Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Christelijke religie (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van Christelijke religie
Afbeelding van Christelijke religieToon afbeelding van titelpagina van Christelijke religie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Christelijke religie

(1949)–K. Schilder–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Artikel 33.
De sacramentis - Over de sacramenten.

I.

God werkt in ons door de sacramenten- per quae - maar in de laatste kerkstrijd las men alsof er stond: per quam. Onze vert. maakt de indruk, alsof God werkt door middel van de inwendige en onzichtbare zaak. Op dit punt is Cand. H.J. Schilder beschuldigd van in strijd te zijn met de N.G.B. De Sacramenten verzegelen het geloof, de onzichtbare, en inwendige zaak, d.i. inwendige, aanwezige genade, volgens Prof. Grosheide Bovendien zegt deze: God gaf de doop om het geloof te sterken, dus was er geloof. Deze redenering is onjuist. Hij zei er dan bij: promissum is heel vaak het beloofde goed zelf. Terecht. Maar als gezegd wordt promis sa obsignare is die zaak niet aanwezig, doch beloofd. In de preek wordt het leven verkondigd en worden de beloften verzegeld.

De preek is een hoorbare en de sacramenten zijn een zichtbare verkon diging van de beloften.

Syn.: ‘Het sacrament is pas sacrament, als het de uitverkorene hun geloof verzegelt’.
Dan zou je ook moeten zeggen: ‘De preek is pas een preek als ze gericht is tot de uitverkorenen’. Hoe kan dat bij een preek, die uitgesproken wordt tot uitverkorenen en hypocrieten?
De Synodale doopsleer is onhoudbaar. Neem b.v. 3 dopelingen:

A.een verworpene - 50o doop
B.een verkorene - volle doop
C.een verkorene, die nog niet wedergeboren is- wat is dit voor een sacrament? 75% ?????

Dan is er nog geen genade aanwezig!!!!

II.

Er zijn bij de sacramenten twee elementen:

a)Betekenen, afbeelden.
b)verzegelen, bekrachtigen.

Zowel een beeld als een zegel hebben niets eigens. Je kunt moeilijk amicitia drinken met een portret! Een beeld heeft pas zin uit de er achter liggende res, werkelijkheid. Een zegel ook.

[pagina 15]
[p. 15]
Het is niet juist om te zeggen, dat een gedoopte, die niet gelovig is, geen echt sacrament ontving. Art. 35 spreekt over Simon de Tovenaar en Judas; die hebben wel het sacrament, maar niet deszelfs waarheid. Het sacrament blijft waar. Een portret is waar, als de afgebeelde hier is of ook in Amerika. Lees daarom art. 35 in het licht van de art. 33 en 25.

Hier komt natuurlijk ook de vraag op: hoeft God zijn beloften wel extra te garanderen? Is dat geen onzin?

Dit ook i.v.m. de eed, met het aweren van God. Sommigen zeggen: het is toch eigenlijk onzin, dat God een eed zweert, het is eigenlijk paradoxaal. God zweert evenwel terwille van onze hebetudo een eed.

Zo ook bij de sacramenten. Het Woord heeft zelf perspicuitas. Dus eigenlijk zijn ze niet van node. Maar God geeft ze om onze hebetudo.

 

De sacramentsleer wordt in dit opzicht door vele dos en Syn. verknoeid. Hervormde dos wijzen graag op een benodigde fijn afgestemde zielsgesteldheid. De N.G.B. zegt evenwel, dat we hebetudo hebben, grovigheid, domheid. Kom tot het H.A. omdat je zo grof en dom bent.

Hetzelfde geldt voor de doop, Die is niet voor de ‘fine fleur’ (synodaal standpunt).

De handelingen worden geinterpreteerd naar het Woord. De mysteriën hebben ook een reiniging (Isis en Osiris), als afwassing van alle barbaarse, on-ingewijde onreinheid. De wassingsdaad is maar een beeld, het is slechts een hulpmiddel om het Woord te verstaan. Als u niet weet, wat een levende man is, dan zegt een portret van hem ook niet veel. Een foto van de maan kunt u pas waarderen als u een grote hoeveelheid kennis heeft. Dit geldt ook van een Röntgenfoto. Eerst moet men theorieën kennen.

 

Daarom zegt de Gereformeerde Dogmatiek: het sacrament kan men missen: het 'Woord natuurlijk niet.

Dit geldt ook i.v.m. obsignare. Het moestons al genoeg zijn: het Woord. Maar om onze hebetudo heeft God zijn belofte verzegeld.

III.

Sacramentum: uit Latijnse oorsprong een soort inwijdingsceremonie.

Vgl. Het Hebr. Gr. mnotèrion. Bekend is vooral de uitspraak, dat zij die ‘in militiam vocati’ zijn, moeten ‘respondere in sacramenti verba’. Dus hier niet: krijgseed. Maar vermoed lijk = vaandel, of sigilla foederis.

Sacramentum naast het Grieks mnotèrion, antitupon, aphragis, sumballon, sèmeion. Figuren of handelingen, die optreden bij het intreden of ingaan van een gemeenschap, maar ook bij het voortgaan daarin. Zo in de kerkelijke sacrum signum.

Een sacrament staat als teken nooit los van het Woord. Het kan niets toevoegen aan het Woord zelf. Een goed beeld geeft de werkelijkheid juist weer. Het voegt niets toe.

Afgewezen: de mening der Synodalen, dat een sacrament pas echt is, als de betekende zaak aanwezig is.

 

Hebben de sacramenten ook obsignatieve kracht?

IV.

Hierover strijd tussen de Gereformeerden en:

1)de Socinianen,
2)de Anabaptisten.
[pagina 16]
[p. 16]

Deze zeggen: Sacramenten zijn inania mere theoretica, bloot theoretisch, maar art. 33 N.G.B. zegt ‘signa itaque minime vana sunt et vacua Er is wèl viz in de sacramenten, je kunt ze niet helemaal beschouwen als portretjes, illustraties! Ze zijn niet alleen illustratief of exhibitief (exhibitio) maar ook obsignatief. Afbeelding en bezegeling.

 

3) De Roomsen: ook zij geven sacramenten geen obsignatieve kracht, maar zeggen: ‘het sacrament zelf doet het al’. Zo moeten we het woord obsignatio verdedigen naar twee kanten. Enerzijds naar die der Socinianen, anderzijds naar die der Roomsen. Volgens de ene groep zeggen we te veel, volgens de andere te weinig. Bij de laatstgenoemden komt het water met de genade samen. Daarom: doop = vehiculum gratiae. Bij de priesterwijding is dat net zo: de priester is na de wijding een ander dan daarvoor! Het sacrament werkt ex opere operato. Zo wordt het sacrament overschat. Anabaptisten en Socinianen onderschatten het.

 

Adde verbum elemento et vide sacramentum.

Het Woord wordt in het sacrament herhaald en beklemtoond. Daarom spreekt de N.G.B. ook van pignus - pignora - pand(en). Deze term komt ook voor in de Roomse terminologie: depositum fidei. ‘Bewaar het pand u toebetrouwd’. Paulus 1 Tim. 6:20.

Daaronder wordt verstaan datgene, wat bij de Paus is gedeponeerd door de Apostelen als pand voor de hele Kerk. Bij de Gereformeerden is het pignus aan heel de kerk toebetrouwd.

Daarom werken de sacramenten ook geen geloof ex opere operato, maar ze praesupponunt, vorderen geloof bij volwassen (dus niet: onderstellen geloof). Of de volwassene daaraan beantwoordt, weet men niet.

Water, brood en wijn doen het niet, maar het gebruik (H.C.). De kerk administreert de doop, maar het gebruik ervan vindt pas later plaats door de gedoopte. Zo ook bij het H.A.

De usus sacramenti is dus wel wat anders dan de administratio sacramenti. Dit moet men wel scherp onderscheiden. De usus is nodig om het geloof te versterken! Een klein kind gebruikt het sacrament niet! Heel de kwestie - Cand. H.J.S. zit vast op het misverstaan van dit woord usus. Bij het kind neemt het geboren-worden-in-de-kerk de plaats invan een persoonlijke geloofsbelijdenis.

 

De intentio van de Dienaar. Bij de Roomsen hangt de efficacia van het sacrament af van de intentie van de minister. Als die ontbreekt, geen waar sacrament. Frappant is dat de Synodocraten precies het tegenovergestelde beweren: als de intentie van de dopeling ontbreekt, geen waar sacrament, geen volle doop. Maar de doop hangt niet af van de waardigheid van de dienaar. De doop is een zichtbare preek: als de doop moet worden overgedaan bij overkomst naar een Gereformeerde Kerk van buiten af, dan zou men ook alle preken moeten overdoen. Alles overdoen of niets. Maar de persoon doet het niet, noch bij het Woord, noch bij het Sacrament.

 

Numerus Sacramentorum.

 

Genoeg aan twee Sacramenten:

Doop - besnijdenis.

H.A. - Pascha.

Dat de eersten congruent zijn, blijkt wel uit het feit, dat beide aan kinderen werden toebediend.

Verschil: O.T. jongens, N.T. beide.

Oorzaak, dat in O.T. Staat en Kerk samenvielen.

[pagina 17]
[p. 17]

H.a. - Pascha. Het laatste bloedig, het tweede onbloedig.

Pascha: maaltijd, waarbij de communie sterk naar voren trad, gastheergasten. Zie ‘Christus in Zijn lijden’.

 

Roomsen: 5 andere:

1eVormsel
2eBiecht.
3eHuwelijk
4ePriesterwijding
5eLaatste Oliesel

Rome noemt doop: doopsel.

 

In onze kringen merkt men op: dat zijn geen sacramenten op verscheidene gronden. Bijv. wat het huwelijk aangaat. Dat was er al in het Paradijs, dus geen instelling, die opkomt uit het genadeverbond, uit de genade van Christus.

Vormsel:

praeparatio ad sacr. is nog geen sacramentum zelf.

Biecht:

le. ontbreekt er het sacramentele karakter aan.

‘poenitet me’

‘absolvo te’

Bij ons hetzelfde in de preek, Avondmaalsformulier en Catechismus enz.

Niet een teken en een figuur, Reuze verschil tussen berouw en afbeelding van berouw. De één deed een figuur van paenitentie, de ander de poenitentie zelf.

Roomsen zeggen: ex opera operato.

Met ‘absolvo te’ gebeurt er dus wat. De genade komt mee. Jac. 5: belijdt elkander Uw misdaden.

Verlies van de biecht? Ja inderdaad, persoonlijk gesprek ontbreekt. Overigens biechtstoel helemaal niet gefundeerd in deze tekst.

‘elkander’ ≠ leken aan hiërarchisch kerkbestuur.

Laatste Oliesel:

Jac.: Als iemand ziek is dan ouderling roepen, bidden en zo de ziel behouden. Stervensgenade. Ouderling wel weer wat anders dan de Roomse clerus.

Wat is het hier bedoelde ‘zalven’?

Wat bedoelde men hier met het zalven in het Oosten? De exegese van deze tekst biedt geen steun voor dit sacrament. Dit leeft nog voort in onze eigen kerken. Laatste woorden: dominee erbij. (Zo ook: gedachten over de zelfmoord) Sacrament is niet vehiculum gratiae, bij de Roomsen wel: vandaar al deze sacramenten.

Priesterwijding.

is bij Rome nodig ‘per consequentie’. Dit is een consequentie van de hiërarchische gedachte. Een priester moet wat hebben boven het volk.

Huwelijk:

gegrond op de Vulgata. Eph. 5 deze verborgenheid is groot, dit ziende op Christus en de gemeente.

Verborgenheid = mustèrion.

Rome: zie je wel, daar staat 't, dus sacrament. Bovendien, zoals boven al is gezegd, is het huwelijk gegrond in het Paradijs. Hier in feite kwestie van het infra- en supralapsarisme. Supralapsarisme: Schepp. is middel om te komen tot een doel. Infralapsarisme: Schepp. meer dan een(doel) middel, ook doel in zichzelf. Zo ook inzake het huwelijk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken