Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken (1744)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken
Afbeelding van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werkenToon afbeelding van titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.04 MB)

Scans (1253.27 MB)

XML (3.92 MB)

tekstbestand






Vertaler

Ysbrand Gysbert Arlebout



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
verzameld werk
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

(1744)–Fredericus Ruysch–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Verklaring van de XV. tafel.

De eerste Figuur.

Vertoont een gedeelte van de netwyze vlegting, vervult met waterblaasjes (Hydatides)

De tweede Figuur.

Vetoont, na het afnemen van 't dunne herssenvlies, verscheide zaken omtrent het verlengde merg en agterbrein, van agteren beschouwt.

Egter staat te letten, dat het agterbrein in zyn omtrek op verscheide plaatzen is afgesneden.

A. De ringwyze uytbulting met vezels of dwersche streken voorzien, in welkers midden de langwerpige groef.
B. De byeenkomst van de gemelde streken.
C. De langwerpige groef van het begin van 't ruggemerg welkers
D. Vezels of uytwendige merg strepen een dwersche loop houden, dog onder dezelven leggen de andere verborgen, van my de langwerpige genaamt, en in de zesde figuur vertoont.
E. De uytbultingen, olyfswyze lichaam genaamt.
F. Het agterbrein in den omtrek afgesneden.
G. De uytbultingen, grafnaalt wyze lichamen genaamt.
H. Gedeeltens van 't agterbrein, wormwyze nytsteekzels verbeeldende.
I. De gehoorzenuwen.

[pagina 365]
[p. 365]

K. De mergagtige oppervlakte van de plaatjes der kleine herssenen of 't agterbrein; zynde het bastagtige konstig weggenomen, en dat zonder een merkelyke quetzing van 't mergagtige deel.

De derde Figuur.

Vertoont de netwyze vlegting met een aanhangent gedeelte van 't dunne herssenvlies: want men ziet daar in ontelbare slagadertjes, dewelke tot het dunne herssenvlies behoren.

A. Slagaderlyke vaatjes door het dunne herssenvlies verspreit.
B. Een gedeelte van de netwyze vlegting, dewelke niet anders is, als zappige slagadertjes, wonderlyk gedraayt, en slangswys lopende, en en kliertjes (welke de gezegde vlegting nogtans niet heeft) verbeeldende.

De vierde Figuur.

Wyst de kleine herssenen aan, welkers bastagtige oppervlakte in ontelbare deeltjes is onderdeelt, over al met zeer fijne bloedvaatjes voorzien zyn.

A. De kleine herssenen.
B. De bloedvaten door dezelve verspreyt.
C. De ontelbare onderdelingen van yder plaatje.

De vyfde Figuur.

Vertoont een gedeelte van de bastagtige zelfstandigheyt der kleine herssenen, met der zelver onderdelingen, zynde het dunne herssenvlies weggenomen, en des zelfs bloetvaten niet opgevult, op dat de gemelde onderdelingen des te klaarder te voorschyn zoude komen.

De zesde Figuur.

Verbeelt het verlengde merg, averechts en van ter zyde vertoont, zynde een gedeelte der kleine herssenen daar aan vast, en het dunne herssenvlies afgenomen.

A.A. Twee gedeeltens van de schenkels van 't verlengde merg.
B. De twee mergagtige uytbultingen, die den naam dragen van Klieren agter den tregter gelegen.
C. De ring wyze uytbulting, met streken of mergagtige en dwersche vezels uytwendig voorzien; deze vezels zyn een vervolg van die, welke de mergagtige zelfstandigheit der kleine herssenen uytmaken.
D. Een gedeelte der kleine herssenen afgesneden, op dat het inwendige te voorschyn kome zou.
E. De mergagtige oppervlakte der kleine herssenen, zynde de bastagtige afgenomen.
F. Het uyteynde van 't verlengde merg.

De zevende Figuur.

Vertoont een mergagtig gedeelte der grote herssenen van een kindt, zynde het bastagtige daar zo konstig afgenomen, dat het nergens gequetst is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken