Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In Holland staat mijn huis (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van In Holland staat mijn huis
Afbeelding van In Holland staat mijn huisToon afbeelding van titelpagina van In Holland staat mijn huis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (5.15 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In Holland staat mijn huis

(1955)–Annie M.G. Schmidt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]

Ziek

Mijn zoontje is een beetje ziek, niet erg maar een heel klein beetje, en het komt, omdat de dokter hem vanmorgen een prik heeft gegeven. Dat was op zichzelf al een enorm vuile streek, zo'n man, die bijzonder lief en kameraadschappelijk met je praat en dan ineens je mouwtje opstroopt om met een naald plotseling en fel in je arm te prikken. Hij is er dan ook erg ontdaan van geweest en heeft wel een uur rancuneus zitten broeden in een hoekje, toen de verrader weg was.

En nu is hij dan een beetje ziek van die prik en ligt in bed met vage dronken oogjes. Hij wil niet luisteren naar het verhaal over de ophaalbrug en hij wil zelfs niet een groen zuurtje. En al z'n lef en drukte is verdwenen.

Ik ga een beetje lopen opruimen in de huiskamer en vind daar nog allerlei roerende sporen van zijn bedrijvigheid. De beer ligt onder een dekentje met zijn hoofd op een kussen; trouwens overal in huis zijn wonderlijke bedden ingericht: een voor het girafje en een voor de armloze pop en zelfs ligt er ergens één lucifer in bed, met z'n kopje op een kussen en toegedekt onder een lap. Wij zijn er nu aan gewend, maar eerst braken wij voortdurend bijna onze nek over de vele slaapsteden waarin de wollen wezens van ons huis waren neergelegd.

Kijk, daar onder de tafel vind ik zijn krentenbol. Alle krenten zijn er heel voorzichtig en vaardig uitgepeuterd.

[pagina 67]
[p. 67]

Ik ga maar weer 's kijken, of hij soms zieker wordt. Hij ligt zo vreemd te hijgen en verder is hij zo stil en zo slap. Zou dit wel normaal zijn? Die dokter zal toch niet per ongeluk teveel serum in hem gespoten hebben? Of een heel verkeerd serum? Ik word opeens heel angstig. Zou ik die man durven opbellen? Nog even wachten, denk ik, maar als ik dan in de huiskamer voor het raam sta, zie ik allerlei afschuwelijke visioenen: de dokter handenwringend...: mevrouw... het is mijn schuld niet... gelooft u mij... het kwam door de apotheek... ze hebben me het verkeerde gegeven... dat kan zo makkelijk gebeuren, nietwaar...?

Ik breng mijn hand naar de keel en gooi het raam open om wat lucht te krijgen...

Maar dan zie ik beneden in de tuin mijn zoontje, aandachtig gebogen over een soort kikker.

Hee! roep ik. Stouterd! Ben je uit bed? Wat is dat nou!

Een beest! roept hij verrukt. Een kikker. Hij danst als een gek om de kikker heen, joelend en gillend, en hij brengt het gladde gelige dier in triomf mee naar binnen, waar ik hem, inclusief kikker omhels.

Je moet in je bedje, zeg ik streng. Maar ik zie al dat dit onzin is, want hij is niet in het minst ziek. Hij is integendeel ontzettend beter.

We brengen de kikker samen omzichtig naar de sloot. En dan neemt hij mijn boodschappentas en zegt: Daag!

Wat ga je doen?

Ik ga trouwen, zegt hij.

[pagina 68]
[p. 68]

Hij verdwijnt, en na een paar minuten roep ik, weer ongerust: Wat doe je toch?

Ik zit te trouwen! roept hij.

Hij is weer rozig en stout. 's Avonds als ik hem een plasje laat doen, zegt hij in zijn slaap: Komt de dokter nooit meer?

Nee hoor, ga maar gerust gauw slapen.

En dan ga ik mijn pantoffels aan doen, en ik merk, dat de tenen van die pantoffels vol krenten zitten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken