Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken (1744)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken
Afbeelding van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werkenToon afbeelding van titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.04 MB)

Scans (1253.27 MB)

XML (3.92 MB)

tekstbestand






Vertaler

Ysbrand Gysbert Arlebout



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
verzameld werk
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

(1744)–Fredericus Ruysch–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 815]
[p. 815]

Het groote en Koninglyke cabinet,
Zynde het Tiende der anatomische cabinetten van Frederik Ruysch,

Professor van de Anatomie en Kruid-kunde, Lid van de Keizerlyke Academie der Natuur Ontdekkeren, als ook van de Koninglyke Engelsche Societeit.
In 't welk de voornaamste deelen des menschen Lighaams zeer cierlyk zyn geprepareert en geconserveert.

[pagina 817]
[p. 817]

Aan alle oeffenaren der Geneeskonst en Wysgeerte, Wenscht Fredrik Ruysch veel Heyl.

NA dat de Weergaloze Andreas Vesalius door 't uytgeven van zyn onvergelykelyk werk over 't maakzel van 's menschen lichaam aan de geneeskundige waerelt verschenen was, hebben de beste kenners dezer konst geoordeelt, dat de Ontleetkunde nu ten eenemaal voltooyt, en niets van belang overig was om te ontdekken, daar de nakomelingschap eenige lof mede konde behalen. Maar men heeft bevonden, dat de zaak geheel anders bestondt, zo ras als de zeer nauwkeurige Ontleeder Barthol: Eustachius zyne vindingen bekent maakte, en de grootste onder de Ontlederen Gabriel Fallopius zyne aanmerkingen op 't werk van Vesalius uytgaf. Dewyl Vesalius zelfs, waarlyk met een groote openhartigheyt, opentlyk in zyn antwoort op de aantekeningen van Fallopius erkende, dat men vele en zeer fraye zaken aan 't vernuft van Fallopius, eertyts zyn leerling en nu zyn tegenstrever, verschuldigt was.

In 't vervolg toonden Julius Casserius, en Casparus Asellius, dat 'er na deze brave vinderen nog hoop overig was gebleven, om vele fraye en nuttige zaken te ontdekken; waar van tot een klaarblykelyk voorbeelt verstrekken konde G. Harvaeus, die na zo veele beroemde ontdekkingen door een onvermoeyde naarstigheydt die dingen heeft uytgevonden, welke zy alle niet geweten hadden, en welkers nuttigheydt in de geneeskunde zo groot was, als van alles, dat alle de andere met malkanderen ontdekt en uytgewerkt hadden.

Schoon dit doorlugtig Britsche Cieraat veel licht toegebragt heeft, echter heeft zulks niet belet, dat Pecquetus, Bartholinus, Lowerus, Willisius, Graaffius, Swammerdammius, Malpichius, Nuckius, Du Verneyus, en andere daar na ook hebben konnen uytblinken.

Hier door aangemoedigt zynde, heb ik altydt geoordeelt, dat ik volgens

[pagina 818]
[p. 818]

de Wet van Hippocrates eens anders werken wel roemen, maar zodanig, dat ik ze navorschen, bekragtigen, en zo 't de gelegentheydt gaf, verbeteren, en voltooyen moest.

Waarom ik over vyftig Jaren het gevoelen van de Bils, in dien tydt de vermaartste van alle Ontlederen zynde, alleen ondernam te onderzoeken, en met proefstukken te wederleggen: ik maakte waereltkundig de ontdekking der Klapvliezen in de water-en melkvaatjes, en van de longepyps-slagader. Nu heb ik opentlyk, en met 'er daat, en met woorden verklaart, dat ik de konst uytgevonden hebbe, waar door ik de fynste bloetvaten, derzelver eyndens, en haar beloop kan vervolgen, ontdekken en vertonen.

Van dien tydt af heb ik vervolgens tot dezen hogen ouderdom toe, dagen en nagten besteet, om met alle moeite een kennis van dat maakzel te verkrygen, waar mede Godt ons t' zamengestelt heeft. 't Heeft den Schepper behaagt, dezen onvermoeiden arbeit met zo veel geluk te bekronen, dat ik eyndelyk door verscheide konsten alle hinderpalen overwonne, en met myne oogen tot in de binnenste schuylhoeken der natuur doorgedrongen hebbe: zo dat my eindelyk na zo veele pogingen en herhaalden arbeit, het ware maakzel der kleinste deeltjes klaar gebleken is.

Zo gaauw als ik deze konst geleert hebbe, heb ik by de eerste gelegentheit enige proeven daar van aan fraye liefhebbers laten zien; waar door veele bescheide oordeelaren zich niet geschaamt hebben haar vorige gevoelen af te leggen, verbeteren, en een gehele nieuwe gedaante te erkennen.

Nadien myne hooggaande ouderdom niet toelaat op een langer leven te hopen, hebbe ik nu voorgenomen de proeven van alle myne ontdekkingen te verzamelen, en dezelve tot een lichaam te schikken, op dat het met recht kan genaamt worden, De Snykamer van Ruysch. In de toestelling daar van heb ik de gemene weg van een enkel geschrift niet willen gebruyken, maar ik hebbe de werktuygen zelfs van 't lichaam, zo als ik ze door myne konst verkregen hebbe, en welkers beschouwing my zelfs de kennis toegebragt heeft, voorgestelt. Derhalven dit werk van 't bovenste haayr begonnen zynde, heb ik 't volbragt tot in de verborgenste vertrekken der ingewanden, zonder een uyt de middelste deelen tusschen deze uyterstens over te slaan: Zo dat 'er van een vezel, vlies, vat, klier, ingewant, kraakbeen, been, nagel, haayr, eyndelyk van yder deeltje een naakte gedaante, en ware beeltenis van 't hooft tot de voeten toe, alhier te voorschyn komt.

Ja ik zal hier ook nog een doodt menschelyk lichaamtje byvoegen,

[pagina 819]
[p. 819]

zynde (door een konst, die my alleen eygen is) zodanig toebereit, dat de glans en bevalligheit niet alleen het leven verbeelden, maar zelfs overtreffen: want de couleur, vleezigheit, gestalte, en buigzaamheit der ledematen, die in een doodt mensch weggaan, worden hier te gelyk bewaart, en eenigermaten zodanig verbetert, dat het den aanschouwer tot zich lokt en verlustigt. Niemant zou deze zaak geloven, ten ware hy zulks met zyn eyge oogen beschouwde.

Op dat dit werk niet van een korten duurzaamheit wezen zou, hebbe ik alles door myne balsemkonst zodanig toebereit, dat de delen niet alleen vystig jaren, maar zelfs eeuwen onbedurven konnen blyven, 't welk dit werk grotelyks aanpryst. Daar en boven heb ik myn best gedaan, om 't afschuwelyk gezicht der ontlede en afgesnede delen met welgepaste cierzelen zodanig te verbeteren, dat het de ogen niet mishagen, nog enige schrik en walging veroorzaken zal.

Eyndelyk is yder byzonder deel met getallen beschreven, de welke overeenkomen met een naamlyst aangaande deze delen gemaakt, waar in op deze getallen, die yder deel aanwyzen, een klaar en naauwkeurig verhaal gevonden wort.

Derhalven zal een ygelyk, deze verzameling beschouwende, uyt de naamlyst De Ruyschiaansche Ontleetkunde konnen leren, bevryt van alle walglyken arbeydt, morzige handeling, of vuyle stank.

Al wie van deze schat bezitter zal wezen, hy zal die konnen gebruyken, of om zich met de beschouwing van 't maakzel des menschelyken lichaams te vermaken, en op die manier zich zelfs te leren, ofte om in een Hogeschool, alwaar de Jeugt in de Wysgeerte en Geneeskonst onderwezen wort, de ware t' zamenstelling der deelen te vertonen; aldus behoeft men niet op enkele woorden, of gissing, maar op zyn ogen te vertrouwen.

Waarom ook zelfs Koningen, Princen, en Bezorgers van gemene besten, of Hogeschoolen deze verzameling verkregen hebbende, hare Hogescholen daar mede zoude konnen begiftigen, zullende eeuwen lang duren, zo dat het een Cieraat is, en te gelyk een duurzaam en zeer nuttig werktuyg om te onderwyzen.

Terwyl ik nog in 't leven ben, zet ik dit werk, 't welk ik zelfs voltooyt hebbe, nu te koop, op dat ik voor myn doot verzekert ben, dat 'er een volkome gedachtenis van myne vindingen in wezen is: want na myn doot zou zulks niet licht geschieden. Dit Cabinet zal in myn huys te zien zyn voor die genen, dewelke zekere bewyzen hebben, dat ze kopers van 't geheel konnen en willen zyn.

[pagina 820]
[p. 820]

Op dat de Koper niet vreze, dat deze berydingen zullen bederven, zal ik, als hy ze gekogt heeft, en na dat we over de prys eens zyn geworden, hem de konst van bewaren bekent maken, die ik gebruyke, en grotelyks verschilt van die van anderen: want dat myne verschilt, leert de vergelyking van de berydingen, die by my gevonden worden, met die, welke andere vertonen. Ik zal hem insgelyks de manier aanwyzen, waar mede ik het bewarende vogt, daar de flessen mede gevult worden, beryde, en, als de noot vereyscht, zulks wederom opgegoten wort; maar om dit voor te komen, zal ik de flessen zodanig opvullen, en digt sluyten, datze vele jaren geen toedoening benodigt zullen hebben.

Terwyl ik ondervonden heb, dat de verscheyde bereyde delen van 's menschen lichaam, ook verscheyde vogten vereyschen, waar in ze bewaart worden, of dat ze anderzints haar glans verliezen, zal ik den Koper dit geheym, en meer andere, onder vertrouwen van stilzwy-gentheydt, openbaren.

Indien dan Princen, Hogeschoolen, Maatschappyen, of byzondere luyden in deze fraye zaken zin hebben, zy zullen konnen bekomen alles, 't gene door een byzondere konst, en een arbeydt van byna zestig jaren gewerkt, nergens ter waerelt te zien, of aan geen eeuw bekent is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken