Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Walchers liedeboeck (1611)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Walchers liedeboeck
Afbeelding van Het Walchers liedeboeckToon afbeelding van titelpagina van Het Walchers liedeboeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.30 MB)

ebook (3.69 MB)

XML (0.53 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Walchers liedeboeck

(1611)–Dirk Schabaelje, Jan Philipsz. Schabaelje–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Wonderlick is des hemels throone]

Na de wijse
De weerelt is gheheel in roere

 
Wonderlick is des hemels throone
 
Ghelick een croone wtghebreyt,
 
Daer aen het licht der zonnen schoone
 
Mane en sterren, toebereyt
 
Elck met een bysonder claerheyt // betracht
 
Dient bouen al, en onderscheytGa naar margenoot+
 
Des scheppers wonderlijcke cracht
 
Wie weet des wints vlieghende treden
 
Hoe hy comt, oft waer henen, van
 
Bouen stroyt hem den rym beneden
 
Ghelyck als eenen asschen, dan
 
Hoe is het water bouen an // ghewracht
[Folio 156v]
[fol. 156v]
 
Hier by men wel bemercken can
 
Des scheppers wonderlicke cracht
 
Ga naar margenoot+Men siet den sneu op aerden stroyen
 
Den vorst diet al doet beuen // laet
 
Hem wederom lichte ontdoyen
 
Aenmerckt hoe schoon verheuen // staet
 
den lichten dach daer neuen gaet // den nacht
 
Dit schiep sonder ghegheuen // raet
 
Des scheppers wonderlicke cracht
 
Waer is den aerden gront ghebleken
 
Wie stelde daer in bergh en dal
 
Fonteynen stroomen ende beken
 
De Zee met wonderlick gheschal
 
Op dese dynghen nemen sal // men acht
 
En heeft dit niet verworuen al
 
Des scheppers wonderlijcke cracht
 
Men can groeyende boomen speuren
 
Ga naar margenoot+Vruchtbarich van lieflick spruyt
 
En blommekens schoon van couleuren
 
Siet hoe de wijngaert rancke spruyt
 
Hoe wert den soeten wijn daer wt ghebracht
 
Siet oft dit niet al en beduyt
 
Des scheppers wonderlijcke cracht
 
Het minste saet onder de saden
 
Ga naar margenoot+De cruyden hooch te bouen schoot
 
Deur vroeghen reghen ende spaden
 
Vercreghen wert daeghelicx broot
 
Hoe verthoont hem d'dieren groot // gheslacht
 
Dese ontdecken claer en bloot
 
Des scheppers wonderlicke cracht
 
Wie can den Leeu te Jaeghen wijsen
 
Ga naar margenoot+
 
Sijn aes soo vele hy behoeft
 
Wie can de Jonghe rauen spijsen
 
Als sy van hongher sijn bedroeft
[Folio 157r]
[fol. 157r]
 
Wanneer hulpe te langhe toeft // t'versmacht
 
met dit te ondersoecken, proeft
 
Des scheppers wonderlicke cracht
 
Wie doet het wilt ghedierte sprijngen
 
En spelen hier en daer opt lant
 
Wie sal den eenhooren bedwijngen
 
Te pleghen swaeren arbeyt, want
 
Ten staet niet lange aen den bant en // wacht
 
Hem doet alsulcken onderstant
 
Des scheppers wonderlicke cracht
 
Siet aen het peert cloecmoedich drauen
 
den pauw met schoon pluymen omvaen
 
Den elephant als yser stauen
 
De beenen sijn ghewronghen aen
 
Vast als metael sijn knoken staen // sijn macht
 
Moet nochtans wesen onderdaen
 
Des scheppers wonderlicke cracht
 
Den Waluisch een Coninck der stouten
 
Meyndy dat ghy de selue contGa naar margenoot+
 
Met uwe dienstbaerheyt becouten
 
Oft met hem maken een verbont
 
Meynt ghy dat hy u met den mont toelaght
 
By sijn moghentheyt Job verstont
 
Des scheppers wonderlicke cracht
 
Almachtich is den Heer der Heeren
 
Soo Haest als hy een woort ghebiet
 
Tmoet al na sijnen wille keerenGa naar margenoot+
 
Maer hoe wel datmen seker siet
 
Datter soo veel deur hem geschiet bedachtGa naar margenoot+
 
Hebben nochtans de heyden niet
 
Des scheppers wonderlijcke crachtGa naar margenoot+
 
Dwalijnge heeft Godt haer ghegeuen
 
Om dat sy van hem namen keer
 
En doode afgooden toeschreuen
[Folio 157v]
[fol. 157v]
 
Haers scheppers gherechtighe eer
 
Deden versierde beelden seer // veel pracht,
 
Dus moeten wy deurgronden meer
 
Des scheppers wonderlicke cracht

Weest op v hoede

margenoot+
1. Cor. 15. 41
Psalm. 96. 4
Joan. 3. 8
Psal, 147. 16
margenoot+
Psal. 147. 18.
margenoot+
Math. 7. 28.
margenoot+
Mat, 13, 31.
Jer. 5. 23.
margenoot+
[...]iov. 39.
margenoot+
Job. 41. 3.
margenoot+
Psal. 33. 9
Esai. 46. 10
margenoot+
Rom. 1. 21
margenoot+
Rom 1. 6

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken