Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spin Sebastiaan (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spin Sebastiaan
Afbeelding van De spin SebastiaanToon afbeelding van titelpagina van De spin Sebastiaan

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.00 MB)

Scans (9.76 MB)

ebook (7.98 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Illustrator

Wim Bijmoer



Genre

proza
poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spin Sebastiaan

(1966)–Annie M.G. Schmidt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 119]
[p. 119]

De tweestaartige marmadot

Jan Biet had een groentewinkel. Iedere dag verkocht hij sla en radijzen en bloemkool en andijvie, maar hij had één klant, een mijnheer met een bontkraagje, die iedere morgen met zijn auto voor de winkel kwam en iedere morgen opnieuw vijfentwintig kilo knolletjes kocht. Die werden dan in zakken de auto ingedragen en foetsj, weg was hij weer.

Dat ging zo drie weken achter elkaar door en Jan Biet, de groenteboer, dacht: Wat moet die meneer toch iedere dag met vijfentwintig kilo knolletjes? Al heeft hij vijfentwintig kinderen, dat is toch te veel? En eten die mensen iedere dag knolletjes?

Hij begreep er niets van en besloot om eens te gaan onderzoeken hoe het zat. Op een morgen, toen de meneer de knollen had ingeladen, ging Jan Biet stiekem achter op de auto zitten en reed mee. De auto reed de hele stad door en stopte voor een groot pakhuis. De meneer stapte uit, en bracht één voor één de zakken knollen naar binnen. Zachtjes sloop Jan Biet ook mee naar binnen zonder dat iemand het zag en keek om zich heen. En daar helemaal achter in het pakhuis... o, maar wat was dat voor een wonderlijk dier? Een heel groot beest. Een beest met twee staarten, een beest dat helemaal niet meer bestond. Jan Biet schrok er zo van, dat hij: Tjonge jonge! riep. De meneer draaide zich om en zei: Maar groenteboer, wat doet u hier? Niets meneer, zei Jan Biet. Ik wilde alleen maar eens kijken, waar u toch al die knolletjes laat.

Och, zuchtte de meneer. Wat jammer dat je het ont-

[pagina 120]
[p. 120]

dekt hebt. Dit is mijn tweestaartige marmadot. Het is een voorhistorisch beest, heb je daar wel eens van gehoord? Het soort is al lang uitgestorven, hij is de laatste. En hij klopte de marmadot op de rug. Wat een groot beest. Zo groot als een olifant, met lang grijs haar en een bult en een spitse bek met hele grote tanden. En dan die twee staarten! Hij lust alleen maar knolletjes, zei zijn baas. Maar lieve groenteman, vertel het nooit aan iemand, want dan doen ze hem in een dierentuin of zetten hem op voor een museum en dat wil ik niet.

Ik zal het niemand zeggen, zei Jan Biet en ging naar huis. Maar het was zo moeilijk om zijn mond te houden. Hij was zo vol van die marmadot die hij gezien had. Hij vertelde het aan Jans, zijn vrouw. En de volgende dag wist de hele buurt het en iedereen was opgewonden. Ze trokken Jan Biet net zo lang aan zijn jas, tot hij had verteld, waar die tweestaartige marmadot huisde. En toen gingen alle mensen in de buurt er met een sleperswagen naar toe.

Ze braken de deur van het pakhuis open en vonden het vreemde beest. Hij moet naar Artis, zei de bakker. Nee, we verkopen hem aan een Dierenpark, zei de kruidenier. Ze waren het er maar niet over eens wat ze met het dier zouden doen en daar stonden ze met de sleperswagen voor het pakhuis en hadden het beest nog niet eens ingeladen!

Naar het circus! schreeuwde de slager. Naar de dierentuin! tierde de bakker. Ze kregen een vreselijke ruzie en daar opeens, daar kwam een auto aanrijden. De baas van de tweestaartige marmadot stond voor de deur, blies op een fluitje en daar kwam het beest uit het pakhuis hollen met een grote vaart. Iedereen stoof van schrik opzij. De marmadot ging boven op de auto zitten, de meneer gaf vol gas en langzaam reed de auto weg, iedereen verbluft achterlatend.

[pagina 121]
[p. 121]

Daar stonden ze nu, met hun mond vol tanden. Ze konden met hun lege sleperskar naar huis toe keren, iets anders zat er niet op.

De meneer met de marmadot is nooit, nooit, nooit meer terug gezien, misschien is hij wel naar Tibet gereisd, wie weet. Maar Jan Biet was zijn klant kwijt en dat vond hij erg jammer. Vijfentwintig kilo knolletjes per dag, dat scheelt!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken