Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bovenschriftuurlijke binding - een nieuw gevaar (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bovenschriftuurlijke  binding - een nieuw gevaar
Afbeelding van Bovenschriftuurlijke  binding - een nieuw gevaarToon afbeelding van titelpagina van Bovenschriftuurlijke binding - een nieuw gevaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bovenschriftuurlijke binding - een nieuw gevaar

(1951)–K. Schilder–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

§ 41. Voorwaarden en ‘Dordt’.

Een klein symptoom van de aanwezigheid van dit gevaar - lees niet meer in mijn woorden, dan er in staat - zie ik daar, waar coll. Hoeksema zegt: die voorrede van de Statenvertaling kwam NA de dordtsche synode, maar het is wel meer gebeurd, dat NA een goeie synode er afval kwam; het argument zegt mij - Hoeksema - dus niets. Wil coll. Hoeksema het hebben, dan zal ik hem bewijzen, dat óók al in de Schriftelijke Conferentie, dus vóór de dordtsche synode, er van voorwaarden in het verbond door de gereformeerde partij gesproken is. Wil hij het hebben, dan zal ik hem aantoonen, dat ook in de Acta der dordtsche synode zelf van voorwaarden herhaaldelijk gesproken is. En dat daar fel tégen èlke conditie-leer gevochten is, zoovaak men conditie opvatte in REMONSTRANTSCHEN zin (nl. zoo, dat geloof en bekeering tot grónd, of bewégende en láátste of ‘eerste’ oorzaak van de zaligheid of de verkiezing genomen worden; of ook, zóó, dat God afhankelijk gemaakt wordt van den met vrijen wil toegerusten mensch, op wien God netjes wachten moet, ‘kijkende’, of hij wel zoo vriendelijk wil zijn, te gelooven). Maar ook, dat in die Acta éven gerust, en

[pagina 63]
[p. 63]

welgemoed, en vroolijk, gesproken is vóór een gereformeerde conditieleer, nl. zóó, dat God het ééne niet geeft zonder het andere, terwijl Hij intusschen zoowèl van het ééne éls het ándere de fontein is, de genadige Beschikker en Schenker. Dát hangt dan weer samen met het feit, dat Hij mij aanspreekt, zonder voorspellingen te doen aangaande mijn toekomst, maar des te meer mij aan zijn belóften bindt, welke nooit zonder eisch tot mij komen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken