Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sterren en dauw (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sterren en dauw
Afbeelding van Sterren en dauwToon afbeelding van titelpagina van Sterren en dauw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

Scans (2.68 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Editeur

Bernard Verhoeven



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sterren en dauw

(1935)–Jacques Schreurs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 56]
[p. 56]

De vedelaar

 
Van vader kreeg ik mijn vedel cadeau
 
En van moeder mijn fijne snaren,
 
Den strijkstok, dien maakte ik mezelf maar zoo
 
Van wat riet en wat paardeharen.
 
 
 
Ik hield van de wind in het jonge groen,
 
Van zijn stem door den open zomer,
 
'k Was nog in de tuinen van Limburg toen
 
En ik werd van een dreumes een droomer.
 
 
 
De hemel, ginds, hing vol muziek altijd
 
En eens, dat ik stond in de voren,
 
Met boven mij niets dan de eeuwigheid
 
En onder mij niets dan het koren, -
 
 
 
Toen de wind door de zindrende golven zwom,
 
Toen de stem van een gouden horen
 
Uit de heuv'len hoog in den hemel klom -
 
Is iets vreemds in mijn binnenst' geboren.
 
 
 
En de strijkstok over de snaren, begon
 
Ik opeens, wat de wind zong, te zingen:
 
Van Limburg zijn hemel, zijn land en zijn zon
 
En zijn duizende wondere dingen:
 
 
[pagina 57]
[p. 57]
 
Zijn bergen en beken, zijn eenigen stroom.
 
Zijn dagen en zilveren nachten
 
Gehuld in een droom van wierook-doom -
 
Van Limburg zijn diepste prachten.
 
 
 
Van Limburg zijn klokken bij droef en bij blij
 
Bij leven en sterven - om 't even,
 
Van Limburg zijn kind'ren vooral, en van mij,
 
Die een kind van mijn land ben gebleven.
 
 
 
En de vink en de spreeuw en de wielewaal zong
 
Als ik zong; en de nachtegaal, mede;
 
In mijn lied speelt een orgel, een fluit en een gong,
 
In mijn lied bidt mijn moeder haar beden.
 
 
 
In mijn lied speelt een knaap op de harp voor den Heer
 
En dartelt een vorst voor den Koning;
 
Het gaat als een bloem in de wind op en neêr
 
En geurt als een garve naar honing.
 
 
 
't Is een kreet in het zwarte gelaat van den nacht
 
En een kamp met een engel - een booze,
 
Mijn lied is een kind, dat nu schreit en dan lacht,
 
Mijn lied is een tuil witte rozen.
 
 
[pagina 58]
[p. 58]
 
Een waterval strooit er zijn paarlen in uit,
 
Een molenrad ruischt er door henen,
 
Het bloeit als de avondzon in een ruit
 
En een kindeke hoor je er in weenen.
 
 
 
Het zingt van een knaap en een moedigen strijd.
 
Van een man en een brandend verlangen
 
Naar iets groots, voor zijn hart, als de eeuwigheid -
 
En ik heb er een kruis in gehangen! -
 
 
 
Van vader kreeg ik mijn vedel cadeau
 
En van moeder mijn fijne snaren,
 
Den strijkstok, dien maakte ik mezelf maar zoo
 
Van wat riet en wat paardeharen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken