Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Diktaat ethiek van Jan. '34 - Juni '37 (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Diktaat ethiek van Jan. '34 - Juni '37
Afbeelding van Diktaat ethiek van Jan. '34 - Juni '37Toon afbeelding van titelpagina van Diktaat ethiek van Jan. '34 - Juni '37

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.57 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Diktaat ethiek van Jan. '34 - Juni '37

(1946)–K. Schilder–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

‘Dass Gebot und die ordungen’

Emil Brunner heeft in zijn ‘Gebot und Ordnungen’ de ethiek opnieuw gezet voor het prebleem van de verhouding tussen ongeschreven woord Gods en geschreven ordinantie. In enkele korte opmerkingen trachten wij het Ger. denken t.o. het zijne te plaatsen.’

Brunner zegt: ‘Das Wort Gottes, sofern es unsren Willen angeht, ist das Gebot Gottes’. Dit Gebod is niet voor ieder waarneembaar. Daarin is het ook onderscheiden van ‘das Gesetz’: ‘Das Gesetz, die Gesetze der Bibel und des “Gewissens” kann Jeder vernehemen; das Gebot aber nur der, zu dem Gott selbst sein Wort spricht, im Glauben’. Het woord Gods, waardoor Hij zijn Gebot doet vernemen door het geloof verstaan, a-historisch: im Glauben nimmt uns Gott fur seien Willen in Anspruch’. Een ander geloof dan datgene waardoor wij door God in Anspruch genomen worden, is er niet. Brunner verwijst haar Rom. 1:5, waar hij de hupakoe pisteoos, vertaalt door: ‘Gehorsam des Glaubens’ Het eigenlijke, alles in zich besluitende. Gebot is dan ook, dat we moeten gelooven, Daarom is tussen Gebot und Gesetz scherp onderscheiden, want dat Gesetz ist als Inhalt losgelost von der Genade Gottes’. Het Gebot is alleen te verstaan als een toespraak de Anrede van den genadig schenkende God, die mij zo in beslag neemt, dat ik Hem toebehoor. Men kan dat Gesetz naar zijn inhoud van tevoren wel weten, niet alzoo echter het Gebot. Dit moet ons telkens weer gezegd worden door het spreken van den Geest.

Geloof en gehoorzaamheid, genadewoord en gebodtijn zè onafscheidelijk aan elkaar verbonden, dat men het ene slechts door het andere verstaan kan. Het onderscheid is hierin te zoeken, dat de genadebe lofte en het geloof betrekking hebben op mijn zijn, zoals Alt zonder enig toedoen mijnerzijds bepaald is, terwijl dan voorts gebod en gehoorzaamheid betrekking hebben.op hetzelfde zijn, maar dan zo, als het niet zonder mijn toedoen, doch door mijn wilsbeschikkingen heen worden moet. Also: mein sein, wie es sich auf Grand des von Gott Gegebenes in Tun auslegen soil’, Het geloof heeft te maken met hetgeen reeds geworden is, of in. de toekomst als geworden voorgesteld wordt fut. cx.); maar de gehoorzaamheid heeft te doen met het nog niet gewordene. Omdat nu Gebot und Gesetze te onderscheiden zijn, is de gehoorzaamheid des geloofs iets anders dan die van de wet. In het voorbijgaan zij opgemerkt, dat Brunner hier,geen onderzoek instelt over de vraag of de gen. pisteoos uit Rom, l wel analoog is met de get. die hij gebruikt in zijn spreken over Gehorsam des Gesetzes. De geboden, zo vervolgt hij, zijn wat anders, dan ‘das Gebot’ al hebben ze dan ook grote beteknnis voor hot ‘horen’ (in het geloof n.1.) van ‘das Gebot’. ‘Die Gebote sins zunachst fur uns Gesetz, und werden zum Gebot, erst durch den Glauben, durch das Vernehmen des uns hier und jetzt zu sich rufenden Gottes’.
Eerst op deze voorwaarde ontdekken wij de zin van de geboden; want al kan das Gesetz ons een voorbereidende dienst bewijzen, voor het verstaan en het, vernemen van de zin van de Gebote, toch vinden we die zin zelf pas door het geloof. Eerst als ik de akte van het gelovig komen tot God voltrokken heb, of voltrek, ken ik zien welke volgende stap ik moet doen. We kunnen niets van tevoren weten van de eigenlijke bedoeling der wet. Elke afgeronde of ook niet-afgeronde objektieve wetenschap of objektief vaste kennis omtrent de zin en de bedoeling van de wet is afgesneden.

[pagina 46]
[p. 46]

Dit laatste wordt zelfs vastgahouden t.a.v. het Gebot: hebt God lief on uw naaste, want al wijzon alle Gebote naar dit ene Gebot heen, het is toch zelf ook week Gesetz, das Gesetz allor Gesetze, und was er moint, das kann ich nur je i Augenblich gottlichen Anrufens orfaren, nicht auf Vorrat wissosn’.
Niet alleen van de kennis van dat wat God voor ons wl, doch ook voor de kennis , van dat wat God van ons wil geldt volgens hem, dat wij het Woord Gods dat gosphied is slechhts door Zijn nu gesschiedend Woord kunnen verstaan als zijn Woord, en' dat Jezus sleets door de H, Geest als Christus en als mijn Heer kan worden erkend en gekend. De ethick kan dus wel vorletztlich over spreken, wat er feitelijk geschiedt, daar waar de zin van de Gesetze verstaan wordt in de geloofs akte, doch ze kan het laatste nooit zeggen. Conclusie is dan ook, dat men de adiaphora over heel de linie kan ontkennen, omdat ‘das Gebot’ alle's raakt en noolt vaccantie heeft, en dat men evenzeer over heel d linie ailes een adiaphoron kan noemen, behalve dan de liefde; Alles ist neutrale Technik, ausgenommen die Ordnung dieses Technischen durc die Liebe’. Derhalve i het Gebot primair een Gabe on als zodanig een Fordeerung.
Om nu voorts te weten en te verstaan, wat Brunner bedoelt mot zijn leer van de Ordunugen, dient men te letten op de manier ?aarop hij het onderscheid, wil zien tussen God als Schepper en God als Verlosser want eerdt op dit punt krijgt Brunner gelegenheid om duidelijk te maken, hoo ook voor hom het aan Elf. 5:1 ontleende begrip van mimaetai theou in de ethiek cen plaats kan hobben. Uit de tot nu toe besproken gedachten van Brunner is hot begrip mimetes theou toe kwalijk te vindicere Maar hij tracht do. ‘Nachahmung Gottes’ een plaats in de ethiek te geven met behulp van het onderscheid tussen God als Schepper on God als Verlosser. De Nachahmung Gottes is de Nachahmung seines Tuns als Schopfer und Erlose. Ged als Gchepper n.l. wil wel deze wereld, zijn creatuur. Hij heeft deze geschapen en wil ze ook behedden en wil ze ook behouden en uit dien hoofde vraagt Hij van ons redpect voor alles wat er is jaeen zeker conservatisme. Gods wil noemt Brunner dan ‘grunkonservativ’, want hij is schepper. Evenwel, de Schepper is ook Verlooser, en als zodanig wil Hij een zeker doel met de wereld bereiken. Zo komt Hij in Christus tot de wereld, en in het licht van Christus wordtnu de werel gekend--als zondig en gebrokhn. Daarom is het consoryal.'van hem die God in kennen, gans anders dab dat van de ethiek, zo meent Brunner. Beidens conservatisme ideritificeert het gegevene met het van God gewilde. Christelijkconservatisme ziet in, dat de gegeven wireld zondig is, en houdt dus zijn oor ,geopend voor het soherpe neen, dat God als Verlosser tot deze wereld spreekt. God heef dat wat Hij geschapen heeft, aangelegd op iets anders dat nog niet is, en wil nu dat het dit andere zal worden. Geeh enkele gegetven ding is daarom als zodanig, d.w.z. in seipen sosein, Gottes Ordnung und Gebot. In tegendeel, in hetgeen gegeven is moeten wij Gods Gebot und Ordnungen eerst nog zoeken anders vervalt men weer in het holdiens donservatisme. Daarom leidt de aldus uitgewerkte onderscheiding van God als Schepper en als Verlosser tot de these, dat het handelen in respect voor God tegelijkertijd zowel conservatief als revolutinair is. Wij mogen en moeten de aarde trouw blijven (God als Schepper), doch als dezulken die door het geloof de aioon melloon toebehoren (God als Verlosser); en nu is de liefde de enige mogelijke {problemverbinding} tussen het conservatisme en het revolutionaire. De liefde leert het offer.

Deze gedachte van het offer brengt nu weer het overgaan tot een ander begrip, n.t. dat van navolging Gods, en deze dan niet als de imitatio in de ziel van a Kempis; nog in de zin vam het akolouthein van Joh.8:12, doch in de zin van mimeisthaia. De vraag komt

[pagina 47]
[p. 47]

hier op hoe juist Brunner met zijn bekende leer over het ogenblik, ook in ethische zin, spreken ken van een mimeisthai, waardoor de mens mimèthès theou wordt, ja, hoe ooit de mimèsis als ogenbliks handeling denkbaar is. Hiermee raken we de kwestie van de z.g.n. Interimsethi Zoals men begrijpt laat Brunner's algemene theorieen over Gods woord, de openbaring, das Gebot geen ruimte over voor een mimèsis theou, die oontinu zou zijn. Voor zover Brunner nog steeds het oneindige kwaliteitjverschil tussen God en mens voorop stelt vloeit daaruit voort, dat het mimeisthai in elk geval iets geheel anders moet zijn, als men God zelf, of wanneer men de mens wil navolgen. Paulus zegt de ene keer: ginesthe oun mimètai tou theou (Ef. 5:1), en de andere keer: mimètai de mou ginesthe (1 Cor. 4: 16, cf. v.s 11:1, en hij constateert dat de Thessalonicensen mimètai van de andere gemeenten zijn geworden (1 Thess. 2:14; cf. Hebr. 6:12). Inderdaad legt het bijbelse begrip van mimèsthai heel wat moeilijkheden op de weg van Brunner. Niet alleen doordat niet alleen God doch ook mensen objekt van dat mimeisthai heten, doch ook omdat de H.S. rechtstreeks aan elkaar verbindt, ja soms in èèn adem noemt het navolgen van God of Christus en het navolgen van mensen. (1 Cor. 11:1, 1 Thess. 1:16). Deze moeilijkheden tracht Brunner met èèn slag terzijde te stellen, door de invoering van het begrip van de interimsethiek. Indien God als Schepper de wereld met zijn lankmoedig ‘ja’ behoudt, doch als Verlosser ze ombrengt en vernieuwt, dan doet Hij dat in Christus, in dat gericht, dat gelijk vergeving is. n.1. in het kruisoffer.
Offeren is dus ook bij ons een algeheel zich verliezen aan de wereld Gods als Schepning, en aan God en tegelijk ook vrij-zijn van de. band van de Weltsucht. ‘Diese Offer ist das rechte Sich-einfügen and das rechte Protestieren’. De verbinding van die twee is slechts mogelijk daar waar de grens ligt tussen het woher van de wereld (God als Schepper aanvang en grond der wereld) en het wohin van de wereld.(God als Verlosser: eind en doel); en deze grens is nu ‘der Augenblick, der Moment der Entscheidung’, De Schepper heeft een ander werk dan de Verlosser. Wij moeten dit zijn werk in de tweeheid die toch weer een eenheid is, aanvaarden, doch kunnen het slechts in een punt, dat ‘nunc’ is, dat bekende ogenblik, Dit ogenblik is het ethische moment. Het is het interim, de Versohnungszeit, de Zwischenzeit, die alle evangelische ethiek tot interimsethiek maakt.
Brunner ontleent dit begrip van interimsethiek aan wat hij noemt de school van de eschatologen van vroeger. Zij wilden door deze term laten uitkomen dat de N.T. ethiek ‘zeitgeschichtlich bedingt en onvolkomen wast. Hij legt er evenwel een andere betekenis in, hetgeen weer samenhangt met zijn ogenbliksopvatting. Het ethische is naar zijn wezen een interim, een provisorium tussen zondeval en opstanding. Het is een existentiewijze van de homo viator die nog niet in de patria is. Hij moet sich entscheiden weil noch nicht entsehieden ist. Dit is dan ook het juiste moment, dat Brunner erkent in de ethiek van de eschatologische school van vroeger. De christelijke ethiek moet, wijl nog niets entscheidep is, weer met dit interim als entscheidungszeit ernst gaan maken.

Nu is dudelijk, dat in deze interimsethiek liefde nooit wettisch worden kan. Zij predikt: ‘Nichtgesetzlichkeit der Liebe’ en in zekere zin mag se dan ook wel heten Occasionalisme. Toch moet deze nichtgesetzlienkeit nooit op een lijn komen te staan met de theorieën van spiritualisten, enthousiasten en soortgelijke antinomianen. Immers, de christelijhe ethiek heebt blijvend met de Gooste te doen, b.v. de Decaloog, de Bergrede, en deze Goboite zijn Zeugnisse der Offenbarung. Ten minste ze zijn dat als de Geest de letter levend maakt, zo voegt Brunner er aan toe, de Gebote zijn dan als openbaringsgetuigenissen authentieke uitleggingen van das Gebot. Men moet dit woord ‘Auslegun-

[pagina 48]
[p. 48]

gen’ vooral niet beroven van de aanhalingstekens, die het bij hem heeft: want het is in hetzelfde verband, dat het woord ook feitelijk wordt prijsgegeven. Dit geschiedt. als Brunner de Gebote ‘Beispiele’ noemt. Zo zijn voorbeelden van wat God, wil voorbeelden. van wat de liefde betekent in het concrete leven. Het zijn ‘Paradigmata des liebens,

Men ziet dat met het woord ‘Auslegungen’ toch feiteljik niets ter genomen wordt van Brunners Augenblickstheorie. Hij houdt toch vol dat men nooit auf Vorrat wissen kan, wat God wil met zijm Gebot. Daarom zegt hij dat elk van de in de Decaloog gegeven Gebote niet alleen concretiseert (n.1. het ene Gebod), doch ook abstraheert (n.1. van de concrete werkelijkeheid), Boven het Karakter van Beispiele komen de geboden niet uit. Ze liggen onsystematisch over heel het N.T. versspre Ze doen slechts een greep hier en daar, om te verduidelijken, wat de zin van de liefde is. Geen enkel gebod van de bergrede wil als Geset worden opgevat, want zulk een opvatting zou het radikalisme van het Gebot (sing!) slechts verzwakken.Het zou de spanningsvolle geladenheid van het ethische ogenblik van de Entscheiding slechts ontspanner het zou de Entscheidung debatureren of liever caricaturiseren in een Vorentscheudung.

Het ‘Ich-Du-Verhältnis’ zou er feitelijk weer door gebroken zijn, want omdat das Gesets in het algemeen blijft hangen, zouden zowel Ich als Du in de wet slechts in algemene zin gepresenteerd zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken