Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lettergeschenk voor de lieve jeugd, in poëzij en proza (ca. 1845)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lettergeschenk voor de lieve jeugd, in poëzij en proza
Afbeelding van Lettergeschenk voor de lieve jeugd, in poëzij en prozaToon afbeelding van titelpagina van Lettergeschenk voor de lieve jeugd, in poëzij en proza

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.87 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lettergeschenk voor de lieve jeugd, in poëzij en proza

(ca. 1845)–Gijsbertus van Sandwijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 47]
[p. 47]

Van den arbeid.

God heeft in alle behoeften van den mensch voorzien; maar wilde dat deze zich eenige moeite zoude geven, zich die te verschaffen.

Alzoo is het koren een voortbrengsel der natuur hetwelk op het veld als gras zoude groeijen; maar men moet het land bebouwen, en zich gedurende het geheele jaar daarmede onledig houden, om eene genoegzame hoeveelheid korrels, voor alle menschen te verkrijgen.

Wij hebben de wol van de schapen, maar men moet dezelve bewerken om kleederen te krijgen.

De boomen, waarvoor men zorg draagt, leveren goede vruchten op, doch die men aan zich zelven overlaat, laat, veeltijds zeer slechte.

De steenen vindt men overal; maar

[pagina 48]
[p. 48]

met veel moeite wordt er een huis van te zamen gesteld.

Aldus ziet gij, dat God den mensch tot den arbeid geschikt heeft.

Degenen, welke traag blijft, is berispelijk.

De arbeid vereert den mensch, en doet hem onbezorgd leven.

De luiaard zondigt tegen God, geeft zich aan alle ondeugden over en wordt ellendig

Schaam u nooit uw bestaan aan den arbeid uwer handen verschuldigd te zijn: een goed arbeidsman is een nuttig mensch in de maatschappij, en alle verstandige menschen bewijzen hem achting.

De lediglooper is verachtelijk.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken