Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 8 (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 8
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 8Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.89 MB)

Scans (29.82 MB)

ebook (4.28 MB)

XML (1.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 8

(1978)–Arthur van Schendel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 514]
[p. 514]

[Ontwaak, de dageraad vangt aan]

 
Ontwaak, de dageraad vangt aan
 
Te kleuren en de wereld doet zich open
 
Voor u en mij, het klare licht voortaan
 
Zal stralen en het donker is gedaan!
 
Ontwaak en zie de heerlijkheden,
 
Wij kunnen in geen schooner wereld zijn
 
Nu de oosterwolken in een rooden schijn,
 
De bloem'ge heuvlen en de zee beneden,
 
De hooge hemel die al hooger gloort,
 
En al de pracht van dit verheven oord
 
Waar wij in kwamen in een glans ontgloeien
 
Van nieuwe warmte uit de verborgen bron
 
Die dieper is en verder dan de zon -
 
Ontwaak en zie de Vreugde bloeien!
 
 
 
Hoor, er vaart een ruischen door het loover,
 
Er gaat een diep gefluister door 't geboomt,
 
Er zweeft een koelte door ons haar en over
 
Ons aangezicht - gij staat alsof gij droomt...
 
Mijn kind, het zijn de droomen die gij hoort,
 
De goede droomen die ons nooit verlaten
 
En thans hier komen omdat ons tederst woord,
 
Ons innig hart, hun steeds heeft toebehoord.
 
Wij moeten ze wel in ons binnen laten
 
Waar voortaan vreugde lieve waarheid is,
 
Die met ons speelden in die kinderjaren
 
Het heimlijk spel dat al verlangen is;
 
Die ons, of ze onze beste ouders waren,
 
De schoonheid leerden, de geheimenis
 
Die ieder minnaar kent en hij die laat
 
In 't leven, als alle hoop vergaat,
 
Iets beters dan zich zelven zoekend, vindt,
 
Die hij verloor als goedgeloovig kind.
[pagina 515]
[p. 515]
 
Zij wieglen daar in 't bloesemlommer, licht
 
En zangerig van stem, en de verhalen
 
Die zij elkaar nu doen bij het gezicht
 
Van u en mij te zamen, zijn een lied
 
Der hoop voor mij geweest nog voor het dwalen
 
Van 't jong verstand, voor al te groot verdriet
 
Mij zoo lang eenzaam in de wanhoop liet.
 
Hoor, hoor, wij zijn het zelf en als ik zwijg
 
Hoort gij ons aller droomen allerwegen:
 
Een zalig zanger kweelt op iedren twijg!
 
 
 
De menschen spreken diep-gestemd van leven
 
En dood, maar 't raadsel van hun heimlijk leed
 
Verzwijgen zij elkaar en niemand weet
 
Zijn liefsten vriend een goeden troost te geven
 
Voor zijn geheim in 't groot geheim vergaat,
 
Omdat geen mensch het troosten wel verstaat
 
Die zelf het binnenst van zijn hart verzwijgt.
 
Tweelingen nadren wel in vaag gefluister,
 
In eenen blik bij 't zoeken van elkaar,
 
Het laatste dat zij zeggen kunnen, maar
 
Bevreesd dat het hun tederheid verduister,
 
Slaat de een haar oogen neer en de ander zwijgt.
 
 
 
Gij teeder hart, klaar van des hemels klaarheid,
 
Gij goede oogen, licht van vaste waarheid,
 
Toen ik u aanzag in mijn schoonste leven
 
In woorden zeggen wilde maar niet dorst,
 
Hoe vondt gij met uw blikken opgeheven
 
En rustend met uw hoofdje aan mijn borst,
 
De vreugde die de waarheid openbaarde
 
Zoodat ik opzag en mijn blik verklaarde
 
In wis vertrouwen uit het ongewis
 
Van leed en twijfel daar ik diep in staarde!
 
Ik wist dat het geluk onsterflijk is
 
Omdat uw vreugde eeuwige vreugde is!
[pagina 516]
[p. 516]
 
Uw hand, mijn kind! Aanschouw het nieuwe gloren,
 
De wereld lacht alom den blanken lach
 
Van 't bloeiende geluk steeds jong geboren
 
Uit kinderharten iedren lieven dag!

[1906 - 1908]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken