Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spolia mundi (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spolia mundi
Afbeelding van Spolia mundiToon afbeelding van titelpagina van Spolia mundi

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.38 MB)

Scans (3.75 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spolia mundi

(1949)–Jacques Schreurs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 47]
[p. 47]

[III] Het plantsoen

[pagina 48]
[p. 48]

Het plantsoen

réponse à Leopold
 
Wie komt daarginds door 't schemergroen
 
Der dalkom van de dauw getogen
 
Naar 't wijds en weelderig plantsoen,
 
Dat, duizendvervig, voor mijn ogen
 
Gespreid ligt rond en voor de voet
 
Vol bladgoud, zilverglans en gloed
 
Van lissen, leliën en rozen?
 
Wat boodschap draagt zij, welk geheim?
 
Of lokt de geur van mijn frambozen,
 
Het fleuren van een hemels thijm,
 
Deez' zusterziel door rijp en rijm
 
Naar 't Chanaan der rode rozen?
 
 
 
Ik ken haar wel deze argeloze
 
Die, watervlug en rank en eêl,
 
Zich opmaakt naar mijn loofprieel,
 
Om hartelust en handenzegen;
 
Ik had een halssnoer haar geregen
 
Van rijke keur: een fijn sieraad -
 
Doch telkens breekt de broze draad
 
En keert zij kinderlijk verlegen
 
Om aldoor vuriger ornaat,
 
Om ogentroost en spijs van rozen.
 
Hier, wed ik, zal zij langer pozen
 
Verwijlen op haar doortochtsreis
 
Dan lager waar, bij grover spijs
 
En heet begeer van hart en zinnen,
 
Meer aardsen om aards deel te winnen
 
Zich wapenen met tand en klauw;
 
Hier, weet ik, in dit bed van dauw,
 
Van zon en hemel, in dit reine
[pagina 49]
[p. 49]
 
Stoorloos doorzongen zonneschijnen,
 
Vindt zij een uitzicht, een geluk
 
Veel hoger; rijzend uit de druk
 
Der stemmen en 't verkeer der dingen,
 
Omhelzend in herinneringen
 
Een hoger heil, een dieper klank,
 
Zal zij opnieuw een nieuw lied zingen
 
En lof aan lof en dank aan dank
 
In een voltooid begrip weer paren;
 
Hier zal zij uit haar onrust varen
 
En wonen in een loverhuis
 
Van wilde wingerd, windgeruis
 
En koel gewuif van blauwe duiven;
 
Hier hangt het loof vol dauw en druiven
 
En kruidt de kruisbes en de vlier
 
De lucht; kruidnagel, kruidenier,
 
Lokt met muskaatgeur de insekten:
 
Bijen en hommels en gevlekte
 
Roevogels, boktorren met buiken
 
Van goud en ruggen vol kaneel
 
Die, dronken van jasmijnenstruiken
 
Zoemend door-stormend het struweel,
 
Zich mengen in dit bont gedans
 
Van hitte, geur en zomerglans;
 
Hier kan zij ruimer ademhalen
 
En spreken wat zij gaarne sprak,
 
Hier dieper in zichzelve dalen;
 
Onder dit stralend loverdak
 
Kan zij de schoonste dromen wekken,
 
De liefste dingen tot zich trekken
 
En rustig koest'ren aan haar hart;
 
Hier wordt haar denken niet verward
 
Noch wond door Kennis' spitse reden,
[pagina 50]
[p. 50]
 
Hier blijft de twijfel in de schede
 
En slaapt de leugen als een zwaard:
 
Hier toeft zij in haar eigen gaard
 
Bij bomen, bloemen, ruimte en rozen
 
En heeft het beste deel verkozen
 
Boven de dunk der velen uit!
 
 
 
Ai, kom! Bekoor haar met mijn fruit
 
Dat, transparant en haast gespleten
 
Van rijpte, lokt tot plukken, eten
 
En drinken die uit zonneschijn
 
Zo kruiderige appelwijn,
 
Die Eva's erfschuld doet vergeten
 
En haast verzoet zó lange pijn;
 
Hier heeft niet één zich ooit verbeten
 
Of 't ooft werd óók zijn medicijn!
 
Wie kan er kuiser kost begeren
 
En koeler dronk dan deze peren
 
En deze rijke lieve keur
 
Van goudreinet en bellefleur
 
Of hoe zij prijken al te samen
 
Met eigen en uitheemse namen
 
Van vorsten, groten, roemrijk volk
 
Gebalsemd nog en in een wolk
 
Van geuren levend om ons henen,
 
Verheev'ner dan in stomme stenen
 
Waarin zij staan ten voeten uit?
 
Wie ademt zoeter dan dit fruit,
 
Wie milder dan de fiere lelie
 
Die in dit levend Evangelie
 
Van mijne lusthof spant de kroon?
 
Waar hoort men helderder geruchten
 
Dan rond het huis dat ik bewoon?
[pagina 51]
[p. 51]
 
Waar slaken tortels dieper zuchten
 
En klinken vinken feller slag
 
In 't lucht der wind-gewassen luchten,
 
In 't gulden bekken van de dag?
 
Ginds roept de koekoek uit de bossen
 
En steekt het weivee de trompet;
 
De krekels juichen in de mossen,
 
De lijsters stoeien door de trossen,
 
De bijen om het bloemenbed
 
En mezen rink'len in de tressen
 
Der berken en der lijsterbessen
 
Die pralend staan en als princessen:
 
Het licht is op muziek gezet.
 
De leefdrift overstijgt zijn toppen
 
En kan de zanglust niet verkroppen,
 
De jubel schalt de jubel doof:
 
De meerkol spot, de spechten kloppen,
 
De merels kold'ren door het loof;
 
Dit hete leven ducht geen roof,
 
Die bronwel is door niets te stoppen -
 
Dìe liefde niet noch dàt geloof!
 
In 't Eden zou men zich hier wanen
 
Als niet het bitter zout der tranen
 
Gestold was tot een zilt kristal,
 
Als niet de geest de overval
 
Van dood of demon had te duchten
 
En vroeg en laat gereed tot vluchten
 
Geen heug'nis had aan wond en zeer;
 
Tot onder bloemen sluim'ren slangen
 
En elk geluk is telkens weer
 
Met dood als ook met dauw behangen;
 
De worm knaagt in het hart der roos
 
En daar was nimmer brozer broos
[pagina 52]
[p. 52]
 
Dan wat reeds eenmaal werd geschonden.
 
 
 
Ai! Welk een heil heb ik gevonden
 
Al schuilt ook hier soms het verraad
 
En schiet de distel om te wonden
 
Uit weerwraak om het oude kwaad;
 
Hier is geen onrecht en geen haat,
 
(Geen masker en geen valse konde)
 
Maar liefdes gloeiend incarnaat
 
Uit honderdduizend rode monden
 
Van rozen aldoor roder rozen;
 
Hier beurt de iris fris haar heil,
 
De lelie als in 't licht bevrozen;
 
Hier staan princessen aan de Nijl
 
Met Pharo's dochter; doch de Boze
 
Heeft part noch deel want géén is veil;
 
Want al hun stengels zijn te stijl,
 
Der harten kelken uitverkoren...
 
Kom in mijn rijkdom dieper; stap
 
De rangen langs dier talloos velen:
 
Der paars-gedoste ridderschap,
 
Der mei-omkranste minnestrelen
 
En hoor de monnikke' uit hun kap
 
Hun hemelse getijden kwelen;
 
Kom, klim met mij van trap naar trap
 
Naar 't volk der burchten en kastelen,
 
Gedost in weefsels en fluwelen
 
Met edelstenen opgesmukt
 
En zeg mij wie u 't meest verrukt, -
 
Of Salomon aan diè kan tippen
 
Als 't zonlicht sluimert in hun slippen
 
Of pralend in hun mantels staat
 
Van zilver en van goudbrokaat:
[pagina 53]
[p. 53]
 
Geen Constantijn, geen Charlemagne
 
Gelijkt mìjn prinsen van oranje!
 
Geen voert er op een veld van keel
 
Zoveel kwartieren in zijn wapen,
 
Want geen zo recht uit God geschapen
 
En geen zo na aan Hem verwant,
 
Draagt zoveel tekens van zijn hand
 
Als deez met loutere genaden
 
Zo liefelijk beschreven bladen...
 
 
 
Doch, om 't geringe niet te smaden
 
(Geen ding is klein: God zij mijn tolk!)
 
Duik door 't geroezemoes der bladen,
 
Daal naar de marktplaats, naar het volk
 
Der puien en der kramerijen,
 
Der suikerdingen met de bijen
 
En schouw wat pronk daar staat te prijk,
 
Voor niets te koop, tot lust te kijk;
 
En heb ze lief de luxe dingen:
 
De snuisterijen en de ringen,
 
Het parelsnoer, de reukwerkfles
 
En kies voor u en uw prinses
 
Een klavervier dat nooit mag welken,
 
Een emmertje om de dag te melken,
 
Een spiegeltje en een poppeschoen,
 
Een hemels juffertje in het groen
 
En duizend duizendschone kelken.
 
 
 
Ik voel een koning mij te rijk
 
Wanneer 'k door al die weelden wandel,
 
De trossen als mijn trots behandel
 
En met mijn hand hun stelen strijk;
 
Als 'k luist'rend sta naar 't onverstane
[pagina 54]
[p. 54]
 
Dat, rondom mij en zonder rijm,
 
Mijn ogen vult met held're tranen
 
Om, Leven, uw volstrekt geheim;
 
Dan adem ik naar alle kanten
 
Boven 't krakeel der muzikanten,
 
Der kunstenaars en hun repliek,
 
Omringd door zuiverder muziek
 
Dan alten, bassen en trompetten,
 
Bij zúlke kleuren en paletten
 
Dat Eyck en Jonas daar verbleken
 
En Nicolas, nooit moe gekeken,
 
Er vinger en er duim naar likt;
 
Hier wordt de ziel niet opgeschrikt
 
Noch mijmermoe doch mag tevreden
 
De dingen vragen naar hun reden
 
En ingaan in hun diepst bestaan;
 
Hier weet ze' een komen om zich gaan,
 
Een handenzorg, een eeuwig wenken,
 
Zij kan in alle dingen denken
 
En ziet zich diep uit allen aan
 
Zich wetend met hun ziel verbonden;
 
Zo worden bloemen ogen, monden
 
Voor wie haar tekens mag verstaan
 
En Zijn en Oorsprong kan doorgronden. -
 
 
 
Een ankerplaats heb ik gevonden,
 
Een pleisterplaats voor mijn geluk;
 
Ik buig mij naar de bloem en pluk
 
En zeg: ‘mijn zuster’ als die Ander
 
En groetend groeien we' in elkander:
 
De bloem, die ander en dit ik;
 
En licht en bloed is in die blik,
 
In deze groet een diepst verzwijgen,
[pagina 55]
[p. 55]
 
Een willen en een opwaarts stijgen,
 
Een tederheid die niemand weet
 
Om heerlijkheid, om licht, om leed -
 
Want alle bloemen worden wonden
 
En alles spreekt een zelfde taal,
 
Eèn boodschap en eèn zelfde konde;
 
En er is bloed aan dit verhaal
 
Als aan een mond van schreien schraal,
 
Van kussen zeer en onbegrepen
 
In een Gelaat met felle strepen
 
Gemarmerd waar 't, doodsbleek en mat,
 
Een Lichaam toehangt als een blad
 
Dat uit een hoger lucht ontvangen
 
Kwam aan de Boom des Levens hangen
 
Die, rustplaats eens der eerste duif,
 
De laatste duif zal binnenwachten
 
Als - storm van licht en sneeuwgestuif -
 
De sterren storten in de nachten
 
En God vanuit zijn trotse troon
 
Voor 't laatst zal zijn plantsoen betrachten
 
Weerlichtend van zijn eeuwge Zoon.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken