Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Samenspreking, ja of neen? (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Samenspreking, ja of neen?
Afbeelding van Samenspreking, ja of neen?Toon afbeelding van titelpagina van Samenspreking, ja of neen?

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.29 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Samenspreking, ja of neen?

(1946)–K. Schilder–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Rappport inzake voorgeslagen samenspreking met Deputaten der Synode-Duursema


Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

[Inleiding]

Den Lezer Heil!

 

Naar aanleiding van onderscheidene stukken, die zoowel uit den boezem harer eigen kerken als van de zijde van de nog synodocratisch gebonden kerken bij haar waren binnengekomen, heeft de Generale Synode van ‘De Geref. Kerken in Nederland’ (onderhoudende Art. 31 K.O.) zich bezonnen over den voorslag tot samenspreking tusschen deputaten van weerszijden, welke voorslag door de Utrechtsche Synode op haar tafel was gelegd.

De commissie, in wier handen de Synode de betreffende stukken had gelegd, heeft, na langdurigen, ingespannen arbeid, een rapport met conclusies over deze zaak aan de synode aangeboden.

Deze conclusies zijn na ernstige bespreking door de synode tenslotte met algeheele eenstemmigheid aanvaard.

Om het belang der zaak, waarover het hier gaat, en opdat de kerken bij alles wat er nu verder gebeuren gaat, zouden kunnen meeleven en meebidden, heeft de synode het wenschelijk geoordeeld, dat het rapport met de conclusies in druk zouden verschijnen om in de kerken, zoowel de ‘vrijgemaakte’, als de nog synodocratisch gebondene, te worden verspreid.

Het besluit, om dit te doen geschieden, werd genomen en met haast uitgevoerd.

Zoo komt het, dat gij nu reeds in het boekje, dat u hierbij wordt aangeboden, kennis kunt nemen, van het standpunt, dat de Generale Synode van ‘De Gereformeerde Kerken’ (onderhoudende Art. 31 K.O.) met betrekking tot zulk een samenspreking inneemt en van wat zij, inzake het daartoe bij haar ingekomen verzoek, meent te moeten doen.

Twee dingen zijn het, die u, bij aandachtige lezing zullen treffen. In de eerste plaats de diepe overtuiging, dat wij zulk een samenspreking moeten mogelijk maken om 's Heeren wil en niet de verantwoording voor een weigering mogen op ons nemen, zelfs niet na wat men ons aangedaan heeft. Daar is wel eens geïnsinueerd, dat wij ‘vrijgemaakten’ geen smart zouden gevoelen over de scheuring, ja, dat wij welbewust op de scheuring zouden hebben aangestuurd en er een heimelijke vreugde in zouden hebben, dat wij nu in een eigen kerkje saâm kunnen leven.

Niets is minder waar dan dat.

Zeker, daar is in onze harten dankbare blijdschap, die vrucht is van de wetenschap, dat wij de genade hebben ontvangen om getrouw te zijn en gehoorzaam te gaan in den weg, dien wij ons door het Woord des Heeren gewezen zagen, wat offers het ons ook kostte, wat moeite het ook over ons bracht.

Maar die vreugde is met smart gemengd.

Pijn doet ons het onrecht, dat wij telkens te dragen krijgen en de moeite die daarvan voor ons kerkelijk leven het gevolg is; pijn doet ons de nood, die de vrijmaking brengt in familie- en gezinsleven, pijn doet het ons te zien, dat zij, die bijeen behooren, uit elkander zijn geslagen terwijl toch Christus wil, dat wij één zullen zijn; pijn doet het ons, dat de wereld om deze dingen lacht en de Naam des Heeren er door gesmaad, de Zaak des Heeren er door geschaad wordt.

Zouden wij dan niet om 's Heeren wil en om onszelfs wil verlangen naar een gelegenheid om voor aller oog uiteen te zetten wat oorzaak van de scheuring is geweest en te laten zien den nood, die daardoor over ons is gekomen?

De wijze, waarop wij van synodocratische zijde tot een samenspreking werden uitgenoodigd, was van dien aard, dat daarin voor ons aanleiding te over was om te zeggen: ‘wij gaan daarop niet in.’

[pagina 2]
[p. 2]

Dat wij dit nochtans niet hebben gezegd, waarin kan dat anders zijn oorzaak hebben, dan in de begeerte om, ook in dezen, alle eigenwilligheid te vermijden en in de wetenschap, dat de Heere van ons vraagt te doen wat in ons vermogen is, om tot herstel der eenheid te komen?

In de tweede plaats laat dit rapport met zijn conclusies duidelijk zien, dat wij geen andere ontmoeting wenschen, ook geen andere ontmoeting geoorloofd achten, dan die, welke ruimte maakt daarvoor, dat weggedaan wordt alles, wat ons gedwongen heeft ons vrij te maken, alles, wat de scheuring noodzakelijk maakte.

Wij weten zeer wel, dat wij gevaar loopen, dat menigeen, lezende hoe wij op het verzoek tot samenspreking reageeren, zeggen zal ‘wat een stijfheid en stugheid, welk een eigengerechtigheid en noodeloos zich blijven vasthouden aan eigen inzicht, wat een onwil’.

Het was voor ons veel gemakkelijker geweest te zeggen: ‘laten wij maar eens, zonder meer, gaan praten’, dan den weg te kiezen, dien wij blijkens dit rapport zijn ingeslagen.

En dat wij desondanks dezen weg gekozen hebben, het zegt duidelijk dat wij er diep van doordrongen zijn, dat er alléén van hereeniging sprake kan zijn, wanneer zij, die de uitnoodiging tot samenspreking tot ons uit lieten gaan, zich alsnog vrijmaken van al die zondige besluiten en handelingen, waarvan wij ons vrijgemaakt hebben.

Dit hebben wij gezien, en daarvan getuigt dit rapport, dat wij niet alleen zouden verloochenen de gebeden, waarin wij eertijds God voor onze vrijmaking hebben gedankt, maar dat wij ook groote schade zouden doen aan 's Heeren Kerk en Zaak, wanneer wij zouden toestemmen in een samenspreking, die zou kunnen leiden tot een hereeniging, waarbij wij, al was het ook maar voor een klein deel, weer op ons namen het juk, dat wij eerst hadden afgeworpen.

Dit boekje moge door u ernstig, biddend gelezen worden.

Alle valsche roep om éénheid, waarbij de éénheid gesteld wordt boven de waarheid en de gerechtigheid, moge daardoor verstommen.

Indien gij reeds vrijgemaakt zijt, moge de lezing van dit rapport uw voeten vaster zetten op den weg, dien gij door Gods genade hebt mogen inslaan; indien gij nog niet vrijgemaakt zijt, geve God, dat gij in dit strakke, geladen betoog, moogt beluisteren een hartstochtelijke roep tot bekeering, die u niet verbittere, maar u doe inkeeren tot uzelf en doe weerkeeren tot den Heere.

Zoo slechts zullen wij elkander vinden. Dat geve God.

 

Namens de Generale Synode van ‘De Geref. Kerken in Nederland’ (onderhoudende Art. 31 K.O.), vergaderd te Groningen Mei 1946,

haar Moderamen:

Ds. H. KNOOP.

Ds. D. VAN DIJK.

Ds. B.A. BOS.

Ds. C.H. LINDEBOOM.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken