Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sterren en dauw (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sterren en dauw
Afbeelding van Sterren en dauwToon afbeelding van titelpagina van Sterren en dauw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

Scans (2.68 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Editeur

Bernard Verhoeven



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sterren en dauw

(1935)–Jacques Schreurs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

Kerstmis op de 408

 
Een stille Sloveen had het uitgedacht
 
Zoo'n vreemde man die geen tijding wacht
 
In een doode gang van de 408.
 
 
 
Wat doet een zwerver al met zijn tijd,
 
Wat doet al een kind in de eenzaamheid
 
Met zijn smart, zijn hart en zijn handen...?
 
De wereld blijft hem vreemd en ver,
 
Zijn hart een duizelende ster,
 
Die nergens zal belanden...
 
 
 
Maar luistert hoe het Kerstmis was:
 
Een Kindje onder een oude jas,
 
Sterren en schapen en groen mos en gras
 
En een krib voor het steenen Kindje,
 
Een os en een ezel in een hol,
 
De schapen waren van witte wol,
 
En een Engel met een banderol
 
Van Gloria de wangen bol,
 
Kwam zingend aangevlogen.
 
 
 
Het meisje hield haar handjes gevouwd,
 
De Man één hand voor de oogen;
 
Zij was iets te jong en hij iets te oud:
 
Sint Jozef had een rok van goud,
 
Maria een parelgrijze...;
 
De beeldjes sneed hij zelf uit hout,
 
De herders en ook de Wijzen.
[pagina 110]
[p. 110]
 
De herders keken schuin en zoet,
 
Eén koning was er zwart als roet
 
En allen wel moe van reizen:
 
De koningen stonden met hun staf
 
Van wichelaars en rijken,
 
Een beetje te veel nog en achteraf,
 
Naar het steenen Kindje te kijken.
 
 
 
Een mijnlamp en een lampion
 
Lichtte de kompels vóór,
 
Waar het allernachtelijkst feest begon
 
En het lied en het nachtelijk koor,
 
Wie vierden ooit kerstmis zoo dicht bij de hel? -
 
Zei een zwarte man tot zijn zwarte gezel.
 
 
 
Toen werden zij stil en hun stem werd zacht
 
Ze wisten niet recht wàt het was:
 
De stille Sloveen of de heilige nacht,
 
Of het Kindeke onder de jas.
 
Ze gaven elkander de hand op het Kind,
 
Daar stonden die donkere kolossen,
 
Met oogen van gruis en tranen blind;
 
En een dwaze man, die kuste het Kind,
 
Dat de wereld komt verlossen
 
En altijd weer ergens een kribbe vindt -
 
En hooi en stroo en de adem van haar ossen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken