Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spin Sebastiaan (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spin Sebastiaan
Afbeelding van De spin SebastiaanToon afbeelding van titelpagina van De spin Sebastiaan

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.00 MB)

Scans (9.76 MB)

ebook (7.98 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Illustrator

Wim Bijmoer



Genre

proza
poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spin Sebastiaan

(1966)–Annie M.G. Schmidt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 82]
[p. 82]

De prinses met gouden haren

Vader, ik trek de wijde wereld in, zei Hans, de molenaarszoon. Wat ga je doen in de wijde wereld, Hans, zei z'n vader. Je bezit geen cent! Toch ga ik weg, zei Hans. Hij pakte zijn rugzak, stopte er vier boterhammen met kaas in en een fles melk en zei iedereen goeiendag, zijn vader, zijn moeder, zijn broers, de kat en de kanarie en ook... het molenmannetje. Het molenmannetje was een klein dwergje, dat in de molen zat. Hans was altijd dikke vrienden met hem geweest. Och, ga je heus weg, vroeg het mannetje schreiend.

Huil maar niet, zei Hans. Tot ziens! en hij gaf hem twee van zijn boterhammen en zijn gouden horloge als aandenken. En het mannetje gaf hem een houten fluitje. Dat moet je goed bewaren, zei hij. Pas als je echt hulp nodig hebt, mag je erop fluiten. Dan zul je zien wat er gebeurt. Dank je wel, zei Hans en ging nu heus, de wijde wereld in. Hij liep overdag in de zon en de regen, werkte voor boeren en trok steeds verder. 's Nachts sliep hij onder een heg, of in een schuur en hij voelde zich heel gelukkig. Soms had hij honger, dan wilde hij eigenlijk graag op het fluitje blazen, maar neen, dacht Hans, zover is het nog niet, misschien komt er een ogenblik, dat ik het harder nodig heb.

Na zeven dagen trekken kwam Hans eindelijk in de hoofdstad van het land. Hij zag daar alle mensen met heel treurige gezichten lopen. Wat is er toch aan de hand, vroeg hij. En iedereen zei met tranen in de ogen: Er is weer iemand opgegeten door de vijver-

[pagina 83]
[p. 83]

schildpad. Wat is dat, de vijverschildpad, zei Hans. Weet je dat niet? vroegen de mensen verbaasd. Je weet toch wel van de prinses met de gouden haren? Nee, zei Hans, daar weet ik niets van.

Nou, toen vertelden ze hem het verhaal: de Koning van het land die een eindje verder in een prachtig paleis woonde, had een dochter, een prinses met gouden haar. Ze had altijd een kroontje van diamanten op gehad, maar een poos geleden was dat kroontje in de vijver van de paleistuin gevallen. Die arme prinses was ontroostbaar. En diegene, die het kroontje uit die vijver kon halen, zou met haar mogen trouwen. Er zijn er wel vijftig, die het geprobeerd hebben, zeiden de mensen in de hoofdstad treurig, maar ze zijn allemaal opgegeten door de vreselijk bloeddorstige schildpad, die in die vijver rondzwemt.

Ik zal het ook eens proberen, riep Hans, maar een oud vrouwtje, dat naast hem stond, zei: O, doe het toch niet. Je bent zo'n aardige jongen, de schildpad zal jou ook opeten.

Dat zullen we nog wel eens zien, zei Hans, en hij ging zich aanmelden aan het paleis.

De Koning zelf deed open en bekeek hem van onder tot boven. Kom je hier voor de prinses? vroeg hij. Ja, Sire, zei Hans, heel bedremmeld. Ik zal je de vijver wijzen, zei de Koning.

Nu, toen Hans er vlak voor stond, zag hij de schildpad al zitten, met een open bek vol verschrikkelijke tanden. Moest hij nu in de vijver duiken? Hij wachtte een poosje en haalde toen het fluitje uit zijn zak en blies er op. En toen kwam er ineens een donderend lawaai en daar om de hoek van het paleis kwam het molenmannetje aanrennen en twee hele grote molenstenen rolde hij voor zich uit. 't Ging allemaal zo vlug, dat Hans nauwelijks tot tien kon tellen in die tijd.

[pagina 84]
[p. 84]

De molenstenen rolden met donderend geweld in de vijver. Het water spatte huizenhoog op, iedereen, die om de vijver stond, was kletsnat. Hans ook, maar toen hij de natte haren uit zijn ogen streek zag hij het diamanten kroontje van de prinses vlak voor hem op de oever liggen; het was door het water omhoog gegooid en de schildpad lag morsdood op de bodem. Hoera voor Hans, riepen alle mensen er om heen. Toen mocht Hans de prinses zien en het was werkelijk een hele mooie prinses met gouden haren. De bruiloft werd gevierd en de hele stad vierde feest en het molenmannetje mocht mee aan tafel zitten en kreeg een klein bordje en een klein mesje en een klein vorkje.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken