Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spin Sebastiaan (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spin Sebastiaan
Afbeelding van De spin SebastiaanToon afbeelding van titelpagina van De spin Sebastiaan

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.00 MB)

Scans (9.76 MB)

ebook (7.98 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Illustrator

Wim Bijmoer



Genre

proza
poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spin Sebastiaan

(1966)–Annie M.G. Schmidt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 99]
[p. 99]

De familie Babbertje

Er stond een poppenhuis in de etalage. Het was zó mooi, dat iedereen bleef staan om er naar te kijken, maar het was zó duur dat niemand geld had om het te kopen. De kleine Bertha, die aan de overkant woonde, kwam iedere dag haar neus platdrukken op het etalageraam. Och, wat was dat poppenhuis prachtig. Beneden waren twee kamers en een gang en een keuken. Een keuken met een echte aanrecht, een fornuisje met pannetjes, 'n keukenkast met geruite gordijntjes en een echt gootsteentje. In de voorkamer stonden een kanapee en een schemerlamp en een klein buffetje en boven in de slaapkamers waren bedjes met dekentjes en petieterige vaste wastafeltjes. Poppen waren er niet in, maar, dacht Bertha, die zou je er zelf in kunnen zetten. Jammer, dat het zo duur was en zuchtend ging zij weer naar huis om 's nachts van het poppenhuis te dromen.

Toen het huis een maandlang in de etalage had gestaan en nog niet was verkocht, werd meneer Bom kriegel. Meneer Bom was de speelgoedwinkelmeneer. Hij nam boos het hele poppenhuis op en zette het in de verste hoek van de winkel. Ziezo, daar stond het en niemand keek er meer naar om.

Totdat er op zekere nacht iets heel wonderlijks gebeurde. Er kwam een poppenfamilie de winkel binnengeslopen, toen meneer Bom sliep en niemand iets merkte. Het was de familie Babbertje, vader en moeder en twee kleine jongetjes. Zij leefden echt en konden praten en lopen. Dat is heel vreemd voor een

[pagina 100]
[p. 100]

poppenfamilie en eigenlijk erg akelig, want ze konden nooit overdag langs de straat gaan, dan zouden ze worden opgepakt door boze mensen. Daarom deden ze alles 's nachts en ze zochten een huis en waren heel toevallig door een kier in het raam de speelgoedwinkel binnengekomen. Och, moeder Babbertje, zei vader Babbertje, kijk eens wat een prachtig huis. Daar zullen we in gaan wonen. En ze namen hun intrek in het prachtige poppenhuis. Om hen heen stond al het speelgoed, spoortreinen en meccanodozen en springtouwen, maar al het speelgoed was dood en alleen de familie Babbertje leefde. De kinderen speelden in de serre en moeder kookte in de keuken en vader ging er 's nachts op uit om eten in huis te halen. Een poos lang waren ze erg gelukkig en altijd als meneer Bom in de buurt kwam kroop de hele familie in de klerenkast, om niet gezien te worden.

Maar op zekere dag waren de twee kleine jongetjes een eindje gaan wandelen. Ze speelden verstoppertje tussen de teddyberen. Nu was meneer Bom juist bezig in de winkel met een klant, die zo'n teddybeer wou kopen. En je begrijpt al, wat er toen gebeurde. Wat is dat nu, zei meneer Bom, twee kleine poppetjes, die lopen en spelen? En met één stap was hij bij hen en ving ze. Wel, dat is heel bijzonder, zei hij, twee van die kleine mannetjes, daar kan ik wel iets mee doen. Weet je wat, ik zal ze verkopen aan een kermistent en er erg veel geld voor vragen. Hij deed de jongetjes in een schepnetje en hing ze op aan een spijker. Daar zaten ze nu. Ze huilden en spartelden, maar konden er niet uit. En die arme vader en moeder Babbertje zaten in hun huis en begrepen maar niet waar hun kinderen gebleven waren. Och, wat was dat allemaal akelig. Toen het donker was geworden, ging vader Babbertje op zoek. Hij zocht de hele winkel door en

[pagina 101]
[p. 101]

hoorde toen ineens een stemmetje: Zij zitten in het netje bij de deur, vader Babbertje!

Wie spreekt daar, zei vader bevend.

Ik ben het, de muis, en jawel hoor, daar zat een grote muis te kijken met zwarte oogjes.

Och, lieve muis, wat moet ik doen, zei vader.

Weet je wat, zei de muis, ik zal het netje voor jullie kapotknagen maar dan moeten jullie toch zo gauw mogelijk verhuizen, dat begrijp je wel, het is hier helemaal niet veilig.

Hij wees vader Babbertje de weg naar het schepnetje en daar lagen de twee kleine poppejongetjes, ze waren moegehuild in slaap gevallen. In een ommezien had de muis het net kapotgeknaagd en dolgelukkig omhelsde vader Babbertje zijn kindertjes.

Maar waar moeten we nu naar toe, vroegen ze alle drie.

Ik heb een plan, zei de muis; er woont hier aan de overkant een heel lief meisje, ze heet Bertha en ze heeft altijd zo graag dat poppenhuis willen hebben. Zullen we het vannacht met z'n allen afbreken en naar de overkant brengen? Dat was een prachtig plan. Moeder Babbertje werd er gauw bijgeroepen en met de hulp van de muis gingen ze allemaal hard aan het werk. Ze braken het poppenhuis af en sleepten stuk voor stuk alles naar het huis aan de overkant.

En toen de kleine Bertha de volgende morgen wakker werd, zag zij naast haar bedje het mooie poppenhuis staan. En wat het wonderlijkste was: er woonden levende poppetjes in. Wat was dat een vreugde; Bertha speelde met de familie Babbertje en zorgde goed voor hen. En iedereen was erg gelukkig, behalve meneer Bom, die maar nooit heeft kunnen begrijpen waar zijn poppenhuis gebleven was. En hoe zijn vangst uit het schepnetje verdwenen was.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken