Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dwaaltocht, een stukje eigen leven (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dwaaltocht, een stukje eigen leven
Afbeelding van Dwaaltocht, een stukje eigen levenToon afbeelding van titelpagina van Dwaaltocht, een stukje eigen leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.62 MB)

Scans (6.22 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dwaaltocht, een stukje eigen leven

(1977)–Jeanne van Schaik-Willing–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

Nette mensen van toen

Het blijkt in het leven nodig te zijn dat men zich een opinie vormt over de sociale opgave, waarvoor de mens zich gesteld ziet. In de jaren rond de eeuwwisseling, toen er nog geen oorlog had gewoed om ons de ogen te openen en de massamedia ontbraken om ons de les te lezen, was het sociale geweten van een zeer groot deel van onze landgenoten nog niet ontwaakt. Zonder enige notie van maatschappelijke verplichtingen vegeteerde men onbezorgd binnen, van maatschappelijk standpunt uit bekeken, absurde situaties.

Het leven van mijn tante Marie, de vrouw van een oudere broer van mijn vader, bevatte elementen, die men als symbolen kan zien van deze ethische ongevormdheid. Tante Marie was een mooie vrouw. Ze had een zoontje, mijn neefje George. Haar man Willem paste niet al te best op, maar dat wist niemand, want hij pleegde zijn ontucht niet 's avonds, maar 's middags. 's Avonds vond hij het wel prettig om met zijn aantrekkelijke echtgenote te pronken. Het is gebeurd dat hij zijn vrouw 's avonds meenam naar de opera, waar het opviel, dat de loge naast die waar hij met haar zat, bevolkt was met een stel opzichtige vrouwen, die voortdurend naar hen zaten te

[pagina 26]
[p. 26]

loeren en over hen te fluisteren. Dat kwam omdat Willem tegenover de bewoonsters van een door hem graag bezocht bordeel had opgeschept over het uiterlijk van zijn echtgenote en ze op kaartjes voor de opera had getrakteerd om te bewijzen dat het waar was, wat hij aan de dames had verteld.

Niet werken, goede sier maken, het was niet lucratief zulk soort leven en het duurde dan ook niet lang of er gebeurden twee dingen: een dure briljanten ring verdween uit een kristallen bakje van een familielid en Marie kwam met de kleine George thuis en was verrast door een rare leegte in huis: pantoffels die niet onder het bed stonden, jassen die aan de kapstok ontbraken. Jawel, haar man was met de noorderzon naar Amerika vertrokken.

Nu moest er iets gebeuren. Er moest een pension gezocht worden voor de bedrogen en verlaten vrouw, want ondenkbaar zou het geweest zijn in die jaren dat een vrouw zelf de handen aan de ploeg sloeg. Ze zou ook niet geweten hebben hoe ze dat moest doen. Dus werd er een suite gehuurd in het Amstelhotel en het Amstelhotel was destijds wat het Amstelhotel nog is, een elite-gelegenheid voor de internationale chic. Omdat dit hotel op drie minuten afstand lag van ons huis ging ik als kleuter om de andere dag bij mijn neefje spelen, de tussenliggende dagen kwam hij met zijn moeder bij ons. Ik speelde in het hotel, gesecondeerd door de hulpvaardige vriendelijkheid van gedienstige kelners, wier onderdanigheid door mij werd ontdekt en gebruikt.

Wie zou de zaak betaald hebben, vraag ik me nu af. De

[pagina 27]
[p. 27]

familie? De ouders waren allang dood. Ik vermoed eigenlijk een vriend van mijn vader, een zielige miljonair (ik noemde hem oom Jaap), die zo dik was dat stoelen onder zijn gewicht inzakten. Hij moest op de helft van de avond een schoon overhemd aantrekken, zo transpireerde hij, om de haverklap bezweek zijn boord. Er werd verteld dat deze menskolos verliefd was op de mooie tante en ik weet bijna zeker dat hij voor zijn gulheid niets terugkreeg.

Nu ik aan het speuren ben naar de wortels van een zekere ontoereikendheid van mijn leven vraag ik me af of die niet mede veroorzaakt is door het feit dat er in het milieu, waarin ik geboren werd, geen instantie heeft bestaan, die de feiten onderzocht op goed of kwaad. Als de twee schoonzusters, mijn moeder en tante Marie, terwijl ik met de suffe George trachtte te spelen, zaten te kwebbelen en te giechelen, heerste er bij hen maar één gevoelstoon: fatalistisch sarcasme. Zaadjes daarvan zijn vast wel overgewaaid naar mijn kindergemoed om jaren later tot ontwikkeling te komen. Ik meen te mogen beweren dat deze filosofie een zekere hoogmoedigheid in de hand werkt. Gewone burgervrouwen kunnen de dingen niet zo van een afstand bekijken. Met satyrische grappen om zich heen strooiende mensen stellen zich op, afzijdig van de meute. Maar ik ben er van overtuigd dat dames, die net als een restaurant, staan aangemerkt met drie sterretjes in de samenleving, zelf niet weten van welke fundamentele waarheden ze volstrekt onkundig zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken