Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kleine vertellingen (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kleine vertellingen
Afbeelding van Kleine vertellingenToon afbeelding van titelpagina van Kleine vertellingen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.31 MB)

Scans (9.52 MB)

ebook (3.74 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kleine vertellingen

(1949)–Jacques Schreurs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

De nachttrein

Ergens heel ver van alle mensen woonde eens een pottenbakker, die, telkens als hij het gestommel van de nachttrein in de verte hoorde, zijn vrouw uit de slaap stiet en zei: ‘daar kómt hij weer.’ Waarop de vrouw dan, als het gevaarte gepasseerd was, altijd: ‘daar gààt hij weer’ antwoordde. En dit waren de enige woorden, die zij samen wisselden, sinds onheuglijke dagen al. Want zij waren beiden reeds zeer oud, maar nog zonder gebreken.

Kinderen bezaten zij niet; alleen een kleine kleigroeve naast het huis en hun potten dan, die zij van de morgen tot de avond kneedden en in hun oven bakten. Een lamp had in hun huis nooit geschenen; alleen een gewijde kaars hing in de klokkekast voor het uur, dat zij, een van beiden of samen, opgeroepen zouden worden naar een ander rijk.

Wat zij van dat rijk verwachtten, realiseerden zij zich niet, visionnair waren zij geen van beiden; doch de vage zekerheid, dat ieder leven een visioen is, dat zich ergens verwerkelijkt, bezaten ze. Zij stonden op met het licht en gingen met het licht naar bed, zodat zij 's zomers lange dagen maakten en 's winters lange nachten, met geen enkel ander hoogtepunt in hun leven dan iedere nacht op hetzelfde uur dezelfde trein. Het geschiedde nu dat, toen op zekere nacht de oude man zijn vrouw aanstiet en zijn spreuk zei, de vrouw

[pagina 8]
[p. 8]

het antwoord schuldig bleef. Het oude mens zal opgeroepen zijn, dacht de man en zonder zich verder te vergewissen, stapte hij uit bed, stak de kaars aan en deed daarbij met het hart zijn gebeden. Want de lippen hadden er part noch deel aan. Daarmee klaar zijnde nam hij de vrouw op om haar in zijn kleigroeve te begraven. En toen hij dat gedaan had begaf hij zich weer ter ruste. Maar toen hij de volgende morgen - het licht stond reeds aan de hemel - in zijn leemkuil kwam om te werken, zat de vrouw daar weer als altijd druk in de weer. En toen hij zich zonder vraag of verbazing naast haar aan de schijf had gezet, zeide, geheel in haar arbeid opgaande, de vrouw: ‘daar gaat hij weer’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken