Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken (1744)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken
Afbeelding van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werkenToon afbeelding van titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.04 MB)

Scans (1253.27 MB)

XML (3.92 MB)

tekstbestand






Vertaler

Ysbrand Gysbert Arlebout



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
verzameld werk
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

(1744)–Fredericus Ruysch–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

LI. Aanmerking.
De Milt [Lien], Lever [Hepar], en bynieren [renes succenturiati] &c. konnen gevoeglyk gehouden werden voor bloedagtige klieren.

Nu word de Milt voor een klier gehouden, en dat met regt: want zoo men de klieren die dikmaals aan de Milt staan, en ook de klieren [glandulae thyroideae] van 't schild-wyze kraakbeen, te regt onderzoekt, zal men

[pagina 94]
[p. 94]

ondervinden, dat dezelve weynig verscheelen van die der Milt, maar zeer veel verscheelt de Milt wel van 't maagkussen [pancreas], en quyl-klieren [glandulae salivales], egter word zy te regt voor een klier gehouden: namentlyk voor een bloedige klier, dat is, tot het bloed dienende, of met het bloed overeenkomende, ten aanzien van couleur. Van 't zelve geslagte van bloedige klieren zyn ook de bystaande [renes succenturiati] Nieren, Lever, en eenige die gemeenelyk by de Milt gevonden werden. In allen dezen is 'er geen byzonder uytstortend [ductus excretorius] vat tot nog toe gevonden, als de ader. En het schynt dat zulks hier niet meer van noden is, als in diergelyke ronde klieren of zamengestelde [glandulae conglobatae], dewelke dienen om de Lympha tot het hert wederom te brengen: waar in gy nooyt buyten de watervaten [vasa lymphatica] eenig ontlastend vat [vas excretorium] zult vinden.

Nogtans is 'er geen twyffel aan, of zy dienen tot bewerking en verdere volmaking van de Lympha, of bereyden by zig particulier een zap uyt het slagaderlyk bloed, welk aan de Lympha werd toegebragt.

Het zelve is te gevoelen van de bloedige klieren, dewelke dienen tot exaltatie en verdere volmaking van 't bloed: hier door bevind men ook, als de Milt verstopt, opgezwolle, verhart, of anderzints qualyk gestelt is, dat het bloed dikker en melancolyk, of zwaargeestig word.

Daarom moet men den Milt houden voor een bloedige klier, 't geen ik mede gevoel nevens de zeer beroemde en oplettende Ontleder Malpighius. En dat te meer, om dat ik veeltyds klieren by de Milt gevonden heb, in alles zeer gelykende na de Milt. My geheugt, dat ik voor eenige Jaaren in 't Gasthuys dezer Stede (in welk de Wel Ed. Groot Agtb. Heeren Burgermeesteren, als mede de E. Heeren Regenten van 't gezegde Gasthuys my toestaan de doode lighaamen te mogen openen) getoont heb diergelyke Milt-klieren, of die by de Milt staan, in 't doode lighaam van zekere Vrouw ontrent 40 Jaaren oud, die gestorven was aan een galagtige buykloop [diarrhaea biliosa], waar by een geelzugt [icterus] was. Ik had 'er tegenwoordig by de Heeren B. van Dortmond, Joh. Dankers, Rogier Roonhuysen, Adriaan Coenerding, zeer deftige mannen in de Medicyne en Heelkunde. Ik zeg, dat ik in dat lighaam vertoont heb, behalven een hard [scirrhus] gezwel de groote van een okkernoot in de Milt zelfs, twee klieren, die by de Milt stonden, ja de Milt gelykende: (uytgenomen alleenlyk de groote) want zy quamen overeen met de uyterlyke blauwe couleur van de Milt, en met de inwendige zwarte of bruynagtige. De zelfsstandigheyd was ook in 't geheel als de Milt. Des Milts vaten opgeblazen zynde, zettede haar ook de vaatjens van deze klieren uyt, voortkomende uyt de Milts vaten. Zoo dat ik niet ongerymt vind, deze klieren kleyne bastart-milten [pseudo lienes exigui] te noemen; voornamentlyk als zy zoo toenemen, (de Milt verhard zynde) datze met groote van een okkernoot overeenkomen, gelyk ik voor dezen gezien heb.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken