Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Drie Hollandse romans (2010)

Informatie terzijde

Titelpagina van Drie Hollandse romans
Afbeelding van Drie Hollandse romansToon afbeelding van titelpagina van Drie Hollandse romans

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.04 MB)

Scans (24.31 MB)

ebook (3.50 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Anten

Wilbert Smulders

Joke van der Wiel



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Drie Hollandse romans

(2010)–Arthur van Schendel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 557]
[p. 557]

Verantwoording van de uitgave

Binnen de Van Schendel-studie worden als Hollandse romans doorgaans aangewezen De waterman, Een Hollands drama, De rijke man (1936) en De grauwe vogels. De omvang van deze uitgave stond opname van slechts drie romans toe. Op grond van literair-esthetische overwegingen hebben wij gekozen voor de hier uitgegeven drie romans.

 

Als basistekst voor deze uitgave zijn de eerste drukken van de drie romans gebruikt, te weten:

1)A. van Schendel, De waterman. Rotterdam 1933. Nijgh & Van Ditmar (exemplaar Universiteitsbibliotheek Utrecht, signatuur Mag. adc 4145).
2)A. van Schendel, Een Hollandsch drama. Amsterdam 1935. [Met een] bandteekening van R. Snapper. J.M. Meulenhoff (exemplaar Universiteitsbibliotheek Utrecht, signatuur Mag. adn 473).
3)A. van Schendel, De grauwe vogels. Amsterdam 1935. J.M. Meulenhoff (exemplaar Universiteitsbibliotheek Utrecht, signatuur Mag. adk 4315).

De latere tot het overlijden van Van Schendel uitgegeven drukken vertonen ten opzichte van deze eerste vele kleine verschillen op het punt van aliniëring, spelling en interpunctie. Wij hebben evenwel geen aanwijzingen gevonden dat de auteur met deze wijzigingen bemoeienis heeft gehad. Dit gebrek aan bewijs voor autorisatie heeft onze keuze voor de basisteksten bepaald.

In het Letterkundig Museum bevindt zich van De waterman een handschrift (signatuur 5174); van De grauwe vogels zijn een (ongedateerd) typoscript en met inkt gecorrigeerde drukproeven overgeleverd (signatuur 5174); van Een Hollands drama een gecorrigeerd typoscript en drukproeven van hoofdstuk 13, 14 en 15 (signatuur 5174). Deze autografen zijn bij twijfel omtrent de hieronder omschreven editeursingrepen geraadpleegd.

[pagina 558]
[p. 558]

De typografie is genormaliseerd. In de eerste druk van De waterman wordt bij het begin van een nieuwe alinea ingesprongen, ook aan het begin van een hoofdstuk. In de beide andere romans wordt nooit ingesprongen. In deze leestekst wordt ingesprongen, behalve aan het begin van elk hoofdstuk.

Waar in De grauwe vogels het begin van een nieuwe alinea niet te onderscheiden viel doordat de voorafgaande regel volgezet was, hebben in een aantal gevallen de drukproeven en vervolgens het typoscript de doorslag gegeven.

 

De romanteksten zijn herspeld volgens de vigerende regels. De interpunctie is gehandhaafd, inclusief de weglating van aanhalingstekens in de directe rede. De hoofdletter waarmee telkens de directe rede opent, is eveneens gehandhaafd. Sporadisch begint de directe rede met een kleine letter. In die gevallen is die vervangen door een hoofdletter.

Anders dan in de beide latere romans wordt in De waterman veelvuldig gebruikgemaakt van liggende streepjes. Zij geven veelal een wisseling van spreker aan binnen een dialoog:

In de armoede waren wij eensgezind en tevreden, en nu zoeken zij een andere orde, wat kan dat zijn? - Man, antwoordde zij, je weet toch, dat wij vandaag andere behoeften hebben dan gisteren. - Misschien wel, zei hij, als ik dan maar met het water mag zijn, dat is voor mij wat voor jou de kerk is. (p. 93)

Eveneens markeren zij de overgang van de directe naar de indirecte rede:

Voor de tafel zeide Maarten: Dit heb je uit de erfenis van tante Jans, koop er maar voor wat je nodig hebt. - Wouter bleef hem verwonderd aankijken, (p. 130)

Bij deze laatste aanwending signaleert het liggend streepje soms tevens een (kleine) sprong in de tijd:

[pagina 559]
[p. 559]
Hij vertelde dat hij nu op de rivieren bleef varen en vaker komen kon. Wel, je brood staat hier altijd klaar. - Na het omwassen zeide zij dat zij naar bed moest. (p. 122)
Zij knikte en zeide: Wij moeten gauw weer terug, mijn hart blijft daar. - Toen zij vastlagen sneed zij het brood. En dit was de eerste dag van hun stille vaart. (p. 115)

Het gebruik van het streepje is niet consequent, want de overgang van directe naar indirecte rede en de sprekerswisseling binnen de dialoog worden ook gemarkeerd door het begin van een nieuwe alinea. Omdat er hier mogelijke stilistische nuances in het spel zijn, hebben wij het gebruik van het liggend streepje in De waterman gevolgd.

In het volgende geval is (conform het handschrift) in De waterman een evidente zetfout in de interpunctie verbeterd:

hem raadplegend over de werken, → hem raadplegend over de werken. (p. 47)
genade, voor recht te laten gaan → genade voor recht te laten gaan. (p. 28)

Ook in onderstaande tekstplaats is de in de eerste druk geplaatste komma weggelaten:

Buiten de poort, blonk de hemel [...] → Buiten de poort blonk de hemel [...]. (p. 67)

Hier is de komma kennelijk het residu van een eerdere versie: het handschrift van De waterman heeft op deze plaats namelijk:

Buiten de poort, waar de hemel blonk over [...], bedacht hij waarheen hij nu zou gaan. (hs. p. 62)

Een aantal malen ontbreken in de eerste drukken de accenttekens op het telwoord ‘één’. Daar waar het ontbreken van accenttekens leesverwarring veroorzaakt, zijn ze toegevoegd:

[pagina 560]
[p. 560]
in eenen teug → in één teug. (p. 42)

Kennelijke (zet)fouten in de spelling zijn verbeterd:

baaie → baaien (p. 40)
winpels → wimpels (p. 75, conform handschrift De waterman)
wordt je → word je (p. 105)
ter wederzijde → ter wederzijden (p. 11 en 80)

Eveneens verbeterd zijn enkele tekstplaatsen waarin geen zet- of spelfout is aan te wijzen, maar die in de context niettemin als foutief dienen aangemerkt te worden:

den kaars → één kaars (p. 27)
wekte → wenkte (p. 24, conform het handschrift van De waterman)
recht → rechts (p. 140, conform het handschrift van De waterman)

De naam Mink is op p. 266, p. 298 en p. 302 vervangen door de naam waarmee dit personage in Een Hollands drama wordt geïntroduceerd: Minke.

 

Reden tot twijfel biedt de volgende tekstplaats:

 

Tijdens het bezoek van het heemraadschap aan Tante Jans in De waterman ‘ging de jonge Rossaart nog met glaasjes rood, gul tot de kop geschonken’, (p. 42) Deze versie is conform de autograaf. Niettemin is er een plausibeler lezing mogelijk, waarbij men voor ‘rood’ leze ‘rond’. Deze versie hebben we in de leestekst opgenomen.

 

Bepaalde grammaticale eigenaardigheden in Van Schendels taalhantering zijn ongewijzigd overgenomen. Zo gebruikt hij na het onbepaald voornaamwoord ‘iets’ consequent het betrekkelijk voornaamwoord ‘dat’ in plaats van ‘wat’. In de leestekst is deze schrijfwijze gehandhaafd.

[pagina 561]
[p. 561]

Naast de vorm ‘zeide’ komt tevens, zij het met geringer frequentie, de vorm ‘zei’ voor. Het afwisselend gebruik van deze beide vervoegingen duidt mogelijk op een stilistische nuancering. Om die reden hebben wij de vorm ‘zeide’ ongewijzigd overgenomen.

Een probleem doet zich voor bij de schrijfwijze van het bezittelijk voornaamwoord ‘jouw’. Driemaal wordt dit, steeds in de directe rede, geschreven als ‘jou’. Ook hier vermoeden wij een stilistische nuance, in dit geval voortkomend uit de behoefte om spreektaal weer te geven:

Het is niets, vrouw, de Heer slaat daar minder acht op dan op jou koffie. (p. 59; zie tevens p. 171 en 198)

Wij hebben in deze gevallen niet ingegrepen.

 

De getekende plattegronden van Gorinchem en Haarlem zijn gebaseerd op respectievelijk Platte-grond van Gorinchem (Uitgave T. Horneer, Hoogstraat Gorinchem. Bewerkt door G.F. Beumer. Gorinchem 1880) en Platte Grond van Haarlem (Bijgewerkt onder toezigt van den gemeente architect J.E. van den Arend. Uitgave J.J. van Brederode. Haarlem z.j.).

[pagina 562]
[p. 562]


illustratie
gorinchem


[pagina 563]
[p. 563]


illustratie
haarlem



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken