Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De taalontwikkeling van het kind (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De taalontwikkeling van het kind
Afbeelding van De taalontwikkeling van het kindToon afbeelding van titelpagina van De taalontwikkeling van het kind

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.33 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De taalontwikkeling van het kind

(1977)–A.M. Schaerlaekens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een oriëntatie in het Nederlandstalig onderzoek


Vorige Volgende
[pagina V]
[p. V]
 
Vroeger dacht ik
 
dat een hond kon praten
 
maar nu weet ik
 
dat ze alleen maar
 
woefwafwoefwafwoefwaf
 
of ggggggrrrom
 
 
 
Caroline

 

Uit: Fred Portegies Zwart, ‘Poëzie als kinderspel’

[pagina VI]
[p. VI]

Voorwoord

Het fenomeen ‘kindertaal’ geniet sinds de jaren '60 een verhoogde belangstelling vanuit verschillende vakdomeinen, voornamelijk vanuit de taalkunde en de ontwikkelingspsychologie. Heel wat aspecten van kindertaalverwerving werden recent aan uitgebreid onderzoek onderworpen, zodat men gerust kan stellen dat onze kennis omtrent hoe en waarom een kind zijn taal leert het laatste decennium enorm is toegenomen. Parallel hiermee zijn ook steeds meer mensen geïnteresseerd geraakt in het fenomeen kindertaal. De taalontwikkeling van het kind wordt namelijk langzamerhand beschouwd als één van de belangrijkste factoren in het algemeen ontwikkelingsprofiel van een kind en ook als een factor die een groot aantal andere ontwikkelingsfactoren mede kan beïnvloeden.

Nu is echter het domein van de taalontwikkeling, meer dan enig ander onderzoeksdomein nauw cultuurgebonden. Het spreekt vanzelf dat men onderzoeksgegevens over de motorische of emotionele ontwikkeling van het kind, die bijv. uit Amerika afkomstig zijn, met enige omzichtigheid zal benaderen alvorens de conclusies ervan over te dragen op Nederlandse of Belgische kinderen. Voor gegevens over taalverwerving geldt deze beperking zeker in nog veel sterkere mate. Deze gegevens zijn, ondanks vele universele factoren, immers specifiek gebonden aan de ‘moedertaal’ van het betreffende kind. Menigeen die met veel moed de omvangrijke buitenlandse literatuur over het onderwerp taalontwikkeling begon te doorworstelen, heeft zich dan ook de vraag gesteld: ‘Wat is hiervan nu van toepassing op het Nederlandstalige kind’? of ‘Wat is hiervan nu bruikbaar voor het kind waarin ik geïnteresseerd ben’? Men moet zich dus afvragen hoe het buitenlands onderzoek nu vertaald kan worden in onze specifieke Nederlandstalige situatie.

Tot hiertoe was er geen boek dat op deze concrete vragen antwoorden kon leveren, want het laatste boek over kindertaal in het Nederlands dateert van 1917 (J. Van Ginneken: De roman van een kleuter). Wij hebben dan ook getracht deze lacune op te vullen en een boek te schrijven dat toegankelijk zou moeten zijn voor al wie in deze materie geïnteresseerd is, met name voor taalkundigen, psychologen, pedagogen, leraren van kleuters en jonge kinderen, logopedisten, en voor geïnteresseerde ouders en opvoeders.

[pagina VII]
[p. VII]

Met het schrijven van dit boek hadden wij een dubbele bedoeling. Enerzijds trachtten wij de bestaande kennis omtrent kindertaalverwerving uit buitenlandse literatuur samen te vatten, en de voornaamste probleemgebieden van het onderwerp aan te geven. Daarnaast trachtten wij meer specifiek een overzicht te geven van het onderzoek dat tot nu toe in het Nederlands over dit onderwerp werd verricht. Deze onderzoeken worden besproken, samengevat en aangevuld met eigen onderzoeksgegevens, zodat het resultaat een overzicht wordt van hoe het Nederlandstalig kind zijn taal leert, van de geboorte tot 5 jaar. Deze verwerving wordt beschreven in opeenvolgende ontwikkelingsfasen. Elk van deze ontwikkelingsstadia, en de taalverwervingsmechanismen die beschreven worden, worden telkens geïllustreerd met veel concrete uitspraken van diverse kinderen. Van deze kinderen en hun observator werd een index bijgevoegd. Niet altijd, maar dikwijls gaat het om uitingen van Zuidnederlandse kinderen, wat, naar wij hopen, bij de Noordnederlandse lezer alleen maar als een verrijking kan overkomen. Bovendien werd er een extra inspanning gedaan om volledige bronvermelding te geven van het specifiek Nederlandstalig onderzoek; aan het einde van elk hoofdstuk wordt een selectieve literatuuropgave gegeven voor wie zich verder in een bepaald aspect of een bepaalde ontwikkelingsfase wil verdiepen.

Zoals de lezer zal merken bij de lectuur van het boek blijken er nog enorme lacunes te bestaan in de studie der taalontwikkeling in het Nederlands. Deze lacunes kan men nog precies beschrijven met de woorden van T.J. De Boer (1913), die, bij ons weten, de allereerste lezing hield over het onderwerp kindertaal in ons taalgebied: ‘Ik merk nog op dat de literatuur over ons onderwerp zeer ongelijk verdeeld is. Over het leren spreken van 1-3 jaar is zeer veel geschreven, van 4-6 jaar is er minder, het minst over de schooljaren.’ Daarnaast dringen zich recent ook meer vragen op over de problemen van afwijkende taalontwikkeling en over de exacte relatie tussen taalontwikkeling en andere ontwikkelingsaspecten van het kind. Dit boek wil dan ook mede een aansporing zijn voor verder onderzoek omtrent deze materie. De lezer die hier eventueel toe zou besluiten, zou de auteur in elk geval een groot genoegen doen door haar van dat onderzoek op de hoogte te stellen.

 

Voor het opzoeken en doornemen van diverse bronnen omtrent specifiek Nederlandstalig onderzoek ben ik veel dank verschuldigd aan mijn medewerker Lic. M. Dupont, voor het opzoeken van de gegevens

[pagina VIII]
[p. VIII]

omtrent bestaande taaltesten in het Nederlands aan Lic. M. Deboiserie. De adviezen van Prof. W. Levelt hebben geleid tot een grondige herziening van de eerste versie van dit boek; verder ben ik dank verschuldigd aan Prof. G. Kohnstamm, Dr. P. Bastijns, Dr. G. Extra, Dr. S. Top, Drs. W. van Bon, voor het lezen van de teksten en het verstrekken van verrijkende adviezen die mede de uiteindelijke vorm van dit boek hebben bepaald.

Tenslotte ben ik even zoveel dank verschuldigd aan de vele kinderen met taalmoeilijkheden waarmee ik in het Academisch Ziekenhuis Sint-Rafaël te Leuven dagelijks werd geconfronteerd, en die eigenlijk de voornaamste en blijvende drijfveer vormden om mij verder te verdiepen in de problematiek van het taalleren door het kind.

 

Anne Marie Schaerlaekens

Leuven, juli 1977.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken