Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Narrenwijsheid en ander onkruid (1961)

Informatie terzijde

Titelpagina van Narrenwijsheid en ander onkruid
Afbeelding van Narrenwijsheid en ander onkruidToon afbeelding van titelpagina van Narrenwijsheid en ander onkruid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.65 MB)

Scans (14.80 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

bloemlezing


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Narrenwijsheid en ander onkruid

(1961)–J.C. van Schagen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 48]
[p. 48]

Basterd

 
Ik heb mijn ziel verhuurd
 
voor zesduizend gulden per jaar
 
en een pensioen
 
mijn contract loopt nog tien jaar
 
dan krijg ik haar terug
 
ik ben zo bang
 
dat er dan niet veel meer van over zal zijn
 
 
 
ze zit in een hok
 
ik mag er niet bij
 
ze is verhuurd
 
alleen Zondags
 
op bezoekuur
 
dat is het contract
 
 
 
contractbreuk is gevaarlijk
 
zoiets wordt streng gestraft
 
het is ook oneerlijk
 
en je moet tegen den duivel ook eerlijk zijn
 
wat komt er anders van je morele herbewapening terecht?
 
ik ben oneerlijk
 
ik knoei
 
van angst
 
ik ben zo bang
 
dat het me gaan zal als den dichter uit Rosmersholm
 
die vijf en twintig jaren op zijn kist met ongeschreven
 
werken zat
 
toen hij zijn schat in het zonlicht wilde halen
 
was er niets meer dan stof en as
 
daarom knoei ik
 
daarom ben ik vals geworden
 
van angst
[pagina 49]
[p. 49]
 
ik heb ze achter den elleboog
 
ik haal mijn ziel uit haar hok
 
stiekem, als niemand het merkt
 
ik laat haar buiten wezen in de zon
 
ik laat haar buiten wezen in de wind
 
ik laat haar luisteren naar de zee
 
en naar de grote regens
 
als niemand op ons let
 
als ik dan de voetstap in de verte hoor
 
als ik de schaduw in de verte naderen zie
 
stop ik haar gauw weer terug in het hok
 
en buig me over mijn werk
 
 
 
daarom doe ik mijn werk niet goed
 
eigenlijk haat ik het
 
het hindert, het stikt mijn leven weg
 
het is een voorwendsel, een kleverig masker dat niet áf kan
 
het zal nooit wat worden met mijn werk
 
mijn ziel blijft ook maar slapjes
 
het is niet genoeg, wat ik voor haar kan doen
 
ze leeft nog, maar ze is welk en ziek
 
ze krijgt geen voedsel en geen frisse lucht
 
het zal nooit wat worden met mijn ziel
 
ik knoei met mijn werk en ik knoei met mijn ziel
 
ze is zo bleek
 
zo zwak
 
zo verfomfaaid
 
maar nooit is ze boos, nooit zal ze me verwijten
 
dat ik haar verkwanseld heb
 
ze kent geen wrok
 
 
 
altijd weer is ze dankbaar en ze lacht naar me
 
als ik haar steel
 
ze gaat altijd dadelijk mee, blij en gereed
[pagina 50]
[p. 50]
 
ze komt bij me en ziet me in de ogen en zit maar stil
 
en ik vergeet alles daarbuiten
 
ze vertelt me van mezelf
 
ze spreekt van dingen die ik lang vergeten was
 
een lieve, wrede pijn
 
ze spreekt van dingen die niemand meer weet
 
dieper is ze dan de diepste zeeën
 
ze kent het geheim van alle ding
 
en zachtjes zingt ze ervan
 
het is als het stille wielen van het water
 
tussen de donkere stenen van het paalhoofd
 
een zomernacht als het vloed wordt
 
het is als het vaag beloven van de wind
 
een laten avond, op een eenzame weg
 
het is als de eeuwige sterren in de grote nacht
 
eeuwig is het groot verhaal
 
eeuwig is de wet
 
peilloos zijn de diepten van haar ogen
 
als zij me leert
 
de wet
 
later -
 
later, als we vrij zullen zijn
 
later, dan zullen we heel ver weg gaan
 
we zullen wonen in de uiterste eenzaamheid
 
ver voorbij de laatste eilanden waar geen schip zich waagt
 
daar is ons eiland
 
en niemand zal haar ooit meer mogen zien
 
niemand zal haar ooit meer kennen -
 
en als ik plots haar dan weer terug stop in dat hok
 
omdat de schaduw nadert
 
dan is het of ik het goddelijk kind vermoord
 
heeft u al eens een kind vermoord?
 
ik heb heel Bethlehem al op mijn geweten
 
en daarom knoei ik
[pagina 51]
[p. 51]
 
daarom heb ik ze achter den elleboog
 
verdomme
 
 
 
het is als het sperma, leert mijn duivel mij
 
milliarden mogelijkheden
 
die je het heelal inslingert
 
wie weet hoe schoon, hoe rijk, hoe geniaal
 
milliarden unica, mijn vriend, vergaan
 
één sufferd die tot wasdom komt
 
zo is het leven, sentimentele idioot
 
verzorg je werk en wéét
 
dat toch die éne bête vlerk die werkelijk werd
 
van hoger orde is dan al jouw goddelijke dromen!
 
weet óók, mon cher, dat contract nog altijd is contract
 
en dat je een volle, overlopende en welgeschudde maat
 
moet geven
 
zo leerde het je meester toch?
 
 
 
dan buig ik weer me op mijn werk
 
en geef de volle maat
 
- ten slotte heb ook ik mijn trots -
 
en zeg: verrek
 
 
 
maar hij, hij lacht:
 
jij souteneur

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken