Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken (1744)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken
Afbeelding van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werkenToon afbeelding van titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.04 MB)

Scans (1253.27 MB)

XML (3.92 MB)

tekstbestand






Vertaler

Ysbrand Gysbert Arlebout



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
verzameld werk
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

(1744)–Fredericus Ruysch–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

LX. Aanmerking.
Een kneuzing van 't hoofd gelukkig herstelt, alleen door stooving, zonder snyding, die nogtans ligtvaardig van een onervarene voorgesteld was.

Indien het zeggen van Hippocrates waar is, namentlyk dat de ondervinding bedriegelyk is, zoo veel te meer waarheyd, is myn zeggen, dat de practyk zonder ondervinding allerbedriegelykst is.

Een zekere Vrouw viel van een wagen op de aarde die hard bevroren was, waar door het voorhoofd zoo zwaar gekneust wierd, dat 'er aanstonds een groote bult zig verhief. Een by de Stad woonende Heelmeester het gezwel onderzogt hebbende, en verstaande, dat de Patient dikmaals gebraakt had, oordeelde, dat het bekkeneel ingedrukt en gescheurt was, en dat 't zonder kruyswyze sneede, en opheffing van 't been niet konde genezen werden. Deze zaaken voorgestelt zynde, hebben my de bystaanders doen roepen; wanneer ik deze voorgestelde behandeling [encheiresis] niet goed keurde, nadien ik verzekerde, dat 'er geen breuke in 't hoofd-been tegenwoordig was, antwoorde daar op onze vermetele Snyer, dat hy met zyn vingers de indrukking gevoelde, en dat 'er geen indrukking was als met een breuke verzelt. Voorwaar, indien ik niet dikmaals deze gezwellen of bulten op 't hoofd, met myn vingeren onderzogt hadde, en door ondervinding de natuur van dezelve ge-

[pagina 102]
[p. 102]

leert had, zoude ik zelfs gezegt hebben, dat het hoofd-been ingedrukt was geweest; want de bulten op 't hoofd, na een groote kneuzing, vertoonen zig dikmaals zoodanig, als men die met de handen voelt: want wanneer de plaats tusschen de bult en gezonde deel met de vingers gedrukt werd, schynt 't dikmaals, dat het been ingedrukt is, en zoo werden de Jongelingen ligtelyk in de konst bedrogen. Daarom moeten zy voorzigtig zyn, op dat zy in diergelyke dwalingen niet zoude vervallen. Zoo dat 'er in plaats van de cruciaale sneede, een stoving van hoofd-kruyden opgelegt wierd, gelyk in 't ondergeschrevene Recept te zien is, door welkers hulp de bult in twee of drie dagen begon te verdwynen, en deze onze Zieke in 't kort herstelt is, zonder verdere uytwendige, gewigtige hulpmiddelen gebruykt te hebben.

Ik agt, dat men niet alleen in dit toeval, maar ook in een zwaare breuk van 't bekkeneel, waar in de toevallen niet toenemen, zyn toevlugt niet aanstonds nemen moet tot snyden en doorbooren. Het is beter na gedaane aderlating, te gebruyken diergelyke stovingen van hoofd-kruyden, dewelke men niet spaarzaam, nog met kleyne linnen doeken, maar met groote wolle lappen warm daar op moet leggen, en 't geheele hoofd daar mede dekken of inwinden. Ja niet zelden heb ik daar door zeer gelukkig hulpe toegebragt aan den geenen, wiens hoofd al met een incisie mes gedreygt wierd.

De bovengeschreve stoving van hoofd-kruyden, bestond uyt
Betonie-bladeren.
Masiolyn, van elks
2 handen vol.
Salie.
Wynruyt, van elks anderhalve hand vol.
Bloemen van Stoechas.
Lavendul, van elks
½ hand vol.
Roode Roozen, een hand vol.
Gekookt na de konst met genoegzame quantiteyt van witte wyn tot
3 pond, gezuyvert of doorgezygt zynde, geeft het tot het gebruyk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken