Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland tot het einde der negentiende eeuw (1959)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland tot het einde der negentiende eeuw
Afbeelding van Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland tot het einde der negentiende eeuwToon afbeelding van titelpagina van Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland tot het einde der negentiende eeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.37 MB)

XML (1.20 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland tot het einde der negentiende eeuw

(1959)–Ferd. Sassen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

Eerste hoofdstuk
De Middeleeuwen

Inleiding

1. Het Nederlands wijsgerig denken van de Middeleeuwen maakt een onderdeel uit van de geestelijke beweging in West-Europa, die den naam draagt van ‘de Scholastiek’. Als een naar binnen en buiten gesloten geheel mag het niet worden beschouwd. Het vertoont in lengte- en dwarsdoorsnede veelvuldige variaties en draagt te weinig eigen kenmerken om van de Scholastiek in andere landen te kunnen worden losgemaakt.

Van een wijsbegeerte, naar landen en volken gescheiden, mag men trouwens in het tijdvak der Scholastiek niet spreken. De bovenlaag der cultuur, waarin wetenschap en wijsbegeerte bloeien, is in al haar veelvormigheid gemeengoed van geheel het Christelijk Westen. De overtuiging van eenheid en universaliteit van het menselijk weten dient tot grondslag van een geestelijke gemeenschap, die binnen de perken van de Christenheid over alle grenzen heen reikt. Meer dan in enig ander tijdvak der geschiedenis wordt in deze periode waarlijk Europees gedacht.

Eén zelfde taal, het Latijn, dient aan alle Scholastieke schrijvers hier en elders tot middel van uitdrukking. In de Nederlandse scholen worden dezelfde programma's gevolgd, dezelfde onderwijsmethoden toegepast, dezelfde handboeken gebruikt als in die van de omringende landen. Maar, zij, die hier philosopheerden, waren Nederlanders; aan het gebouw der Nederlandse Scholastiek, hoe zeer ook naar algemeen-Europese regels opgetrokken, gaven zij enkele kenmerken mede, die het Nederlandse volkskarakter onmiskenbaar openbaren. Naargelang dat volkskarakter scherper omschreven vormen is gaan aannemen, zijn ook de kenmerken van het Nederlands wijsgerig denken duidelijker zichtbaar geworden. De Middeleeuwse wijsbegeerte in de Nederlanden moge van eeuw door het buitenland zijn beïnvloed, toch is zij steeds zichzelf geweest en gebleven en door eigen aard van de philosophie van andere volken onderscheiden.

2. Het meest sprekende kenmerk van de Middeleeuwse wijsbegeerte in de Nederlanden is de neiging tot eclecticisme en de betrekkelijke onafhankelijkheid tegenover schoolse lering en gezag des meesters. Het overwegend geïntroverteerd type van ons volk heeft den doorsnee-Nederlander van ouds een bedachtzaamheid opgelegd, die hem steeds grote waarde doet hechten

[pagina 10]
[p. 10]

aan zijn eigen zelfstandig gevormde overtuiging en hem de meningen van anderen naar haar inhoud doet beoordelen. Dit is reeds in de Middeleeuwen ook in het wijsgerig denken tot uiting gekomen. Al behoort de Nederlandse wijsbegeerte der Middeleeuwen in haar geheel tot de Scholastiek, toch vertoont zich doorlopend een streven om zich los te maken van de geijkte formules, eigen wegen te zoeken en in zelfstandige bezinning de oplossingen af te wegen, die in de school aan de gangbare problemen worden gegeven.

Het critisch uitgangspunt brengt den Nederlandsen Scholasticus ook tot een zeker voorbehoud ten aanzien van systeemvorming, die om haar zelfs wil wordt ondernomen. Hij geeft de voorkeur aan een afzonderlijke behandeling van de voorkomende vraagstukken en bekommert zich weinig om den samenhang, waarin zijn theorie naar schoolse opvatting een plaats zou moeten vinden. De vrije beoefening van het wijsgerig denken is hem liever dan de moeizame constructie van wijsgerige stelsels.

De trek van bedachtzaamheid, aan ons volk eigen, maakt den Nederlandsen wijsgeer van de Middeleeuwen ook enigszins huiverig voor al te ver gaande abstracties. Hij houdt zich gaarne dicht bij de werkelijkheid en het concrete denken; de analyse van het feitelijk gebeuren, hem door uitof inwendige ervaring bekend geworden, gaat hem beter af dan de formulering van algemene oordelen van zeer wijde strekking.

Naast dezen zin voor concreetheid en critiek doet zich in de Nederlandse bespiegeling der Middeleeuwen een drang voor naar religiositeit en mystiek, die het gemiddeld godsdienstig gehalte van het Middeleeuwse denkleven te boven gaat. Zo kon hier als heel bijzondere vrucht van eigen bodem een autochthone Nederlandse mystiek ontstaan, met het Scholastieke denken ten nauwste verbonden, die tot het meest oorspronkelijke behoort, dat de Nederlandse geest, voorgelicht door de Christelijke openbaring, in den loop der eeuwen heeft voortgebracht. De behandeling van de middel-Nederlandse mystiek valt echter buiten het kader van dit boek.

3. In de geschiedenis van de wijsbegeerte der Middeleeuwen in de Nederlanden zijn vier perioden te onderscheiden.

De eerste omvat de ontwaking van het wijsgerig bewustzijn, die zich van de 8ste tot het einde van de 11de eeuw afspeelt. De wijsgerige bespiegeling gaat in deze periode te leer bij de meesters, die haar, rechtstreeks of onrechtstreeks, vooral uit Engeland en Ierland worden toegevoerd. In de tweede, van het begin der 12de tot het midden der 13de eeuw, wordt de vorming van de wijsgerige gedachte, merendeels onder invloed uit Frankrijk, tot stand gebracht; richtingen en stromingen gaan zich aftekenen. De derde periode, van het midden der 13de tot het einde der 15de eeuw, ziet het Nederlandse wijsgerig denken tot zelfstandigheid uitgroeien. Het heeft

[pagina 11]
[p. 11]

thans zijn eigen plaats in het Europese denkleven ingenomen. Zijn karaktertrekken zijn duidelijk zichtbaar geworden. Het is in staat, zijn invloed ook naar buiten te doen gelden en in gestadige uitwisseling van gedachten tot den verderen ontwikkelingsgang van de Europese wijsbegeerte het zijne bij te dragen. In de vierde periode eindelijk, van de tweede helft der 15de tot het begin der 16de eeuw, speelt zich de ontmoeting af van de Nederlandse Scholastieke wijsbegeerte met het Humanisme. Uit deze ontmoeting wordt een eigen Nederlandse geesteshouding geboren, die een belangrijk element zal vormen in den levensstijl van den nieuwen tijd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken