Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Boeck van surgien (1928)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.29 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Editeur

E.C. van Leersum



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Boeck van surgien

(1928)–Thomas Scellinc–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Capm. .vij. de igne persico [dats quade vier].

Ignis persicus dat es een aposteme ende coemt met ioccele ende met groter sterker bernender hitten ende alle die stat wert ghebladert ende die bladeren siin al vol duns waters ende dat es al veniin. Ende sulc stont is alle die stat ghevarwet als assen of swart als colen of vael als loec. Ende aldus ghedaen apostemen siin sorcheliic ende siin geheeten dat helsche vier. Ende oec heet mense carbo in medecinen. Ende tussen ignem persicum ende carbonem is differencie. Nochtan siin si beide coleren citrini die brant is al vuer ende is ghemenct met melancolien. Nochtan in igne persico regneert veel meer coleram dan in carbone. Ende in carbone regneert veel meer melancolien ende daerom wert si swart als een coel. Ende aldus ghedaen apostemen siin herde sorgheliic ende daerom seint mense tot sinte anthonus van vionoys of [te Walcuort] tot onser vrouwen ten nijvele of tot sinte geertruyden of te lin\teren

[pagina 105]
[p. 105]

tot sinte genoliven. Ende die men aldus voert toten sancten seit men dat si lesschen in .ix. daghen ende dat es scoen mirak[e]l [van onsen here god van hemelrike] of si sterven binnen neghen daghen. Maer ic darf wel seggen voerwaer dat men aldus ghedaen vuer wel mach blussen in .ix. daghen met medecinen of min. Daerom wil ic u leeren hoe mense lesschen sal ende ghenesen. Dat eerste dat men doen sal men sal den sieken doen laten dat quade bloet uut datter ghemenct es met quaden coleren ende men sal diep sniden daert verbrant es dat quade veniin datter in vergadert es ende doent uut loepen. Ende daerna salmen legghen plaesteren van couden medecinen ende al omme repercussiven als met bolus arminicus ende met rosewater ende met wiinedic of met groenen gallen ende met wiinedic of met anderen medecinen repercussive die voer gheseit siin ende die ic scrive in den antidotarius van desen boeke. Op den brant suldi legghen medicinen die den brant doen rotten ende weiken. Ende als die brant af is ende ghi siet natuerliic vleisch dan salmen op die wonde legghen medecine die sachteliic droeghen als es cetorum dat men maect van serusen ende van witter wasse ende van olie rosarum ende van een luttel camphoren ende dit seit RASIS. Item ghi sult nemen scoriam plumbum dat is ghebrant loot ende tsap van rase ende olie rosarum ende was ende wit hers ende maken daer of plaesseren. Item neemt flos eris .ii. dr. was [ende] wit hars van elken .vii. dr. flos eris seldi stoten ende dat ander smelten met een luttel olien ende dan flos eris dan daer in doen ende bestriken daer mede daert gheulserreert es dese selve cuere sal men in formicam miliaren. Of men sal nemen galle van eenen buck met sout ende met wiin ende wiinedic. Dit salmen al te gader sieden ende den ulcus daer mede bestriken. Item neemt die hoefden van ghesouden vissche met wiin ende met aterment ende wiinedic dit suldi legghen op die ulceren. Nu wil ic dat ghi weet dat formica is van drie manieren. De eene is gheheeten formica ambulativa. Die ander formica manducativa of corrosiva dats alleleens. Dat derde es gheheeten formica

[pagina 106]
[p. 106]

mirialis of granosa dats oec alleleens. Ende men vindet serpigo ende impetigo. Ende ghi sult dat weten dat formica ambulativa of corrosiva of impetigo siin van subtiilre coleren ende serpigo is van grover coleren. Ende formica mortificativa of corrosiva siin oec van grover coleren. Ende formica granosa of miliaris die siin noch van alre groofster coleren. In allen desen mag werden ghemenct flegmon ende verbrande melancolien ende wert gheheiten ignus persicus of carbunculus of priema. Ende dit seit serapio ende galienus seit dat alle apostemen die corroderen siin van verbrander melancolien. In alle dese apostemen salmen int beghinsel die colere materie purgeren met colagogum dats met medecinen die quade coleren purgeren of met latene. Ende daerna salmense vercoelen als te voren gheseit is ende daerna alst gheulcerreert is sal men legghen medicinen die resolveren of dulceren tweewerven des daechs ende eenwerven des nachs. Ende ghi sult weten dat men sterkeliic sal vercoelen van coleren ende van bloede.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken