Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken (1744)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken
Afbeelding van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werkenToon afbeelding van titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.04 MB)

Scans (1253.27 MB)

XML (3.92 MB)

tekstbestand






Vertaler

Ysbrand Gysbert Arlebout



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
verzameld werk
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

(1744)–Fredericus Ruysch–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXII. Aanmerking.
Een wonderlyke baring, in welke een ongewoone sluyting van de wegen, evenwel door de konst ontslooten.

Dat een Vrouw kan ontfangen, en bezwangert werden, alhoewel de Lyfmoeder ten deele uyt het lighaam hangt, is niet absoluit te ontkennen; om dat ik het eens in een Mevrouw heb aangemerkt (gelyk ik naderhand verhaalen zal.) Maar het is nogtans raar, en van weynige (indien van ymand) van te vooren gezien.

[pagina 66]
[p. 66]

Niet minder raar is 't, geloof ik, dat een Vrouw kan zwanger werden, daar het maagdevlies [membrana hymen] in 't geheel blyft, en dat tot de tyd van baaren toe.

Maar het allerraarst is, dat de scheede van de Lyfmoeder tot des barings tyd, met een tegennatuurlyk vlies agter het maagdevlies was geslooten, gelyk men hier verhaalen zal.

Op de Princegraft, tegen over de Angeliersgraft, woonde toen ter tyd eene Jan Pieterse, Toebaksverkooper: de naam en plaats tegen myn gewoonte heb ik daar by gedaan, (want zy gemeenelyk dat qualyk nemen, die 't aangaat) om dat deze historie ieder een tot verwondering verwekken zal. Deze Huysvrouw in de baring zittende, konde het kind niet voortbrengen, schoon de neygingen en den arbeyd om te baaren zoo groot waren, dat de voorbygaanders door haar schreeuwen op de straat bleven stil staan. Eyndelyk hebben my ontboden de twee Vroedvrouwen die daar aan 't werk waren, (namentlyk Annetje Moer, in de Blauwe Pot, op de Keyzersgraft, en Styntje Moer in de Huydestraat) want die ellendige scheen aanstonts te zullen sterven. Onderzogt hebbende de oorzaak van de difficulteyt van de baring, heb ik bevonden, dat het maagdevlies geheel was, zeer dik, en buytenwaarts uytgespannen wegens het hoofd van 't kind, dat zyn uytkomst zogt. Dit gezien hebbende, heb ik geoordeelt, dat het gezegde vlies moest geopent werden.

Daarom wierden 'er geroepen de zeer ervaarene Heelmeesters Andries Boekelman, en Pieter Adriaansz, waar op de laaste eerst aanquam, en met my deze operatie heeft aangeraden; dewelke aanstonts van ons in 't werk is gestelt met een Schaar en holle Sonde, op dat het hoofdje van 't kind niet zoude gequest werden.

Door deze gemaakte sneede, (gelyk te zien is in de 22. Fig.) hebben wy te vergeefs verwagt na des kinds uytgang, wegens een ander tegennatuurlyk dik vlies, 't welk de vulva of scheede dieper toesloot, en de uytgang van 't kind belettede.

Uytlegging van de XXII. figuur.

A.A. De lippen van de vrouwlykheyd van elkander gedaan.
B.B. De Nymphen of vleugels.
C. De Schee geslooten door een tegennatuurlyk vlies. c.c. De sneede door het gezegde vlies gedaan.
D. Het maagdevlies.
E. De pisweg.
F. De kittelaar [clytoris.]

Dit vlies aangemerkt hebbende, hebben wy geoordeelt de hoop zeer kleen te zyn: op dat de moeder met 't kind te gelyk niet zoude sterven, hebben

[pagina 67]
[p. 67]

wy ook deze sneede ondernomen. Wat geschied 'er? zeer haast na de operatie komt 'er een levendig kind ter wereld, door zyn kryten toonende wel van kragten voorzien te zyn, en tot dezer uuren zeer fris levende.

Alle deze dingen niet zonder groote verligting gedaan zynde, is de moeder, dewelke alle oogenblikken met het kind scheen te zullen sterven, door Gods goedheyd wederom opgekomen.

De volgende dagen was onze Zieke bekommert geworden, dat zy haar water niet konde houden; niet door de boven verhaalde snydingen, maar door de langduurige en onuytspreekelyke uytzetting van de schamelheyd en krop van de blaas, 't geen ook de uytkomst geopenbaart heeft. Want na eenige weeken is zy zeer wel herstelt, en leeft nog geneugelyk met haar kind, dat zy met zoo een verwonderenswaardige baaring gehaald hadde.

In deze baring staat aan te merken, ten 1. Dat het maagdevlies in de byeenkomst ongeschonden is geweest, (van welkers zaak verscheyde historien worden gevonden in de Ontleedkunde van de zeer naauwkeurige Bartholinus by my fol. 2861.) of door al te groote dikte, of andere oorzaaken hier te verzwygen, om de paalen van eerbaarheyd niet te buyten te gaan.

Ten 2. Dat de scheede dieper, en bezyde het gezegde maagdevlies geslooten is geweest met een zeeker tegensnatuurlyk vlies, welk, buyten twysel, zyn oorspronk heeft genoemen na de ontfangenisse, door zeeker ontvelling van de schamelheyd, voortgekomen zynde van scherpe humeuren; want men ziet veeltyds, dat de scheede ontvelt zynde, (welkers kanten buyten de byeenkomst toevallen) niet alleen toegeslooten word, maar ook yets vliezigs voortbrengt.

Ten 3. Dat de onmagt van 't water te houden niet zyn oorspronk genomen heeft van de snydingen, maar van te groote uytspanning van de schamelheyt.

Zommige onervaarene oordeelen, dat alle onmagt in 't houden van 't water, de Vroedvrouwen (of Meesters die een dood kind afgehaalt hebben) te wyten is, maar te onregt. Want veeltyts komt het voort van de groote verwyderinge van de scheede, waar door de krop van de blaas, welke zeer vast vereenigt is aan de scheede, zig zoo uytzet, dat de Kraamvrouwen de pis verscheyde dagen, ja weeken, niet konnen tegenhouden. Deze verslapping [atonia] van de krop van de blaas heb ik veeltyts genezen; maar zoo zy haar water niet konnen houden wegens het vuur, welke de baarende dikmaals krygen na een langduurige en overgroote uytzetting van de schamelheyd, of door al te veel wryven met de vingers, wordenze zelden genezen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken