Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kleine vertellingen (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kleine vertellingen
Afbeelding van Kleine vertellingenToon afbeelding van titelpagina van Kleine vertellingen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.31 MB)

Scans (9.52 MB)

ebook (3.74 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kleine vertellingen

(1949)–Jacques Schreurs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

De dame en de dahlia's

Er was eens een dame, die dol was op dahlia's. Waar zij die vooringenomenheid vandaan haalde, wist zij niet. Ook was zij niet belezen genoeg noch voldoende aan zielkunde geïnteresseerd om er zich het hoofd over te breken.

Zij hield dus van dahlia's en daar deze bloemen fraaie najaarskinderen zijn, ging het hart der schone dame eigenlijk ook pas helemaal open in dat seizoen.

Gedurende de overige jaargetijden was zij, zelfs voor haar oude dienstbode, min of meer ontoegankelijk. Doch het waren vooral haar aanbidders, die zich daarover te beklagen hadden.

Deze waren vier in getal.

De eerste was een scheepsdokter, die, toen hij te winter aan land stapte, onmiddellijk werk van de dame maakte en haar, uitgerekend op Kerstdag, met enkele twijgen allerkostbaarste seringen vereerde. Hulde even wel die koel van de hand werd gewezen, met de mededeling, dat de dame geen oog voor kasbloemen en prematuur huldebetoon bezat.

De tweede was een dichter, die in het vroegste van de lente zijn kans waagde met de rijkste narcissen; maar die de dame afwijzend naast zich neerlei.

De derde was een luitenant van de Gele Rijers, die de zomer afwachtte om met een bos allerkostelijkste theerozen op zijn paard te springen en de dame te gaan verrassen. De rozen werden in een vaas met water gezet, omdat het, zoals de dame zeide, jammer

[pagina 23]
[p. 23]

van de bloemen zou zijn ze geheel en al te veronachtzamen. De rozen echter vielen van hun stelen, zonder dat de ruiter taal of teken vernam.

Nu had die dame een oude dienstmaagd, welke alle nukken van haar meesteres kende en die, toen de bladeren begonnen te vallen, de vierde aanbidder verwittigde, zoals zij hem beloofd had: nu is het de goede tijd! Deze, die op het woord van de dienstmaagd vertrouwd had en geduldig zijn uur afgewacht, haastte zich zijn toebereidselen te treffen. Hij was een ernstig man met wat zilver in baard en haren al en de zoon van een rijke pachter, die zich van de edel-aardigste dahlia's voorzag en zich daarmee aanbood. Wat verwacht werd, geschiedde: het aanbod viel in goede aarde en een schone droom zou, voor de zoon van de pachter tenminste, werkelijkheid zijn geworden, indien benijders er zich niet in gemoeid en kwade tongen de dame niet verwittigd hadden, dat de minnaar de bloemen gestolen had uit haar eigen tuin. Intussen was de eerste minnaar, de scheepsdokter, weer vertrokken voor een reis om de wereld; had de tweede, de dichter, in een nieuwe liefde gedompeld, weer verse bloemen aan de voeten van zijn aangebedene gelegd en was de derde, de Gele Rijer, bezweken tengevolge van een val van zijn paard.

En wat de vierde betreft: die keek op zijn neus. Sindsdien zijn er vele herfsten over de wereld gegaan en verwelkten een onnoemelijk aantal bloemen van de grootste en schoonste verscheidenheid. Want wat hierboven verhaald werd, geschiedde een halve eeuw geleden reeds in een plaats, waar nu nog, in een groot, stil huis, een oude eenzame dame woont, die dol is op dahlia's.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken