Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De kikker die zichzelf opblies en andere Middeleeuwse fabels (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van De kikker die zichzelf opblies en andere Middeleeuwse fabels
Afbeelding van De kikker die zichzelf opblies en andere Middeleeuwse fabelsToon afbeelding van titelpagina van De kikker die zichzelf opblies en andere Middeleeuwse fabels

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.52 MB)

Scans (4.81 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bloemlezing
fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De kikker die zichzelf opblies en andere Middeleeuwse fabels

(1999)–Anda Schippers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 60]
[p. 60]

De maag en de ledematen

De zestiende fabel gaat over de handen, de voeten en de maag, en demonstreert dit: hoe zou iemand iets goeds of gunstigs voor een ander kunnen doen, als hij voor zichzelf niets goeds of gunstigs kan doen? Waarover Aesopus als volgt een fabel vertelt.

 

In vroeger tijden hadden de handen en voeten ruzie met de maag, die ze aldus toespraken: ‘Alles wat wij door ons werk verkrijgen, dat eet en verteert u. En zelf doet u niets. Om die reden willen wij u niet meer te eten geven, maar zullen wij u van honger laten sterven.’

Zodra de maag honger kreeg, begon hij te schreeuwen: ‘Helaas! Ik sterf van de honger, geef me te eten!’ Maar de handen en voeten zeiden: ‘We doen het niet.’ En omdat de maag geen voedsel kreeg, raakten de wegen waar het eten doorheen wordt geleid afgesloten. Korte tijd later wilden de handen en de voeten de maag te eten geven, omdat ze zich zwak en ziek voelden. Maar het was veel te laat, want de darmen waren afgesloten. Daardoor konden de ledematen de ander, de maag, geen gunst meer bewijzen of te hulp komen.

Daarom is het zo dat wie de maag niet goed bestuurt, ook de andere ledematen slechts ternauwernood en alleen met zeer veel moeite kan verzorgen. Deze fabel leert ons dat een dienaar zijn meester trouw moet dienen, zodat die hem - als hij de trouwe dienst ziet en opmerkt - op zijn beurt goed behandelt en in zijn onderhoud voorziet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Esopet (2 delen)

  • De parabelen van Cyrillus

  • Twispraec der creaturen

  • Dye hystorien ende fabulen van Esopus