Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken (1744)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken
Afbeelding van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werkenToon afbeelding van titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.04 MB)

Scans (1253.27 MB)

XML (3.92 MB)

tekstbestand






Vertaler

Ysbrand Gysbert Arlebout



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
verzameld werk
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

(1744)–Fredericus Ruysch–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXXIV. Aanmerking.
Een Lendene gezwel van een kindje met een in twee gespleete [spina bifida] ruggegraat.

Myn meening is niet te wederleggen, dat andere Autheuren gevoelen van een in twee gespleten ruggegraat, maar alleenlyk zal ik spreeken, wat ik van die quaal, 't welk wel tienmaal van my gezien is, aangemerkt hebbe.

In de lendenen van de kinderen, als zy nog in de Lyfmoeder huysvesten, komt 'er zomtyds voor een gezwel, ten deele zagt, voornamentlyk in 't midden, en veeltyds helder als of het een waterblaasje was, zomtyds komt het duyster voor. De groote van 't zelve is altoos niet even eens, nu als een okkernoots groote, dan als een middelmatige raap.

Wanneer wy dit gezwel regt onderzogt zullen hebben, zullen wy zonneklaar zien, dat het zelve een waterzugt is van een gedeelte van 't ruggemerg, en dat het bykans 't zelve ongemak is, 't welk in 't hoofd van een eerstgeboore kindje een waterzugtig hooft [hydrocephalus] genaamt werd.

Want gelykerwys in 't hoofd van een ongeboore, ja van een geboore kind, (eer dat de beenderen van 't hoofd door middel der naaden vereenigt worden) de vliezen van de herssenen, als ook het vel van 't hoofd om de veelheyd van 't water dikwyls zoo zeer uytgespannen werden, en een zagt gezwel veroorzaaken: alzoo komt ons ook iets diergelyks dikwyls te voore op de rug, of lendenen, zeer zelden in de nek, ('t welk ik eenmaal gezien heb, en tot nog toe in myn Cabinet gezien kan werde) en nog zeldzamer in 't onderste en buytenste gedeelte van 't heylig [os sacrum] been; gelyk ik na deze van meening ben te verhaalen.

Dat in de waterzugtige hoofden van kinderen die eerst gebooren zyn, de herssenen voor een groot gedeelte in water verandert zyn, is niet raar: zoo ook in het gezegde gezwel, 't ruggemerg ontbrekende, geloove ik dat het in een wateragtige zelfstandigheyd verandert is; en dat te verwonderen staat, onder het zelve gezwel, vind ik het ruggemerg dikmaal wel gesteld: waarom zommige in de onderste ledematen eenige beweging behouden.

Andere zyn my voorgekomen, welkers onderste ledematen lam waren, wegens gebrek van 't ruggemerg; 't welk ik ook aangemerkt zie van den Wydbe-

[pagina 79]
[p. 79]

roemde Medicyn, de Heer Justus Schrader, in zyne curieuse Ontleed en Geneeskundige Aanmerkingen, fol. 204.

Nooyt heb ik aangemerkt, dat in dit ongemak de wervelbeenderen in tween zyn verdeelt, (gelyk zommige gewilt hebben) als of zy in 't geheel in tween waren gescheyden, gelyk de Slagers gewoon zyn te doen, indien zy de geslagte beesten met de byl in tween hakken. De wervelbeenderen wyken alleen van elkander aan de agterste zyde ontrent de doornagtige [processus spinosi] uytsteeksels, maar het grootste gedeelte, namentlyk het lighaam van de wervelbeenderen, blyft in 't geheel; gelyk zulks de 37. Figuur aanwyst.

Wat nu de genezing van dit ongemak aangaat; alhoewel het nauwlyks of noyt verdreven kan werden: want niemand van die kinderen, die ik onder handen heb gehad, is het hoekje te boven gekomen; ik heb noyt vernomen, dat het zelve van anderen is genezen, moet men nogtans een pallieerende cure [curatio palliativa] in 't werk stellen, uyt t'zamentrekkende en versterkende medicamenten, in de gedaante van een stooving; 't welk tweemaal des daags gedaan zynde, moet daar een pleyster op gelegt worden, welke aan dat tengere gezwel niet al te vast kleeft, op dat het zelve door zyn vasthoudentheyd geen opening zou veroorzaaken: want wy ondervinden, als het gezwel geopent, of geborsten is, dat dan de dood verhaast word; en om die oorzaak worden wy niet te onregt vermaant van myn Voorzaat, den Wel Edele en Groot Agtb. Heer Burgermeester Nicolaus Tulpius, hoogloffelyker memorie: Wagt u dat gy ooyt onvoorzigtig opent, (hy spreekt van 't zelve ongemak) het welk de mensch zoo ligt de dood aandoet; niet een van die geene, daar ik by ben geweest, indien van zelfs of alleen door een naald het water, dat in 't gezwel zig onthoud, is uytgeborsten, is 'er opgekomen, maar alle byna gaven de geest in weynig dagen. Ik heb dit ongemak doen afbeelden na zyne natuurlyke groote, om dat men des te meerder indagtig zoude zyn, als ons 't zelve voorquam. Ziet de 36. Figuur.

Uytlegging van de XXXVI. figuur.

A. Een kind van omtrent 8 maanden dragts, 14 dagen na de geboorte gestorven.
B. Een zagt gezwel ten deele helder door de dunheyd van de huyd, (welk ons als een vlies voorkomt) ten deele duyster om des huyds dikte.
C.C. Rimpels van 't vel ten deele ontblood van 't opperhuydeke, en als met een ligte versterving bezet, 't welk ik zeer dikmaals heb ondervonden.

Uytlegging van de XXXVII. figuur.

A. Drie wervelbeenderen van de lendenen van een kind dat pas gebooren was, en kort daar na van 't zelve ongemak gestorven, aan de agterste kant alleen

[pagina 80]
[p. 80]

  van elkander gescheyden, en berooft van 't ruggemerg, deszelfs vliezen nablyvende, te gelyk met het vel tegens de natuur uytgespannen, maar nu weggenomen, om des te beter de kloof van de wervelbeenderen te konnen zien.
B. Een kloof of van eenwyking van gezegde wervelbeenderen, met het welk het kind gebooren is geweest.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken