Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spin Sebastiaan (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spin Sebastiaan
Afbeelding van De spin SebastiaanToon afbeelding van titelpagina van De spin Sebastiaan

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.00 MB)

Scans (9.76 MB)

ebook (7.98 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Illustrator

Wim Bijmoer



Genre

proza
poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spin Sebastiaan

(1966)–Annie M.G. Schmidt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

De prins wilde niet leren

Er was eens een prinsje dat niet wilde leren. Dat is erg voor een prinsje! Hij heette Hajonides en hij wilde wel knikkeren, tollen, vlinders vangen en belletje trekken, maar leren wou hij niet. Iedereen was wanhopig, want wat moet je met een domme prins? De knapste schoolmeesters van het land hadden al geprobeerd om prins Hajonides les te geven, maar zodra ze tegen hem gingen praten viel hij in slaap en was niet meer wakker te krijgen

Eindelijk zei de koning, zijn vader: Het moet nu maar eens uit zijn! We zullen de grote tovenaar Merijn laten komen. Die is zo knap en zo machtig: hij zal onze Hajonides wel lezen en rekenen kunnen bijbrengen. En daar kwam de grote tovenaar Merijn. Hij had een punthoed op, vol sterren, hij had een toverstaf en keek bars.

Zo, jongeman, zei hij tegen Hajonides, ga daar maar eens zitten en schrijf de tafel van zes op. De kleine Hajonides nam een stompje potlood en begon erbarmelijk te knoeien in een schrift.

Je moet het met inkt doen, zei de tovenaar Merijn. Hier is een fles inkt, hier is een pen.

Hajonides doopte de pen in, zuchtte diep, boog zich over zijn schrift en maakte een hele grote klad.

Probeer het nog maar eens, zei Merijn. Geduldig! Geduldig! niet zo vlug! Hajonides probeerde het nog eens, maar er kwamen alleen maar inktvlekken. En Merijn hield vol: Schrijven, riep hij. Rekenen!

Toen werd het prinsje zo verschrikkelijk ongeduldig

[pagina 75]
[p. 75]

en boos, dat hij de inktpot nam en die in het gezicht van de grote tovenaar Merijn gooide. Nu, dat begrijp je! De tovenaar droop van inkt. Het zat op zijn rode jas, op zijn blauwe sterrenhoed, het droop langs zijn schoenen!

En boos dat hij was! Dat zal ik je betaald zetten, riep hij, wacht maar. Hij draaide zich driemaal om en was verdwenen.

Het prinsje Hajodines liep hard naar buiten om bij de vijver te gaan spelen. En toen zag hij, dat al het water in de vijver veranderd was in inkt. Hij holde naar binnen en daar kwam de hofdame al aan om te vertellen dat het water in de kraan veranderd was in inkt. Al het water in en om het paleis was inkt geworden! Nu konden ze niet meer drinken. En hun handen niet meer wassen.

Dan drinken we maar wijn, zei de koning. En dan wassen we ons maar in azijn. Maar ja, altijd wijn drinken, dat viel op den duur niet mee. En het hele hof ging zo zuur ruiken van dat wassen in azijn. Het ging zo niet langer. Bovendien vergiste men zich voortdurend en draaide de kraan open, dan kwam er inkt uit en alles werd vreselijk smerig. O, wat een toestand. Je zult naar de tovenaar moeten, zei de koning. Je zult excuus moeten vragen.

Dat ging Hajonides toen maar doen. Hij klom de berg op, waar Merijn woonde. Het paleis van de tovenaar was van roze marmer en het schitterde in de zon.

Ik ben het, Hajonides, zei het prinsje, en daar kwam de tovenaar al aan.

Ik begrijp, waarvoor je komt, bulderde hij. Hier heb je een flesje inkt, hier heb je een pen. Maak de tafel van zes.

Hajonides ging aan het schrijven en rekenen en hij

[pagina 76]
[p. 76]

was zo bang, dat hij het ineens allemaal goeddeed, zonder inktvlekken.

Nu wil ik nog honderd regels van je hebben, zei de tovenaar. Honderd regels: Ik zal nooit meer met inkt gooien, en zeker niet op tovenaars!

Hajonides schreef die honderd regels, toen mocht hij gaan.

Toen hij thuis in het paleis kwam, was alles weer goed. Er stroomde weer water uit de kranen en de vijvers waren niet meer met inkt gevuld.

Zul je voortaan je best doen? zei de koning.

Altijd, beloofde het prinsje en hij deed voortaan goed zijn best. Hij heeft het tot nu toe volgehouden en dat is een lange tijd, want dit gebeurde allemaal heel lang geleden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken