Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spin Sebastiaan (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spin Sebastiaan
Afbeelding van De spin SebastiaanToon afbeelding van titelpagina van De spin Sebastiaan

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.00 MB)

Scans (9.76 MB)

ebook (7.98 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Illustrator

Wim Bijmoer



Genre

proza
poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spin Sebastiaan

(1966)–Annie M.G. Schmidt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 43]
[p. 43]

Slim snijdertje fopte dertig zeerovers

Een kleermaker zat boven op zijn tafel te werken. Hij maakte broeken en jassen en zo nu en dan kwam er een klant binnen in het keldertje, waar hij woonde; dan vroeg hij: Twee rijen knopen, meneer, en wilt u de jas wijd hebben, of liever aangesloten?

En zo gingen de dagen voorbij en er gebeurde nooit iets bijzonders, totdat er op zekere dag een heel wonderlijke klant het keldertje binnenstapte.

Hij had een woeste baard, hij droeg een grote oliejas en hij zag er wild en gevaarlijk uit. Met een grove bromstem baste hij:

Ik wil een jas bestellen. Hij moet woensdagavond klaar zijn. Kan dat? Welzeker meneer, vol koperen knopen en met zilverborduursel. En ik wil aan iedere kant een zilveren doodshoofd geborduurd hebben. Kan dat?

Zeker, meneer, zei de kleermaker, die graag iets wou verdienen.

Je krijgt er honderd dukaten voor, zei de vreemdeling. En woensdagavond moet je hem bezorgen. Kom dan om negen uur met de jas naar de Holle Weg. Bij de buiging van die weg staat een wilgeboom. Daar zal ik staan wachten om de jas in ontvangst te nemen. Afgesproken? De kleermaker knikte bedremmeld, en de vreemdeling draaide zich om en verdween.

Wat zou dat voor een rare snuiter wezen, dacht de kleermaker. Een jas met koperen knopen en zilveren doodshoofden! Enfin, ik zal mijn best doen. En hij ging aan het werk en maakte een prachtige zwarte jas met

[pagina 44]
[p. 44]

zoveel koperen knopen en zilverborduursel en doodshoofden, dat het blonk en glinsterde.

En op woensdagavond was de jas klaar en de kleermaker ging met het pak onder zijn arm door de duisternis naar de Holle Weg. Het was donker, maar de maan scheen telkens even tussen de wolken door. Bij de buiging van de weg, naast de wilgeboom, stond een donkere gedaante. Toen de kleermaker daar aankwam, griste de gedaante het pak uit zijn armen en verdween.

Wel verdraaid, zei de kleermaker boos. Daar gaat hij met mijn mooie jas. En de honderd dukaten vergeet hij me te geven. Wacht maar, ik zal je krijgen, mannetje.

En hij glipte tussen het struikgewas de man achterna. Het ging door een wirwar van kronkelpaadjes; ze kwamen in de duinen terecht en de kleermaker volgde de vreemdeling, totdat hij een lichtje zag schijnen aan de voet van een duin. Daar stond tussen doornstruiken en brem een houten huisje. De kleermaker glipte mee het huisje binnen en daar was het me een herrie!

Het was een zeerovershol. Dertig zeerovers zaten daar bij elkaar te schreeuwen en brandewijn te drinken; ze zongen een woest lied, en hieven het glas toen ze de man met het pak onder zijn arm zagen binnenkomen. Daar is de jas, riepen ze. Koning Roodbaard, daar is je jas!

In het algehele tumult zagen ze het kleine kleermakertje niet, die schichtig omzag naar een schuilplaats en vlug wegkroop in een grote, oude staande klok, die in een hoekje stond.

Koning Roodbaard was het hoofd van alle zeerovers. Hij zag er angstaanjagend uit met zijn reusachtige gestalte en zijn rode baard. Hij trok de nieuwe jas aan met de koperen knopen en de zilveren doodshoofden en zag er toen nog griezeliger uit.

[pagina 45]
[p. 45]


illustratie

Ai, dacht de kleermaker, die vanuit de klok door een kiertje het gezelschap bekeek. Dit is een gevaarlijke beweging. Maar eens opletten wat ze gaan doen.

Koning Roodbaard grijnsde en sprak: Mannen, vannacht zal ons schip vertrekken. Ons kaperschip, dat aan de kust ligt. We gaan weer op roof uit, dat is in lang niet gebeurd. Hoera!

Hoera! schreeuwden alle woeste zeerovers met hem mee, en ze begonnen weer te zingen en te brassen, en niemand had er erg in, dat het kleine kleermakertje uit zijn klok kroop en door de deur verdween.

Hij snelde door de duinen naar de zee. En jawel, hoor, daar lag het grote zeeroversschip, met masten en zeilen, klaar om te varen. De kleermaker bedacht zich geen ogenblik, stapte in het roeibootje, dat daar aan het strand lag en roeide naar het kaperschip. Toen hij er vlakbij was gekomen, kapte hij de kabels van het

[pagina 46]
[p. 46]

anker en daar gleed het schip over de golven de zee in, zonder bemanning. De kleermaker haastte zich weer terug met zijn bootje, rende weer door de duinen naar het piratenhol en kroop op zijn oude plaatsje in de klok. Alle zeerovers waren in slaap gevallen, moe van het brassen en zingen.

En toen opeens zong de kleermaker vanuit zijn klok een liedje op schrille toon:

 
Ik ben het klokkespook en ik zeg:
 
Koning Roodbaard, je schip is weg!

De piraten schrokken wakker. Koning Roodbaard stond te luisteren met een dodelijke schrik op zijn woeste gezicht.

Toen stormden zij allemaal het huisje uit, de duinen in.

De kleermaker kwam vluk uit zijn klok en doorzocht het zeerovershuis. Alles wat van waarde was stopte hij in een grote zak: een kist met dukaten en flessen wijn en hele gerookte hammen. Er was niets meer over dan alleen wat lege glazen.

Toen ging hij naar huis, de slimme kleermaker. Hij hoorde in de verte op het strand de zeerovers nog schreeuwen, maar hij trok er zich niets meer van aan. En hij had nu zoveel dukaten, dat hij zijn leven lang geen broeken en jassen meer hoefde te maken en rustig kon gaan leven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken