p. 14]

Van de water-vaten der milt.
Het III. hooftstuk.
Maniere om de Water-vaten in de Milt te vertoonen.

Daar zyn onder de nieuwelingen (schoon in de Ontleed-konst naukeurige) welke gemeent hebben dat de Milt gantschelyk geen Water-vaten had. Onder welke Wharton dien uytmuntenden Ontleeder, om zyn verdienste eerwaardig, in zyn Klier-beschryving des geheelen lichaams op het dertiende bladt zegt:

Maar men kan qualyk versieren tot welk gebruyk hy dit vocht tot zig trekt, als tot de senuwen, want daar ontbreeken alle andere vaten door welke het zelve zou afgevoert werden, uytgenomen de senuwen. Want daar werden tot noch toe geen water-vaten door dit deel (hy spreekt van de Milt) waargenomen: Franciscus Glissonius bekent ook in zyn Ontleeding der lever, dat hy de zelve niet gezien heeft Fol. 516. met deze woorden: hy heeft vaten, (sprekende van de Milt) slag-aderen, aderen, veel senuwen, en ontelbare senuachtige veselen, water-vaten zien wy geen, en laten de zelve, indien daar eenige zyn, voor andere naukeuriger oogen overig te ontdekken. Gualterus Charleton staat ook in zynGa naar voetnoot(a) Beschryving van de dierlyke huyshouding, geen water-vaten de Milt toe. Fol. 178. Van de vinders der water-vaten werden twee soorten gestelt, waar van d'eene alle die welke in den buyk behouden zyn, de andere de verdere welke uyt de ledematen of uyterste deelen des lichaams haar begin nemen. De eerste spruyten van de lever, het net, en byna van alle de deelen der onderste buyk, uytgenomen de Milt, waar in de zelve tot noch toe niet gevonden zyn. Ik zoude lichtelyk meer Schryvers die van dit gevoelen zyn, kunnen opnoemen, maar op dat ik niet te langwylig werd, zal ik de zelve daar laten, en alleen dat ontdekken, 't welk ik oogenschynelyk omtrent de water-vaten van de Milt heb waargenomen, maar ik heb boven gezegt, dat de Milt overvloedig van Water-varen verzien was; derhalven zal ik nu kortelyk verklaren, op welke wyze men de zelve moet naspooren.

Opent twee uuren na het eeten den buyk van eenig geworgt of geslachtdier, en bint te gelyk alle de Milt-vaten, zoo bloet als wey-vaten af, want datelyk vloeyt het vocht uyt de vaten; dit gedaan zynde, moet de Milt boven

[pagina 15]
[p. 15]

de bant afgesneden (gelyk de sesde Figuur vertoont) en op een plank of tafel gelegt werden: op dat alles klaar gezien zou kunnen werden, drukt dan eyndelyk met de vinger het water van het uyt-eynde na den bant, zoo komen de vaten overvloedig in 't gezicht, door welke het water geenzins (ten zy met gewelt) wederom gebracht kan werden, echter staat wel waar te nemen, eerstelyk dat deze vaten niet alleen in het opperste gedeelte van de Milt gevonden werden, maar ook in het binnenste, en deGa naar voetnoot(a) Milt-slag-ader en de senuwen vergezelschappen. Ten tweede, dat zy in alle dieren van een zoort niet even overvloedig zyn. Ten derde, dat de Milt van een Mensch niet zoo veel water-vaten, als die van een Kalf heeft. Ten vierden, staat wel toe te zien in het binden van de Miltvaten, dit deze, 't zy wey- of water-vaten, niet geschent werden.

Verklaring van de VI. figuur.

Deze vertoont de Milt met de afgebonden water- en bloet-vaten.



illustratie

A. Een Kalfs Milt.
B. De afgebonden bloet- en water-vaten.
C. De Milt-ader.
D. De Milt-slag-ader.
E. De Milt-senuwen wiens getal onzeeker is.
F. Water-vaten in het uytterste gedeelte van de Milt haar begin nemende.
ffff. Klap vliesen in dezelve vaten.
G. De bant.

voetnoot(a)
Oeconomia animalis.
voetnoot(a)
Arteria Splenica.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken