Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het lied van den sluier (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het lied van den sluier
Afbeelding van Het lied van den sluierToon afbeelding van titelpagina van Het lied van den sluier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.28 MB)

Scans (1.77 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het lied van den sluier

(1940)–Jacques Schreurs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De kaper, de zeemeeuw en de hond

 
De kaper richt zijn helsche roer
 
En roept na kort geding:
 
‘Bij Florus en bij Blanceflour,
 
Is 't koop? of wacht mijn kling!’ -
 
Geeft elken zwaan een parelsnoer
 
En elken raaf een ring
 
En vraagt Margreet: ‘Hoe heet je kleine? -
 
Wat zeg je wel van mijn fonteinen?’
 
 
 
Want op het strand spuit een dolfijn
 
Twee stralen uit zijn neus:
 
Een straal van vuur en een van wijn;
 
Hij zegt: ‘Doe nu je keus!’
 
(Waarvlucht een meisje nog zoo klein
 
Zoo'n grooten waterreus?)
 
En zonder denken, bijna blijde:
 
‘Ik kies’, zegt zij ‘de stralen beide.’
 
 
 
Hij leidt haar zwijgend naar zijn boot
 
En spreekt: ‘De aarde is rond
 
En zeven jaar weer voor mij dood;
 
Doch 't water is gezond.’
 
Hij geeft het kind tot speelgenoot
 
Een zeemeeuw en een hond
 
Die, als de meeuw haar mantel waschte,
 
Meewarig naar de sterren baste.
 
 
 
Margreet dien nacht slaapt bij een vuur
 
Op touwen en zeegras;
 
De maan is groen, haar licht is zuur,
[pagina 16]
[p. 16]
 
De hemel gloeit als asch.
 
De stuurman praat: ‘Ik kocht haar duur’,
 
En tuurt op zijn compas:
 
‘Want waar ter wereld dragen zwanen
 
Een parelsnoer van zooveel tranen?’
 
 
 
De nacht gaat om; het vuur verbrandt;
 
Het witte kind slaapt vast;
 
De stuurman neemt haar kleine hand
 
En tilt haar lichten last
 
Op zijnen schouder en roept: ‘Land!’ -
 
Ai! heb ik jou verrast:
 
‘De hemel is het beste heden;
 
Vannacht heb ik voor jou gebeden!’
 
 
 
Margreetje tuurt in zee; de meeuw
 
Pikt gretig in een krab;
 
De booze hond loert als een leeuw
 
En uit een houten nap
 
Giet haar de kaper met een geeuw
 
Den mond vol bessensap
 
En legt, terwijl zij drinkt, vertrouwder
 
Den arm reeds om haar smallen schouder.
 
 
 
Hij spreekt en streelt haar bruine wang:
 
‘De wereld is een klip
 
En in dit eeuwig beurtgezang
 
Van dag en nacht een stip;
 
Doch zeven jaren duren lang
 
Met tweeën op een schip
 
En met, verzaad door lucht en water,
 
Zijn blikken op een eindloos later.’
 
 
 
Het kind vraagt lang niet meer: waarheen?
 
Zij leert van elk bestaan;
 
De hond knaagt rustig aan zijn been;
 
Zij weet waarheen zij gaan.
 
De zeemeeuw voert haar kostbaarheên
 
En hemelsch speelgoed aan:
 
Ruischhoorns, schelpen, sterren en bloemen,
 
Te veel om bij hun naam te noemen.
[pagina 17]
[p. 17]
 
Des avonds staat zij op het dek,
 
De stuurman voedt de vlam
 
En voert een lang en luid gesprek
 
Met een die naast hem kwam;
 
Hij ruikt, gelijk zijn boot, naar pek
 
Doch spreekt als Abraham;
 
Van alle lichten en planeten
 
Zou hij de verre wegen weten.
 
 
 
Soms druppen tranen in zijn baard
 
En uit zijn mond, die spoog
 
En meeuw en hond geen vloeken spaart,
 
Klimt een gebed omhoog:
 
‘Ik dank u, God, die ons bewaart
 
Als de appel van uw oog;
 
Laat ons, die voor U zijn geschapen
 
Als kiekens in uw vleugels slapen.’
 
 
 
Geen storm ontreddert zijn bestaan
 
Of slingert met zijn lot;
 
Doch grommend naar den oceaan
 
Die op hem samenrot,
 
Behoudt zijn ziel de rechte baan;
 
Zijn avondster is God;
 
En door een woestenij van touwen
 
Gaat telkens weer een morgen blauwen...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken