Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Kerk (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Kerk
Afbeelding van De KerkToon afbeelding van titelpagina van De Kerk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Kerk

(1962)–K. Schilder–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Beantwoording van de ‘Heraut’-artikelen.

We beginnen met de reeds eerder gestelde vraag, of het goed is elkander te binden aan buitenlandse belijdenisschriften. De ‘Heraut’ klaagt hierover, dat zoveel onderscheidingen van vroeger worden prijsgegeven.

Dat is echter wat anders dan die onderscheidingen anders interpretèren dan vroeger. Maar daarover later.

De ‘Heraut’ wil de buitenlandse confessies bezien en bindend verklaren om eigen onderscheidingen aannemelijk te maken. Zelf heeft ze ook een massa onderscheidingen van vroeger niet meer aanvaard, b.v. die van ecclesia docens en ecclesia audiens.

Natuurlijk zijn de buitenlandse confessies evenals de buitenlandse liederen en formulieren van betekenis als kenbron van het Gereformeerde denken. Maar zal een bepaald formulier een formulier van enigheid zijn, dan moet men precies zeggen, welk formulier dat is.

Niet aannemen van bepaalde formulieren betekent dus zich niet binden.

We zijn dus niet gebonden aan die formulieren, die we niet aangenomen hebben als formulieren van enigheid. 't Is trouwens merkwaardig, dat, terwijl KUYPER SR. royaal zei: wat ik beweer is niet uit de oude confessies gehaald, en dit royaal geaccepteerd werd, men nu elkander achterna zit met de letter van de buitenlandse confessies. Het is natuurlijk onmogelijk, dat de gelovigen in Nederland gebonden zijn aan de buitenlandse confessies. Trouwens de ‘Heraut’ zelf aanvaardt veel dingen er niet van, afgezien nog van de vraag, waaraan we verder geen studie gewijd hebben, of de ‘Heraut’ vroeger wel eens beweerd heeft, dat de buitenlandse confessies de gelovigen in Nederland niet binden. De buitenlandse confessies van Gereformeerd origine bevatten op bepaalde punten onderling tegenstrijdigheden. Men kan ook teveel in een confessie gaan vastleggen!

Neem b.v. het ontstaan van de erfzonde. De grote West-Minsterse catechismus antwoordt op de vraag of het hele menselijke geslacht in Adams overtreding gevallen was: ‘quandoquidem foedus cum Adamo tamquam persona publica tum suo tum posteriorum suorum nomine ictum erat exinde factum est ut humanum genus universum ab illo generatione ordinaria procreatum in ipso peccarit et una cum ipso ceciderit in prima illa transgressione.’

De overtreding van ons in Adam is dus een verbondskwestie. Lees wat hierover geschreven is in ‘De toerekeningsgrond van het Peccatum originans’ van PROF. S. GREIJDANUS.

[pagina 12]
[p. 12]

Zegt men zoals vaak gebeurt, dat we zondigden ‘in lumbis Adami’, dan wordt hij niet gezien als verbondshoofd. Nu staat er hier wel ‘in ipso’, maar dat wordt bedoeld als: in verband met hem.

Hier wordt over een dogmatische kwestie beslist op een andere wijze dan in andere confessies gebeurt.

Inzake het verbond der genade, zeggen sommigen, dat het met de gelovigen is opgericht. De West-Minster catechismus zegt: met Christus èn met de uitverkorenen. Ten onzent bewees de polemiek, dat beide meningen bij ons heersen. Bij binding dus zou uit al deze meningen één bepaalde keuze gedaan moeten worden.

Inzake de nederdaling ter helle vinden we in Gereformeerde confessies de opvatting van de Catechismus: helse angst lijden; ook wel eens: lichamelijk doodzijn; of ook: prediking in de onderwereld, want de Anglikaanse artikelen zeggen hierover, dat Christus' spiritus met andere spiritus in de gevangenis (= in inferno) is samen geweest en hun gepredikt heeft.

Dit verwerpen we allen. Maar het staat dan toch maar in die confessie. Inzake de erfzonde zegt ZWINGLI, dat het niet zonder meer een verdoemelijke schuld is. Anderen zeggen van wel.

Sommige Franse confessies schrijven: we belijden, dat allen, die zich met Rome inlaten, zich separeren van het lichaam van Christus.

Tevens wordt er gesproken over de kwestie van superintendenten als deel van de belijdenis. De ‘Heraut’ zal hiertegen zijn en wij ook.

De West-Minster confessie kent de magistraten het recht toe om Synodes samen te roepen.

Tegenwoordig wordt veel kabaal gemaakt over de vraag, of men zeggen mag, dat allen in het verbond kinderen Gods zijn. ZWINGLI spreekt in zijn ‘Fidei oratio’ over de gelijkenis van de tien maagden: De kerk (10 maagden) wordt wel genoemd: electa, uitverkoren; maar men kan ook electi noemen, die als gelovigen te boek staan. Toen zat men dus reeds met deze vragen.

Men kan verkiezing opvatten als verkiezing tot eeuwige zaligheid, maar ook, in verband met een tijdelijke plaats in de wereld, verkiezing tot een ambt of beroep. Ten aanzien van de regel ‘extra ecclesiam nulla salus’ zegt de Confessio Helvetica Posterior: ‘Communionem vero cum ecclesia Christi vera tanti facimus ut negemus eos coram Deo vivere posse qui cum vera Dei ecclesia non communicant, sed ab eo se separant. Nam ut extra arcam Noae non erat ulla salus pereunti mundo in diluvio ita credimus etc. etc.’.

Deze uitspraak slaat dus op de zichtbare kerk en wordt dus onmiddellijk in deze tekst niet aanvaard door hen, die ‘extra ecclesiam etc.’ nemen in verband met de onzichtbare kerk.

Het is niet rechtvaardig, dat men in sommige opzichten wel strijdt tegen de buitenlandse confessies en toch ook anderen weer eraan wil binden.

Ten aanzien van de triumferende en strijdende kerk zeggen wij, dat dit niet twee kerken zijn, die los van elkander staan, omdat de triumferende kerk nog niet kan uitblazen van haar strijd en omdat de strijdende kerk reeds triumfeert, voorzover ze de zonden overwint.

De Conf. Helv. Post. zegt t.a.v. de partes vel species ecclesiae, dat de kerk beneden strijdt en boven triumfeert, maar dat die twee toch gemeenschap en conjunctie met elkander hebben. Het woord ‘partes’ meent men dus niet serieus.

Beiden, de kerk beneden en boven, strekken zich uit naar de jongste dag. We hebben er geen bezwaar tegen, dat ‘partes’ door ‘species’ vervangen is want ‘species’ wijst hier op de gedaante der kerk. Men kan haar bezien onder tweeërlei gezichtspunt.

Na al deze voorbeelden is het wel duidelijk, dat men nooit klaar komt met te zeggen, dat binding aan buitenlandse confessies nodig is.

We hebben geen bezwaar tegen een formule, die niet door de buitenlandse Confessies gedeeld wordt; wel bezwaar, wanneer een formule antithetisch zou komen te staan tegenover onze eigen confessie; dan is samenspreking nodig. Dan

[pagina 13]
[p. 13]

is de vraag gewettigd of de confessie nog formulier van enigheid is.

 

We komen nu tot de kwestie van:


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken