Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uitstel van executie (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uitstel van executie
Afbeelding van Uitstel van executieToon afbeelding van titelpagina van Uitstel van executie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

Scans (10.83 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uitstel van executie

(1932)–Jeanne van Schaik-Willing–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 164]
[p. 164]

Twaalfde hoofdstuk

Wat van Ruttenvelde zich dien avond had verbeeld, gebeurde niet. Hester Page kwam niet en er was iets in hem dat hem ervan weerhield het Slagpad op te zoeken, om te kijken, waar zij woonde. Hij was eensklaps genezen van de onrust, die hem de laatste dagen had vervolgd, die hem in 't verborgene eigenlijk al deze jaren bestookt had. Hij voelde zich als iemand, die gebaad heeft en zijn kletsnatte haren heeft gekamd. Een beetje kil en huiverig, verlost van zweet en klamme smoezeligheid. Aan den bewusten avond dacht hij liefst heelemaal niet. Hij pakte zijn werk met energie aan en genoot van den jovialen omgang met Mollanus, een omgang, die als een gonzende en kleurige bromtol, draaide op een spits van venijn.

Intusschen kenterde het weer. Na een ongewoon lange regenperiode brak de lente aan. Van Ruttenvelde bestelde voor 't eerst van zijn leven een fantaisiepak, een lichtbeige pak met een fijn blauw streepje, dat hem jeugdig stond. Toen hij het aan had verscheen er op Mollanus' gezicht iets van verwondering; nog nooit had hij zich gerealiseerd dat zijn vriend dertien jaar jonger was dan hijzelf. Ook de meisjes Mollanus onthielden zich van spot en de oudste vroeg uit eigen beweging van Ruttenvelde ten eten.

Van mevrouw Page hoorde of zag Han de eerste drie weken niets, daarna lag er in zijn bus een lila briefje van den volgenden inhoud:

[pagina 165]
[p. 165]

‘Waarde Heer van Ruttenvelde,

Door de groote drukte die de voorbereiding van het dansspel, waarover ik U sprak, met zich meebrengt, was ik wel gedwongen U te verwaarloozen. U zult me dit, hoop ik, niet euvel duiden, na den twintigsten zal ik mijn leven beteren.

Ingesloten zult U vinden een entréebiljet voor twee personen voor de dansspelen “Faun en Satyr” en “Orpheus”.

U komt toch kijken niet waar? We leven in zulk een spanning. 't Is maar goed dat het nu spoedig gedaan zal raken, want mijn dochtertje vergeet dat er ook nog dingen als school en slaap bestaan.

Intusschen zoudt U ons een geweldig genoegen kunnen doen. Dit spel brengt allerlei bedrijfson-kosten met zich mee en zooals U weet het bedrijfs-kapitaal ontbreekt.

Zoudt U misschien nog eens aan een ƒ100.- kunnen helpen? Dit zou voor ons een uitkomst zijn en als de groote avond wordt, wat wij ervan verwachten, hoop ik U dit, plus zooveel mogelijk van de rest, terug te kunnen betalen.

Bij voorbaat mijn welgemeenden dank. Mag ik eindigen, met hetgeen U me dien avond nog nariep: Tot weerziens?

Uw

Hester Page.’

Het briefje deed hem niet meer dan de andere stukken, welke de post hem dien morgen gebracht

[pagina 166]
[p. 166]

had: een convocatie voor de jaarlijksche aandeelhoudersvergadering van de Hellenia Trust Co. waarvan hij commissaris was, een brief van de moeder van een delinquent, die deze week terecht zou staan. Een schrijven van de oude Maartje met ingesloten haar belastingformulieren, die hij geregeld voor haar invulde. Den brief van mevrouw Page stopte hij in zijn portefeuille. Haar verzoek behelsde voor hem geen problemen. Hij zou nog wel eens zien, wat hij daarop deed. Dit begon verdacht te worden. Hij zette zich aan zijn schrijftafel om direct even Maartje's papieren in te vullen, die ze hem onderteekend gezonden had. Den brief van de moeder duwde hij in het desbetreffend dossier, dien zou hij dezen avond wel eens inkijken. Dan was het tijd om op weg te gaan naar het paleis. Met het mooie weer wandelde hij. De enveloppe voor den ontvanger der Belastingen stopte hij onderweg in de bus.

 

Er ging weer een week overheen en het vergeten van Hester Page's brief was allengs een geforceerd vergeten geworden.

Het lichtelijk geïrriteerd en zakelijk gebaar, waarmee hij dien ochtend haar brief in zijn portefeuille had gesloten, was echt geweest. Langzamerhand kwam zijn wrevel echter weer opzetten, een korzelige ongedurigheid.

Er waren allerlei elementen, die ertoe bijdroegen zijn bloemoedigheid te verstoren. De warmte,

[pagina 167]
[p. 167]

geheel onnatuurlijk voor den tijd van 't jaar, hield aan. Nog vóór dat het groen aan boomen en struiken goed en wel was uitgeloopen, straalde de hemel strak blauw alsof het zomer was. Buiten was het stoffig. Wolken zand wervelden aan de hoeken van straten op. Kinderen jengelden om zomerkleeren en moeders, onzeker door de verwarring der seizoenen, gaven tenslotte aarzelend toe.

Tegelijk verbreidde zich een hevige influenza-epidemie over de stad. Geen zaak, die niet een derde van haar personeel moest missen. Ook Mr. Mollanus lag met zware griep te bed.

Het presidentschap werd thans waargenomen door Mr. Scholz, een ouden, nogal verzuurden man met wien van Ruttenvelde niet het minste contact had, hoofdzakelijk door het feit dat Scholz een verzwakte, verflauwde copy was van Han zelf. Maar er heerschte een leeftijdsverschil van bijna twintig jaren en Scholz was niet van zins dit over het hoofd te zien. Misschien bestond er ook van de zijde van Scholz een zekere jalousie de métier, omdat deze laatste vermoedde dat zijn jonge collega het Hof eerder zou bereiken, dan hijzelf, die daar wellicht nooit meer zou belanden. Dit alles maakte dat het werken niet erg plezierig was. Daarbij kwam dat geen enkele belangrijke zaak in zicht was. Dagelijks meldde de agenda dezelfde verkeersdelicten, kleine verduisteringetjes, diefstallen en andere nesterijen, die tot het gewone roet behooren, waarmede de samenleving bestoven is en

[pagina 168]
[p. 168]

dat zoo nu en dan moet worden weggeveegd.

In ieder geval was de jeugdige arbeidslust, waarin Han zich een poos had vermeid verdwenen. De oude mismoedigheid, het gedrukte en bedreigde gevoel, dat hij was kwijt geweest, golfde weer aan.

Op een dag voelde hij zich gehinderd door het schelle licht, dat hem pijn deed aan de oogen. Hij liep bij zijn brillemaker binnen om een zonnebril, met lenzen geslepen naar zijn oogen, te bestellen. De opticien toonde hem verschillende tinten glas en hij trad naar de deuropening om te probeeren welke kleur hem het aangenaamst was. Hij richtte daarbij zijn blik op een affiche, die in den muziekwinkel aan den overkant voor de ramen hing. ‘20 April 8.15. Stadsschouwburg,’ las hij. ‘Faun en Satyr’ en ‘Orpheus’. ‘Dansspelen op te voeren door G. Paoli en zijn groep.’

Met een schok herinnerde hij zich dat dit de voorstelling was, waarvoor hij kaarten had ontvangen en waarvoor Page de costumes ontworpen had. Hij handelde vlug met den brillemaker af, slenterde naar den overkant en haalde uit zijn portefeuille de enveloppe te voorschijn om ten overvloede zijn kaart met de affiche te vergelijken. Daarbij kreeg hij het lila briefje in handen en met stormachtig zelfverwijt bedacht hij dat hij niet op haar bede had gereageerd. Om half-twee begon de middag-zitting en 't was thans half-een, handelde hij niet direct dan kon hij vandaag geen geld meer verzenden.

[pagina 169]
[p. 169]

Zonder verder nadenken riep hij een taxi aan, liet zich naar huis rijden en vandaar naar 't dichtst bijzijnde hulppostkantoor. Nog net bijtijds bereikte hij het paleis om met toga en bef precies om half twee (Scholz was, anders dan Mollanus, stipt op tijd) zijn entrée in de rechtszaal te maken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken