Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spin Sebastiaan (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spin Sebastiaan
Afbeelding van De spin SebastiaanToon afbeelding van titelpagina van De spin Sebastiaan

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.00 MB)

Scans (9.76 MB)

ebook (7.98 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Illustrator

Wim Bijmoer



Genre

proza
poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spin Sebastiaan

(1966)–Annie M.G. Schmidt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 190]
[p. 190]

De haan wou hogerop

Ik kan het hoogste vliegen van alle hanen ter wereld, zei Kokkelu. En alle kippen uit het hok keken eerbiedig naar hun heer en meester en zeiden: Jawel, dat is zo, tok tok tok!

Kijk maar eens, zei Kokkelu, de haan, hoe verschrikkelijk hoog ik vlieg. Hij ging op zijn tenen staan, kraaide heel hard en vloog toen een paar meter hoog, tot boven op het kippenhok. Heb je 't gezien? schreeuwde hij, hebben jullie 't allemaal gezien?

Jawel, zeiden de kippen eerbiedig. Het is heel erg hoog.

Kokkelu, de haan, zette zijn borst vooruit en wilde nog eens triomfantelijk kraaien, maar het kukeleku bleef hem in de keel steken. Want wat zag hij daar, toen hij zo met zijn kop achterover boven op het kippenhok stond? Hij zag in de verte een haan, ja zeker een haan, die nog veel hoger was gevlogen dan hij, die haan zat helemaal op de kerktoren, bovenop.

Nog nooit had Kokkelu dat gezien, vandaag voor 't eerst ontdekte hij dat. Hij was er helemaal beduusd van en hij wist niet, dat die haan op de kerktoren een dooie ijzeren haan was en niet eens een echte. Ik zal morgen net zo hoog vliegen, als hij, zei hij tegen de kippen, wacht maar tot ik uitgerust ben, dan zal je zien, dan zal ik hem de waarheid eens gaan vertellen, die opschepper daarboven.

En de volgende morgen stond Kokkelu nog vroeger op dan anders en kraaide nog harder dan andere dagen. De kippen keken vol bewondering naar hem

[pagina 191]
[p. 191]

op. Hij gaat vliegen, zeiden ze tegen elkaar, hij gaat naar de top van de kerktoren vliegen, naar die andere haan daarboven. Kokkelu zette zijn borst vooruit, nam een klein aanloopje en vloog. Hij spande zich heel erg in, hij vloog inderdaad veel hoger, dan hij eigenlijk kon en hij kwam terecht op het dak van het lage schuurtje vlak bij de boerderij.

Daar zat hij te hijgen, maar hij was zo bek-af, dat hij geen kukeleku meer kon uitbrengen. Nu nog eenmaal flink inspannen, dacht hij, dan vlieg ik helemaal tot aan de top van de kerktoren.

Maar ach, toen Kokkelu weer ging vliegen, toen kon hij niet meer. Hij tuimelde naar beneden, hij kwam in de regenton terecht en knapte twee van zijn mooie staartveren. Gelukkig kwam de boer juist voorbij, die hem uit de regenton haalde, anders zou Kokkelu nog verdronken zijn ook. Met geknakte staartveren kwam hij bij de kippen aan, die hem verwonderd aankeken.

Nou, zei Kokkelu, jullie hebt het zeker niet gezien, he? Ik ben er geweest hoor! Daar helemaal boven op de kerktoren ben ik geweest en ik heb gezegd: Jij lelijke opschepper!

En toen, vroegen de kippen ademloos.

Toen heb ik hem een klap gegeven, en hij gaf een klap terug en toen zijn we gaan vechten, zei Kokkelu. Daarom ben ik twee van mijn staartveren kwijt, maar dat geeft niet, dat groeit wel weer aan. En ik heb het gewonnen, die haan daarboven is weg, hij is er niet meer.

En hoe komt u zo nat? vroeg een van de kippen.

Wel, zei Kokkelu, het regent daarboven altijd, begrijp je dat niet? Het giet daar!

De kippen keken allemaal naar boven en het eerste, wat ze zagen, was de haan op de kerktoren. Maar ze

[pagina 192]
[p. 192]

durfden niets te zeggen en keken maar gauw weer voor zich op de grond. En Kokkelu heeft altijd volgehouden dat hij de haan van de toren heeft gejaagd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken