Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Omnis terra (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Omnis terra
Afbeelding van Omnis terraToon afbeelding van titelpagina van Omnis terra

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.29 MB)

Scans (2.10 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Omnis terra

(1932)–Jacques Schreurs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 46]
[p. 46]

Derde deel

Een Apotheose der wereldgeschiedenis

OMNIS TERRA: dat is heel de Menschheid, door het Offer van Christus verlost en door het offer van menschen gered, eindelijk één: in de erkenning van den eenigen God, den eenen Christus en de ééne Heilige en Apostolische Kerk - één in de vereering van het Kruis.

Het wereldkruis staat op den wereld-kruis-weg, hoog en stralend; rond dat Kruis de biddende en boetende Wereldkerk, die de ‘Klachten’ van Goede-Vrijdag zegt.

Langs de vier wereld-wegen naar het kruis staan of liggen bedelend de misleide kinderen en slachtoffers van de verkeersagenten ten Kwade.

Terwijl het Kruis straalt en de Kerk bidt gaan de Geesten ten Goede, de dienende Liefde der Kerk, die zwijgt, af en aan langs de levenswegen en brengen de kinderen der Driften door de Kerk tot het Kruis;

de Oostelijke Verkeersagent geleidt de verblinden, die kinderen van Hoogmoed zijn;

de Zuidelijke Geest herdert de zwakzinnigen, die kinderen van Zingenot zijn;

de Westelijke Verkeersagent de doofstommen, die kinderen van Kritiek zijn;

de Noordelijke eindelijk helpt de verongelukten op den levensweg die slachtoffers zijn van Lucifer.

Deze allen en ook het toeschouwende volk antwoorden door woorden, teekens of gebaren op de ‘klachten’ der Kerk. De geesten ten Goede verdwijnen langs de wegen.

KERK:
 
Mijn volk, wat heb ik U gedaan?
 
Of waarin U bedroefd? Antwoord mij.
 
Omdat ik uit Egypte U heb uitgeleid
 
hebt gij Uw verlosser het kruis bereid!
EERSTE KOOR:
 
Heilige God.
[pagina 47]
[p. 47]
TWEEDE KOOR:
 
Sterke God.
SAMEN:
 
Heilige, Onsterfelijke, ontferm U onzer!
KERK:
 
Omdat ik veertig jaren lang door de woestijn
 
U heb geleid
 
Omdat ik U met Manna heb gespijsd,
 
en in een heerlijk land U heb geleid
 
hebt gij Uw Verlossetr het kruis bereid!
EERSTE KOOR:
 
Heilige God.
TWEEDE KOOR:
 
Sterke God.
SAMEN:
 
Heilige, Sterke, Ontferm U onzer.
KERK:
 
Wat had ik nog meer voor U kunnen doen
 
en heb ik niet gedaan?
 
als mijn schoonste Wijnstok heb ik U geplant
 
en bitter werd gij mij bovenmate
 
want met azijn hebt gij mijn dorst gelaafd
 
en met een lans mijn hart doorstoken.
KOREN:
 
Heilige God, Sterke God
 
Heilige, Onsterfelijke, ontferm U onzer
KERK:
 
Ik heb voor U Egypte met zijn eerstgeborenen igekastijd
 
en gij hebt mij ter geeseling overgeleverd
 
Ik heb U uit Egyptelamd geleid
 
den Pharao in de Roode Zee gestort
 
en gij hebt mij aan de opperpriesters uitgeleverd!
[pagina 48]
[p. 48]
EERSTE KOOR:
 
Heilige God, Sterke God!
TWEEDE KOOR:
 
Heilige, Onsterfelijke, ontferm U onzer.
KERK:
 
Ik heb voor U de zee geopend
 
en gij met eene lans mijne zijde
 
in een wolkkolom ben ik U voorgegaan
 
en gij hebt mij gebracht voor Pilatus;
 
Mijn volk, wat heb ik U gedaan?
 
Of waarin U bedroefd? Antwoord mij!
KOREN:
 
Heilige, Sterke, ontferm U onzer.
KERK:
 
Met Manna heb ik U gevoed in de Woestijn
 
en gij hebt mij met kaakslag en met geeselriem geslagen;
 
met heilzaam water uit de rots heb ik U gelaafd
 
en gij hebt mij gelaafd met gal en azijn.
EERSTE KOOR:
 
Heilige God, Sterke God
TWEEDE KOOR:
 
Heilige, Onsterfelijke, ontferm U onzer.
KERK:
 
Ik heb om U de Koningen van Kanaän geslagen
 
en gij sloegt met een rietstok op mijn hoofd.
 
Ik heb U den koninklijken rijksstaf gegeven
 
en gij mijn hoofd een doornenkroon.
KOREN:
 
Ontferm U onzer.
KERK:
 
Met groote kracht heb ik U opgeheven
 
en gij hebt mij gehangen aan het kruis.
[pagina 49]
[p. 49]
EERSTE KOOR:
 
Heilige God.
TWEEDE KOOR:
 
Sterke God.
SAMEN:
 
Heilige, Onsterfelijke, ontferm U onzer
KERK:
 
Mijn volk, mijn volk, wat heb ik U gedaan?
 
Of waarin U bedroefd? Antwoord mij.
SAMEN:
 
Heilige, Sterke, ontferm U onzer.
NU KLINKT OPEENS, INGEZET VANUIT DE VIER WINDHOEKEN DOOR KLARE BAZUINEN: EERST UIT HET OOSTEN EN ACHTEREENVOLGENS VAN DE VIER HOEKEN DER AARDE EN STEEDS HOOGER, DE ZEGEVIERENDE, VERLOSSENDE ROEP:
 
LUMEN CHRISTI!
KERK EN VOLK:
 
Deo Gratias.
en meteen naderen langs de wereldwegen, voorafgegaan door de Geesten ten Goede en de Missionarissen, de palm-wuivende Offerkinderen met:
het Oosten, dat door het licht van hun Offer het Licht der Wereld vond;
het Zuiden, dat door de heilige dwaasheid van hun Offer, de Ware Wijsheid vond;
het Westen, dat door den ootmoedigen geest van hun Offer, het Ware Geluk vond;
het Noorden, dat door het vuur van hun Offer, het Vuur der Eeuwige Liefde vond.
De Geesten ten Goede regelen het wereldverkeer aldus: de Missionarissen scharen zich rond de Kerk; de Offerkin-
[pagina 50]
[p. 50]
deren vullen de vier driehoeken en de volkeren blijven op den kruisweg staan, allen naar het Kruis gekeerd:
Zoo komt gansch de aarde, - Omnis Terra - door het Offer tot het Kruis;
Zoo vinden alle volkeren der aarde - Omnis Terra - door het Kruis, hun ware Moeder, de Kerk;
Zoo worden alle volken der aarde - Omnis Terra - door de Kerk opgenomen in hare eene, eenige en ware aanbidding van den eenen, eenigen en waren God en in de vereering van het kruis:
OMNIS TERRA ADORET TE!
ingezet weer door de bazuinen, zingt nu driemaal en telkens met verheffing van stem de Kerk:
ECCE LIGNUM CRU CIS, IN QUO SALUS MUNDI PEPENDIT
en driemaal antwoordt heel de aard knielend en vereerend:
VENITE ADOREMUS.

Deo Gratias et Mariae op Sint Jansdag 1932.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken