Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken (1744)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken
Afbeelding van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werkenToon afbeelding van titelpagina van Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.04 MB)

Scans (1253.27 MB)

XML (3.92 MB)

tekstbestand






Vertaler

Ysbrand Gysbert Arlebout



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
verzameld werk
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de ontleed- genees- en heelkundige werken

(1744)–Fredericus Ruysch–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 859]
[p. 859]

De uytlegging der Figuren.

De Eerste Tafel.

DE Ie. figure van de Ie. plaat wyst ons aan een glas, en daar in een gedeelte van de wang en onderste kaak van een mensch.

A. De buytenste bekleetselen des wangs.
B. Het binnenste bekleetsel.
C. De zenu-tepeltjens met haar bekleetsel omvangen, en zyn deze zeer kleen, weshalven dezelve niet al te wel afgebeelt zyn geworden.
D. Het blaauw zyde versiersel onder het glas.
E. De bak-tanden.

De II. Fig. Wyst ons aan een gedeelte van het tepelig bekleetzel van de wang, door een vergrootglas gezien zynde, wiens groote overeen komt met de crystaline vogt van een schelvis ooge.

De III. Fig. verbeelt een kleen mensche schepselken, 't welk nog in zyn vlies Amnios, en ook in de eyge vogt onthouden word, waar in het geleegen heeft in 's moeders ligchaam terwyl het leefde.

A. Het Vlies Amnios by na zoo dun als een spinnewebbe met haar eygen vogt.
B. Het Schepseltje.
C. Het doosie als mede het blauwe zyde verciersel daar de crystalline vles in staat.

De Tweede Tafel.

De Ie. Fig. Verbeeld een elleboogs been 't geen door scharpe humeuren, mismaakt is geworden.

A. De inwendige beenige pyp, dewelke overal gescheyden is van de buytenste beenige substantie.
B. Een groeve.
C. Het bovenste van de pyp (olecranum) of de knop des elleboogs geheeten.

De II. Fig. De buytenste gedaante van een mismaakt scheenbeen, en door de saagh in twee deelen verdeelt.

A.A. De holle groeven.

De III. Fig. De inwendige gedaante van 't zelvige been.

A. Een gedeelte van 't been dat zeer hard geworden is, en van de voorgaande holligheden ontbloot.
B.B. De Spongieus-beenige selfstandigheyt.

De IV. Fig. Een gedeelte van 't scheenbeen, met een beenige tophus bezet, en met de zaag in tween verdeelt.

A. De inwendige gedaante.

[pagina 860]
[p. 860]

A. De spongieus-beenige, en weeke uitspattinge.

De V. Fig. Deszelfs beens uyterlyke gedaante.

A. Een zeer holle en harde tophus.

De VI. Fig. De huyd van 't voorgaande been, 't geen zeer oneffen en afschuwelyk is om aan te zien.

De VII. Fig. Een gedeelte van een tand van een Oliphant, met verscheyde beenige uytspattingen, door het schieten van een kogel, mogelyk veroorzaakt.

De VIII. Fig. Een kleen gedeelte van de tand van een Oliphant, waar in gevonden werd een kopere kogel, die door het schieten met een roer daar in geraakt is.

A. Het gedeelte van de Tand.
B. De kopere kogel.

De IX. Fig. Een gedeelte van 't scheenbeen, met een tophus bezet, en na de lengte in twee verdeelt.

A. De buytenste gedaante is bultig door de Tophus.

De X. Fig. De binnenste gedaante van 't zelve been.

A. De zeer harde en dikke beenagtige substantie.
B. De uytspatting, die met veele holletjens vervult is.

De Derde Tafel.

De I. Fig. Vertoont een schepseltje aan zyn navelstrengetje afhangende.

De II. Fig. Een gedeelte van het schouderbeen van een jongske.

A. De bovenste Epiphysis, of aanwas ten deele kraakbeenig, ten deele uyt klyne beentjens bestaande.
B. De beenige deeltjens.
C. De inwendige substantie, wiens spongieus beenige zelfstandigheit, met een mergagtige vogtigheyd vervult, en beset is met zoo fyn een vlieske, dat het met een spinwebbe overeenkomt. Dit is voorzien met opgevulde Slag-aderkens, waar door het rood is.

De III. Fig. Een gedeelte van 't Oppervelleke van een Moriaan.

A. Het opper-velleke 't welk zeer dik is.
B. Een hoop van tepeltjens.

De IV. Fig. Een gedeelte van 't Dybeen, van een jongske, in wiens bovenste kraakbeenige Epiphysis ook verscheyde beentjens gezien werden.

De V. Fig. Het vlies, van de Lever van een Mensch waar door veel en ontelbaare bloedvaatjens lopen.

De VI. Fig. Een gedeelte van 't voorhoofd van een jonge, door wiens opperste oogschellen de slagaderkens verspreyd werden, dewelke voortkomen uyt de groote hoeken der oogen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken