Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bovenschriftuurlijke binding - een nieuw gevaar (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bovenschriftuurlijke  binding - een nieuw gevaar
Afbeelding van Bovenschriftuurlijke  binding - een nieuw gevaarToon afbeelding van titelpagina van Bovenschriftuurlijke binding - een nieuw gevaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bovenschriftuurlijke binding - een nieuw gevaar

(1951)–K. Schilder–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

§ 34. Roeping en decreet.

Eindelijk iets over de manier, waarop het verwerpings besluit wordt verwerkelijkt (190). Daarvan noemen we alleen het volgende: Bij de volwassenen volgt God volgens Beza twee wegen (191). Sommigen worden heelemaal van de roeping door het evangelie uitgesloten (191). Die ‘genade’, zèlfs die, missen zij. Let op, dat de supralapsarist Beza ook de prediking ‘genade’ noemt. Al blijft hij verre van de filosofie van Kalamazoo (inzake Gods goede gezindheid jegens alle individuen). Anderen evenwel - zoo gaat Beza verder - worden wel degelijk verwaardigd, de prediking te hooren (dignatur); ze worden geróepen, maar ze willen

[pagina 52]
[p. 52]

niet. Ze kúnnen ook niet. Wel zijn ze tot het convivium (de bruiloft, het gastmaal, Matt. 22:2; Luc. 14:6) genoodigd (geïnviteerd; ‘geldt’ die noodiging hen ook? ik zeg: ja). (192). God heeft er zelfs onder hen, wier intellect Hij opwekt, exciteert, om met een z.g. historisch geloof (den term bespreek ik niet, Beza gebruikt hem trouwens hier ook niet) te gelooven ‘wat er staat’. Nóg anderen zijn er, die er wel het ongelukkigst aan toe zijn: hoog opgestegen, om te dieper te vallen (192). Ze genieten zekere (quaedam) ‘genade’ (ja, het staat er zoo, maar Beza denkt niet aan Kalamazoo). Ze doen ook een poos mee in de kerk, keeren evenwel terug naar hun ‘uitbraaksel’, 1 Tim. 4:1, Matth. 12:43, en vallen uit het ‘geloof’ uit. God verlaat hen, het einde is verharding, en verblinding.

En wat nu de ‘roeping’ betreft: we kijken die plaat van Beza nog eens aan. Bij de uitverkorenen is de roeping krachtdadig. Bij de verworpenen sòms heelemaal afwezig (dat ziet op hen, die ‘in geen kerk noch kluis komen’, en niets weten; aan wie het Woord dus geheel en al voorbij gaat. Soms evenwel is bij de verworpenen de roeping er wel degelijk. Maar ze blijft dan zonder die krachtdadige uitwerking. Dat is dus volgens Beza de plaats der verworpenen, die wèl onder de prediking verkeeren, die in het kerkelijke leven zijn opgenomen. Beza kent dus een goddelijk voorbijgaan met de roeping, én een goddelijk steriel-laten-blijven van de roeping. In die beide ziet hij een gevolg van Gods háát. Ja, ja, daar is hij nu supralapsarist voor: Zijn plaatje ziet er uit als volgt (voor wat de linkerzijde betreft; links van het standpunt van den steller der opschriften):

illustratie

[pagina 53]
[p. 53]

Dat laatste is geen woordkeus van mij: er staat: contemptus oblati Evangelii.

Nu zal ik nooit zoo'n plaatje teekenen. Er onder staat: O diepte van Gods oordeelen? Wie heeft Hem eerst gegeven, en het zal hem wedervergolden worden? Rom. 11:36. Ik vrees, dat het heele plaatje - dit is maar een klein fragment - zelf met dat geweldige woord, dat er onder staat, op gespannen voet staat.

Maar dat kan mij heden niet hinderen. Ik wil nu met aandrang aan onzen hooggeschatten coll. Hoeksema vragen: zoudt U niet willen meehelpen, om die Verklaring te laten wegnemen van de tafel? Ik kan me niet voorstellen, dat u tot uw missionarissen zoudt zeggen: als er een Beza komt, leg hem dan die verklaring voor, en zoo hij weigert, laat hem gaan. Ik zelf zou weigeren, collega Hoeksema. Terwijl ik toch geloof, dat ik zelf gereformeerd ben, en dat U in dat groote Amerika een grootsche taak hebt. Die verspelen uw kerken, als ze zóó gaan binden, dat de Beza's, nog wel supralapsarist, eruit moeten; en wat moeten dan nog die arme, meestal zoo bescheiden eruit ziende infralapsaristen?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken