Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De laatste der mannenbroeders (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van De laatste der mannenbroeders
Afbeelding van De laatste der mannenbroedersToon afbeelding van titelpagina van De laatste der mannenbroeders

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.30 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De laatste der mannenbroeders

(1982)–Maarten Schakel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Politicus met een ideaal


Vorige Volgende
[pagina 151]
[p. 151]

Nasleep van oorlog en bezetting

In de loop van mijn kamerlidmaatschap hadden wij tot driemaal toe emotionele debatten, die ik onder het boven dit hoofdstuk staande kopje wil samenbrengen!

1966: Lages
1972: de drie van Breda
1976: Menten

Willi Paul Franz Lages was wegens gewelddaden in bezet Nederland verricht, door het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam op 20 september 1949 tot de doodstraf veroordeeld. Volle drie jaar later - bij Koninklijk Besluit van 23 september 1952 - werd de doodstraf in levenslang omgezet. Minister Donker moest zich op 15 oktober tijdens de behandeling van een interpellatie-Burger voor die omzetting politiek verantwoorden.

Lages werd in mei 1966 ernstig, naar het zich het aanzien, ongeneeslijk ziek. Op 18 mei werd hij naar het ziekenhuis in Vught vervoerd. Zijn toestand verslechterde snel. Op 23 mei werd ze alarmerend.

De Beginselenwet gevangeniswezen bepaalt in artikel 46, dat de minister van Justitie de bevoegdheid heeft om bij wijze van spoedeisende voorziening, bij voorbeeld in geval van ernstige ziekte, voor een termijn van maximaal drie maanden tot onderbreking van de executie van de gevangenisstraf over te gaan. Het leek er aanvankelijk niet op dat minister Samkalden van de hem toekomende bevoegdheid in het geval-Lages gebruik zou kunnen maken. Patiënt Lages was niet vervoerbaar. Op 7 juni trad er een tijdelijke stabilisatie in diens toestand in. Er moest snel beslist worden. Samkalden deed dat op 9 juni. Lages werd op 10 juni per brancard in een ziekenwagen van Vught naar een ziekenhuis in Braunlage vervoerd. De regering nam die beslissing - terecht, het was haar verantwoordelijkheid en de hare alleen - zonder de Kamer daarin vooraf te kennen. Samkalden zou er later in het parlement van zeggen: ‘Het geschiedde onder omstandigheden, waaronder ik meende dat ik mij tot handhaving van de beginselen van de Nederlandse straftoepassing aan de plicht tot handelen niet mocht onttrekken. Mij heeft niets anders beheerst dan de wil om

[pagina 152]
[p. 152]

de beginselen van de straftoepassing in de Nederlandse rechtsorde te handhaven en te voorkomen dat daaraan iets zou worden toegevoegd, dat in die rechtsorde een vreemd en verwerpelijk element zou zijn.’ De communist Bakker kreeg verlof van de Kamer de minister op 21 juni 1966 daarover te interpelleren. Lages kwalificeerde hij als ‘een walgelijke vergroeiing van het menselijk ras’. Minister Samkalden, in zijn familie tot op het bot getroffen door de bezetter, verdedigde zich subliem. De enige reden dat hij geen applaus vanuit de Kamer kreeg, zat in het feit dat hij het een week tevoren bij de behandeling van de ongeregeldheden in de hoofdstad gekregen had naar aanleiding van zijn meesterlijke opmerkingen over de handhaving van de rechtsstaat. De Kamer is met zulk inhoudelijk applaus uiterst spaarzaam.

Lages had geluk en Samkalden pech. Artikel 46 van de Beginselenwet gevangeniswezen bepaalt de termijn van opschorting op maximaal drie maanden. De Nederlandse artsen ‘gaven’ Lages die drie maanden niet, de Duitse collega's opereerden de ‘ongeneeslijke’. Het Haarlems Dagblad van 12 september schreef: ‘Men moet zich erop voorbereiden, dat Lages binnenkort zou kunnen worden gesignaleerd als lopend patiënt.’ En het Algemeen Dagblad van 14 september: ‘Meer en meer gaat het ernaar uitzien, dat Lages in West-Duitsland een tamelijk onbezorgde dag tegemoet kan gaan.’

Bij brief van 9 september aan de Tweede Kamer deed de regering mededeling van deze ontwikkeling der dingen. Binnen de kringen van verzet en bezettingsslachtoffers laaiden de gevoelens hoog op.

Op dinsdag 9 oktober 1966 moest Samkalden zich nader verantwoorden. De oppositie diende bij monde van vvd'er Berkhouwer een motie in, waarin de maatregel van 9 juni werd betreurd. (De oppositie in dit land betreurt altijd alles!) ‘Dat ik mij in de gemoedsgesteldheid waaruit vele van de afwijzende reacties die ik heb ontvangen voortkwamen, volledig kan verplaatsen. Ik weet, dat voor velen de emotionele gebondenheid aan de periode van Lages' wandaden zo groot is, dat ik niet mag verwachten hen met mijn motivering tot andere gedachten te brengen.’

Samkalden wist de Kamer echter wel te overtuigen, met zijn betoog dat bij het naderen van de rand van het leven tevens de grens ligt voor de macht die een overheid over een gestrafte mag uitoefenen.

[pagina 153]
[p. 153]

Toen waren er nog maar drie in Breda: Kotälla, Fischer, Aus der Fünten. Ieder jaar bij de behandeling van de begroting van Justitie kwam de vraag aan de orde - ook in onze ar-fractie - of het nog langer verantwoord was deze drie gedetineerden in de Koepel van Breda vast te houden, of wij dusdoende ons niet verlaagden tot het peil van het verslagen systeem dat wij verafschuwden.

Het kabinet-Biesheuvel - Van Agt zat op Justitie - wilde tot daden overgaan. De regering had gratie kunnen verlenen, de gedetineerden naar hun Heimat hebben kunnen afvoeren om zich vervolgens ter verantwoording van dit beleid aan het oordeel van de volksvertegenwoordiging te onderwerpen.

Men koos een andere weg, de gevoelens van de kamerfracties werden afgetast - bij ons op donderdag 8 februari 1972 -, de regering leek voor haar vrijlatingsbeleid op een meerderheid in de Kamer te mogen rekenen. Binnen onze ar-fractie heb ik mij met alle kracht die in mij was tegen dit voornemen gekeerd. Niet omdat wraak in mijn vaandel zou staan. Niet omdat ik van mening was dat de straf nog bij lange na niet zou zijn uitgeboet. Mijn christelijke opvoeding had mij wel anders geleerd. Het voor mij doorslaggevende argument was, dat ik de christelijke naastenliefde ook te betrachten had tegenover verscheidene duizenden slachtoffers van het regime, getroffenen in het lichaam en/of de geest, die ik uit eigen ervaring en aanschouwing kende, labielgeworden broeders en zusters uit de verzetsbeweging, die eenvoudigweg niet meer de morele kracht zouden kunnen opbrengen om deze vrijlating te verwerken.

Dinsdag 22 februari 1972 werd ik overstelpt met telefoontjes van verontrusten. Het Auschwitz-comité roerde zich op het Binnenhof in de wandelgangen. Aan het einde van die gespannen dag haalde ik dochter Carla op bij het internaat van de kno-opleidingen aan de Van Speykstraat, zij leed aan een hevige aanval van angina.

Maandag 28 februari sprak ik voor een van mijn oudste kiesvereniging-klanten, die van Maassluis, in ‘De Sluis’. Tijdens de pauze vertelde men, dat avro's Televizier de namen van de voor- en tegenstanders van vrijlating gepubliceerd had (het debat zou de volgende dag, op schrikkeldag 1972 plaatsvinden) en dat de regering op verlies stond. Dat ‘verlies’ had ze in de week daarvoor, op donderdag 24 februari, opgelopen, toen in een door radio, televisie en pers verslagen hoorzitting van de vaste commissie van Justitie 39 organisaties uit de kringen van verzet en slachtoffers aan opgekropte gevoelens uiting hadden gegeven.

[pagina 154]
[p. 154]

Wat ik persoonlijk uit eigen interne contacten al eerder had geconcludeerd, werd ook de conclusie van collega's die zich bij de interne voelingname-Biesheuvel aanvankelijk vóór vrijlating hadden verklaard.

Op dinsdag 29 februari 1972 waren 146 leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal bijeen om de brief van de minister van Justitie d.d. 16-2-1972 betreffende de drie te Breda gedetineerde oorlogsmisdadigers te behandelen.

Achter de regeringstafel Biesheuvel (minister-president), Van Agt (minister van Justitie), Grosheide (staatssecretaris op Justitie). Biesheuvel had men op het Binnenhof bijna gemolesteerd, was verbijsterd door de ervaren vijandigheid, was van het ervarene gewoon ‘kapot’. Ik had het hem kunnen voorspellen.

De Kamer debatteerde van twee uur tot de volgende morgen drie uur over de hoofdvraag: voortgezette gevangenhouding of vrijlating. Van Agt, die de kastanjes uit het parlementaire vuur moest halen, evolueerde in de loop van de avond en de nacht in mijn oog steeds nadrukkelijker tot een bleek Madonna-kopje. De kloof tussen rechtstheorie en rauwe werkelijkheid verwijdde zich van uur tot uur. Het huis bleef tot de laatste minuut barstensvol. Alle mij uit anderen hoofde bekende rechercheurs van rijk en gemeente Den Haag waren te signaleren. Pas te negen uur antwoordde Van Agt. Toen na zijn antwoord bleek dat er verder geen spreker van regeringszijde kwam, zorgde de oppositie-van-die-periode (Den Uyl-Goudsmit-Wolff) voor het nodige tumult: zij wilden Biesheuvel horen!

De nacht was zwanger van schorsingen. In een van die pauzes had ik ten aanschouwe van een paar miljoen wakkergebleven Nederlanders vanuit de plenaire zaal een uitvoerig tv-interview met Sleeuwenhoek van de ncrv. Te 1.40 uur nam eindelijk ook Biesheuvel het woord. Het mocht niet baten. Een motie-Voogd om de voorgenomen vrijlating maar te vergeten, werd met 85 tegen 61 stemmen aangenomen. Voor die motie stemden vier anti's: Walburg, Geelkerken, Vermaat en Schakel. Klokke vier stoomde ik Hoornaar binnen.

 

Over de affaire-Menten wil ik kort zijn. Het was geen glorienummer van de Kamer. Kosto (pvda), Kappeyne van de Coppello (vvd - handje in de zijde aan de interruptiemicrofoon) en Wolff (cpn) voerden een drama voor drie personen op, dat niet in redelijke

[pagina 155]
[p. 155]

relatie stond tot de feitelijkheid (een bejaarde verdachte die op de zondag voor zijn arrestatie de benen had genomen). Wolff trok voor die gelegenheid ook het register van de drie van Breda weer eens open. Dat maakte lieden in den lande - het volksvertegenwoordigersgericht over de verdachte Van Agt werd integraal uitgezonden - weer helemaal hoteldebotel. Ik kreeg er telefoontjes over, die mij tot de interruptie noopten: ‘Zouden de heer Wolff en ik nu niet kunnen afspreken, dat wij de drie van Breda rustig in Breda laten zitten in dit uur van de nacht?’ (Wij stopten te 1.53 uur.) ‘En nog langer ook,’ merkte Marcus Bakker snedig op. Zijn fractiegenoot volgde mijn uitnodiging gelukkig op.

Rest mij in dit verband nog te vermelden, dat ik in januari 1968 een vergeefse poging heb gedaan het voormalige concentratiekamp Amersfoort tot nationaal verzetsmuseum in te richten.

Direct na de zeer geslaagde lustrumviering van onze bevrijding in 1980 sprak de Tweede Kamer bij motie uit, dat nu voortaan ieder jaar op 5 mei bevrijdingsfeest gevierd zou worden. En dat precies nadat koningin Beatrix bekend had gemaakt dat 30 april koninginnedag zou blijven. Als voorzitter van de plaatselijke oranjevereniging te Noordeloos weet ik maar al te goed dat ons volk tot tweemaal een nationaal feest binnen een tijdsbestek van één week niet in staat is. Ons bevrijdingsfeest houden wij slechts overeind als wij er ons eenmaal in de vijf jaar voor aangordden.

Het leek er aanvankelijk op dat ik het enige kamerlid zou zijn dat tegen de motie zou stemmen. In mijn kielzog volgden ten slotte nog sgp en gpv.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken