Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduytsche spellinge (1957)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduytsche spellinge
Afbeelding van Nederduytsche spellingeToon afbeelding van titelpagina van Nederduytsche spellinge

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (4.54 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Editeur

F.L. Zwaan



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduytsche spellinge

(1957)–Jacob van der Schuere–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

Spellinge.

DE Spellinge bestaet in oprechtelijkGa naar voetnoot1) ende nae 'tbehooren elk woord te konnen spellen ende schryven.

De begintzelenGa naar voetnoot2) der Spellinge, zijn de Letteren, waer van de naem Letter-konst voord-gekommen is / welcke Letteren zijn een eygentlijkeGa naar voetnoot3) uytbéldinge des geluyds / ofte der stemme.

Ende deze Spellinge is een verzamelinge der letteren / om daer van Sillaben te maken / als: de kin-de-ren: Want Sillabe is 'tgene dat t'effens ofte eensklapsGa naar voetnoot4) uytgesproken word / 'tzy dan of het bestaet van een Klynkletter alleen / of van een ofte meer Klynk-letteren, met haer behoorlijkeGa naar voetnoot5) by-gevoegde me-klynk letteren.

Van deze Sillaben maektmen woorden, als: De kinderen maken. De woorden zijn de beteekeningeGa naar voetnoot6) van alle Namen ende werkenGa naar voetnoot7).

Vande woorden maektmen een volkommen Reden, als: De kinderen maken licht vrede. Ende een RedenGa naar voetnoot8) is 'tgeheel verhael /Ga naar voetnoot9) van 'tgeneGa naar margenoot+datmen zeggen wil.Ga naar voetnoot10)

 

Inde Letteren moetmen op dry dyngen letten / te weten:

illustratie

Ga naar voetnoot10)Ga naar voetnoot11)Ga naar voetnoot12)Ga naar voetnoot13)Ga naar voetnoot14)Ga naar voetnoot15)
[pagina 10]
[p. 10]

Van 'tMaekzel ende Namen der Letteren.

OM de Maekzelen van alderhande Letteren voor oogen te stellen / zoo van Nederlandsche / OverlandscheGa naar voetnoot1) / Fransche / Engelsche / Spaensche / Italiaensche / Romeynsche / Latijnsche / Grieksche / Hebreeusche / Syrische / ende vél ander: Als van Staende / Loopende / Ronde / Vierkante / Bastaerde / Fractur / Textur / Hellende / Overvallende / Gebroken / Verschoven / GespitteGa naar voetnoot2) / ende dergelijke / die eenige meer dan honderdderley houden te zijnGa naar voetnoot3) / zoude vél eer te lang / dan ondoenlijk vallen: Derhalven zullen hier alleen voorgesteld worden de gemeene Nederlandsche Letteren / in maekzel ende naem met hare Hoofd-letteren / als volgd:

Maek-
zel:
a b c d e f g h i j y k l m
Naem: a be ce de e ef ge ha i je y ka el ém
  n o p q rillustratie ∫s t u v w x z.    
  Ga naar voetnoot+en o pe qu er es te u va wa iks ze. (11)  

Hoofd-letteren.

A B C D E F G H I Y K L
M N O P Q R S T U V W X Z.

[pagina 11]
[p. 11]

Deze Letteren worden verdeeld in Klynkende ende Me-klynkende Letteren.

De Klynk-letteren zijn a e i o u, ende worken klynk-letteren genoemd / om dat zy (enkelGa naar voetnoot1) geluyden wezende) alleen zonder behulp van andere / uyt-gesproken worden / makende zomtijds elk byzonderGa naar voetnoot2) een volkommen Sillabe ofte Woord: als ook / om datze de me-klynk-letteren levendig maken / ende haren klank of geluyd geven moeten.

Alle d'ander (uytgenomen de y die den langen klank van i uyt-béld) zijn me-klynk-letteren, dat is / als klynkende duer hulpe ende geluyd van een ander / te weten / een Klynk-letter, wantze zonder den klank der zelver niet en konnen uytgesproken worden: vél min op haer zelven een Sillabe ofte woord maken.

Deze me-klynk-letteren worden verdeeld in stommeGa naar voetnoot3) ende half-klynkendeGa naar voetnoot4) Letteren.

De Stomme zijn de gene / die int uyt-spreken met haer zelven beginnen / ende met een klynk-letter eyndigen / als:

b c d g h j k p q t v w z.

De half-klynkende zijn die / die in't uyt-spreken met een Klynk-letter beginnen / ende met haer zelven eyndigen / als:

Ga naar margenoot+f l m n r s x. (12)

Ende deze verdeelinge der Letteren / kan kort in een Tafelken gesteld worden / als volgd:

illustratie

a e i o u.
Stomme b c d g h j k p q r v w z.
Half-klynkende f l m n r ∫ x.

Vande Kracht ende Weirdigheyd der Letteren.

A.

DE A bezittende d'eerste plaetze van alle de Letteren / héft zoo helderen klankGa naar voetnoot5) / datze alle d'ander klynk-letteren daer in overtreft: ende wanneerze 'tbegin van een Sillabe is / ende van een me-klynk-letter gevolgd

[pagina 12]
[p. 12]

word / ook als zy midden inde Sillabe tusschen twee me-klynk-letteren staet / zoo klynktze kort / overmits haren klank terstond inde naestvolgende me-klynk-letter verkort wordGa naar voetnoot1) / als: acht, al, kracht, van, dat, ende dergelijke: Maer zoo zy de laetste Letter van een Sillabe komt te wezen / zoo hoordmen daer haren klank lang ende klaer / als: na, spa, dragen, halen, laten, slaven, ende meer ander.

Zy maekt ook wel een Sillabe alleen / als blijkt in Ader, Aker, Apen,Ga naar margenoot+aten, ende weynige meer. (13)

Be.

D'Eygenschap van B is / als zy d'eerste Letter van een Sillabe is / datze haer bind aen de Klynk-letteren / ende l, r, als:

baden, beken, by, boot, buyd.
bladen, bleken, bly, bloot,  
braden, breken, bry, brood, bruyd.

Voorder is te weten / dat de B nimmermeer in een Sillabe eenige me-klynk-letter voor haer laet kommen / maer wel de klynk-letteren: ende noch wanneer die voor haer kommen / zoo is zy de laetste Letter vande Sillabe / ofte zy laet haer ('twelk doch zelden gebuerd) alleen volgen s, t, als: hebsGa naar voetnoot2), geschrabs, Abt, hebt, enz.

De B héft met de P gemeenschap van geluyd / doch zy is vél zoeterGa naar voetnoot3) / alzoo hier naer in P (daer wy spreken van't onderscheyd datter is tusschen B ende P) verhaeld word.

Ce.

DE C word in't drukken ende schryven meest van elk een grootelijks misbruykt / met haer boven ende tegen de kracht ende eygenschapGa naar voetnoot4) / daer mede zy uytgesproken word / de kracht van K. toe te eygenen / wanneerze komt te staen voor aen a, o, u, l, n, r, als: cael, conste, cuyper, clachte, cnopen, craeg, enz. Mede van gelijken / als zy achter de klynk-Letteren ende l, n, r, komt / als: pac, vermaec, blijc, rooc, geluc, volc, banc, Kerc, ende dergelijke.

Ga naar margenoot+Welke oneygentlijke krachts toe-eygeninge welGa naar voetnoot5) (14) is een' oud / al-

[pagina 13]
[p. 13]

gemeen / maer on-schikkelykGa naar voetnoot1) ende noodig te verbeteren misbruyk / daer de Nederlanders (zoo wel als d'uythémsche) ook niet vry af en zijn: waer in vele zoo verdwaeld zijn / datze dit lang gebruyk een vaste Wet achten.

Maer ofGa naar voetnoot2) nu eenige zeggen willen / dat wy meest al onze Letteren vande Latynen hebben / daer deze C mede eene van is / ende datze by d'oude Latynen placht ke te heeten / in kracht met onze k over een kommende / ende daerom vryelijken voor k mag gebruykt worden. Zoo mochten wy vragen / waer toe de k ons dan noodig is / ende ofwy die (als onnutten overvloed) zouden mogen verwerpen. Zeggen zy neen: maer datze ons dienen moet voor aen e i y daer 'twoord de kracht van k vereyscht / zoo vragen wy dan / of de woorden van cael, conste ende dergelijke / ook de kracht van k niet en behoeven? Hier op zullen zy immers ja moeten zeggen / ende volgens dien ook moeten bekennen / datze twee Letteren (zoo verscheyden in uytsprake) tot eenderley kracht in't schryven gebruyken / zonder eenig bewijs / van dat de C in d'eene plaetze ander kracht of geluyd héft dan in d'ander / alleen haer beroepende op d'oude ongegronde wyze / die wy hier in niet schuldig en zijn te volgen: Te min / om datter by velen (die niet eygentlijk en weten / waer men de C begeird of verwerpt) groot misverstand uyt rijst / dat niet geschieden en kan / alsmen elke Letter haer rechte plaetze laet bedienen / te weten: Datmen over al de k zet / daer 'twoord de kracht van k behoefd / ende de C alleen tusschen de klynk-Letteren / ende h, als: kracht, recht, gewicht, gebrocht, berucht, ende zulke meer / ofte als voor de h een s komt / dan moet de C ook daer tusschenGa naar margenoot+beyden ge-(15)voegd worden / als in schandig, scherp, schimpig, versch, vleysch, eysschen, ende dergelijke woorden.

Daer en is geene onder alle de Letteren / die zoo jammerlijk geraeybraekt word / als deze arme C, die gedwongen is alleen met haer eygen naem driederley kracht uyt te bélden: Als van k kommende voor a, o, u, l, n, r, ende achter de klynk-letteren / ende l, n, r, ook van C voor e, i, y, ende komendeGa naar voetnoot3) voor h, als ook tusschen s ende h daer héftze by na 'tgeluyd van g, dan datzeGa naar voetnoot4) vél styver uytdouwendeGa naar voetnoot5) komt / alzoo inde bovengestelde woorden van kracht, gewicht, ende dergelijke genoeg kan gemerkt worden / ende dat is ook den eenigen dienst / dieze by ons te verrichten héft.

'Ten zoude ook niet onvoegelijk zijn / datmenze zulken naem gave / als

[pagina 14]
[p. 14]

haer kracht daer uyt-béld: Ook zoo weynig te berispen / als der Latijnen vermaningeGa naar voetnoot1) van ke in ce, dan alzooze van alle uythémsche met den naem van ce uytgesproken word / zoo willen wy't (om dattetGa naar voetnoot2) niet schynen en zoude / dat wy al te groote veranderinge zoeken in te bryngen) voor als noch laten blyven / ons genoeg zijndeGa naar voetnoot3) voorgesteldGa naar voetnoot4) te hebben / hoeze misbruykt word / waer zy alleen moet gezet zijn / ende welk daer haer kracht is.

De C in uythémsche woorden (die wy meer als te vél in ons Nederduydsch gebruyken / ende schier voor eygen houden) voor e, i, y kommende / in ceder, celle, cimbale, cyfferen, ende ander meer héft de kracht van ce.

'Tonderscheyd datter is tusschen ch ende g zoekt hier achter inde Letter g.

Ende waer f voor ch misbruykt word / zuldy hier naer inde Letter fGa naar margenoot+vinden. (16)

De.

INde D is aen te merken / datze in't begin der Sillabe / geen Letter voor haer en laet kommen / ende word gevolgd vande klynk-Letteren ende r, w, als: dat, dede, dien, doen, duysend, dragers, dwingen, enz. Maer als zy achter een klynk-Letter komt te staen / dan is zy de laetste Letter van een Sillabe / of zy word gevolgd alleen van s, als:

had, gebed, nijd, nood, oud.
hads,Ga naar voetnoot5) gebeds, nijds, noods, ouds.

Ende achter de klynk-Letteren laetze noch wel voor haer kommen de me-klynk-Letteren f, g, l, m, n, r, als: 'thoofd, buygd, geweld, vrémd, verbond, gehoord, ende zulke meer.

De onderlinge gemeenschap / van D ende T is / dat de D zoet / ende de T hard klynkt: ende alzoomen de zoetigheyd boven de hardigheyd lieven moet / inzonderheyd daer't de reden vereyscht / zoo dunkt ons datze voorwaer buyten de reden niet verdwaeld (maer weirdig te volgen) zijn / die willen / dat alle woorden in D zullen eyndigen / die in D verlangenGa naar voetnoot6). / als:

[pagina 15]
[p. 15]


illustratie

Ga naar margenoot+ Ende zulke meer / zonder de zelve al zonder onderscheyd in t ofte in dt te laten eyndigen / hoewel dit misbruyk by velen (ja by meest elk een) geplégd word / want daer is te groot verschil tusschen de woorden

illustratie

ende de woorden

illustratie

Alzoo het eene deel in zijn volkommenGa naar voetnoot1) geenzins de t en behoefd / ende het ander de d niet: alsmen ook d'een voor d'ander gebruykende / in elk anders plaetze zetten mocht / wat verscheydenheyd zouder zijn tusschen

dalen, deiren, dieren, dooren, duyn, dragen, drek,
  ende  
talen, teiren, tieren, tooren, tuyn, tragen, trek,

ende dergelijke? Daeromme en waer't niet onvoegelijk / datmen maerGa naar margenoot+alleen in t en liete eyndigen (18) alle woorden / die niet in d en verlangen / ende geen ander.

[pagina 16]
[p. 16]

E.

DE E kommende in 't begin der Sillabe / voor aen een me-klynk-Letter / ende midden inde Sillabe / tusschen twee me-klynk-letteren / ook t'eynden inde Sillabe / klynkt altijdGa naar voetnoot1) / als: elk, erger, blyvende, bevel, gedaen, zijnde, ende dergelijke.

Maer wanneer twee Sillaben in e eyndigende (in een woord) elkander kommen te volgen / zoo klynkt d'eerste lang / ende d'ander kort / als: deze, dede, ondegeGa naar voetnoot2), bede, enz.

Alzoo moet ook verstaen zijn / dat wanneer drie Sillaben in e eyndigende / elkander in een woord volgen / dat d'eerste lang klynkt ende d'ander twee kort / als: bedele, vedele, uytgenomen wanneer d'eerste Sillabe van drien een voor-zetzelGa naar voetnoot3) is / als: be-stede, be-trede, be-weze, ge-bede, ende meer ander / want daer klynkt de middelste Sillabe lang / ende d'ander twee kort.

De e is een Sillabe alleen in edel, eten, even, ezel, ende weynige meer / ende daer klynktze altijd lang.

'Tonderscheyd datter is tusschen e, é, ende ee, zoekt hier achter inde twee-klanken.

eF.

WAnneer F in't begin der Sillabe komt / zoo en lijdze geen Letter voorGa naar margenoot+haer inde zelve Sillabe te staen / dan hyGa naar voetnoot4) laet haer volgen / ende aen (19) haer hechten de klynk-Letteren / ende l, r, als: falen, fel, fiel, fokken, futzelenGa naar voetnoot5), flau, fraey, ende meer ander.

Maer als zy achter de klynk-Letteren komt / zoo bindze haer aende zelve / ende gedoogd ook dat voor haer noch komt l, r, als: kaf, beseffen, schrift, gelooftGa naar voetnoot6), versuft, half, verderf, ende dergelijke.

Ende in't eynde des woords / laet zy haer volgen d, s, t, als: roofd, kalfs, helft, enz.

Alle woorden die in f eyndigen / ende in't verlangen geen ff en behoeven / die worden met v verlangd / alzoo wel onderscheydelijk gezien kan worden / aen

[pagina 17]
[p. 17]


illustratie

De f héft eenen vél styverGa naar voetnoot1) uyt-perssenden klank dan v, alzoo in't begin der Sillabe alderbest onderkend kan worden / aen

illustratie

Ga naar voetnoot2) Ga naar margenoot+Dat eenige de f in zommige plaetzen voor ch schryven / (20)

illustratie

ende dergelijke / dunkt ons met het algemeen Nederduydsch geen gemeenschap te hebben / ende derhalven niet volgelijk.

Ge.

DE G in't begin der Sillabe kommende / en gedoogd geen ander Letter (inde zelve Sillabe) voor haer te staen / alzoo de t in 'tgene daer zyer om kortheyds wille zomtijds by gedaen word / voor een woord voldoet: Maer zy laet wel volgen ende aen haer ver-eenigen de klynk-Letteren / ende l, r, als: gaen, geirne, gins, goede, guyten, glat, graven, enz. Ende in een Sillabe achter de klynk-Letteren kommende / word zy daer aen verknocht / alzoomen ziet in zag, weg, bigge, hoog, mugge, ende dergelijke gedoogende mede / dat tusschen haer ende de klynk-Letteren gezet word l, n, r, alzoo in gevolg, gezang, berg, ende zulke meer gemerkt kan worden / ook laet zy haer wel zomtijds volgen d, s, st, in be-oogd, langs, argst ende meer ander.

Dat de G mede niet vry en is / van by velen onzer Nederlanders grovelijk misbruykt te worden / en vereyscht schier gheen bewijs: alzoo het blykelijk genoeg is / datter niet alleene getwijffeld en word / wat voor kracht datmenze toe-eygenen zal / maer zelveGa naar voetnoot3) wat naem zy héft / of behoord te hebben: want

[pagina 18]
[p. 18]
Ga naar margenoot+Eenige noemenze zje, gelijk de Francoyzen: Ende (21) van ander wordze dje genoemd / na de kracht dieze de Vlamingen geven in't naem-woord Gillis, doch den klank van deze namenGa naar voetnoot1) en vinden wy niet dat in eenige Nederlandsche woorden noodig zij. Zommige gevenze ook den eygentlijken naemGa naar voetnoot2) van je, welke naem (zoo wel als de twee voorgaende) met de kracht van G geen gemeenschap en héft / maer konde wel lichtelijk veroorzaken / datmen zoude

illustratie

Ga naar voetnoot3)

Maer andere (van welker gevoelen wy ook zijn) willen vél liever dat wyze met de Hoogduydschen zullen ge heeten / als alderbest over een kommende / met de kracht daer toe zy van ons gebruykt word: Ende alzoo zy in onze Nederlandsche sprake / maer tot eenderley kracht ende geluyd noodig en is / zoo ist ook onnoodig / datmenze meer dan een naem geven zal: Maer heel nuttelijk / datmenze alzulk eene geve / die haer naer haren dienst / kracht / ende geluyd recht toe-komt: altijd in 't schrijven acht nemende / waer zy moet gesteld ofte nagegelatenGa naar voetnoot4) wezen.

Want datze by velen in eenige plaetzen verachtelijken verworpen / ende in haer plaetze ch gebruykt word / dat geschied (dunkt ons) met al te weynig opmerkinge van eenvoud ende meervoud: als ook mede van de eygenschap der woorden zelve / alzoo genoeg kan gemerkt worden inde woorden lach ende lag, die meest elk op eenderley wyze schrijft / eenvoudig zijnde / maer in't meervoud of in't verlangen zijn zy (al waer't haers ondanks) gedwongen lachen ende lagen te schryven: daer mede genoeg bewyzende / dat zy hetGa naar margenoot+onderscheyd tusschen g ende ch (22) niet en weten / ofte moet-willens niet en willen verstaen. Voor welke eygen-zinnige dit ons schrijven niet en diend: Maer wel (doch onder verbeteringe van verstandiger / welcker recht-zinnigGa naar voetnoot5) oordeel wy altijd geerneGa naar voetnoot6) willen onderworpen zijn) voor den wét-zuchtigen Leergier: dien wy hier in tot waerschouwinge zetten deze naer-volgende vermaningen: Als voor eerst dat tusschen g ende ch dit onderscheyd is / dat de g nimmermeer in een Sillabe de s en volgd / gelijk ch menigmael doet: ook mede dat de g volgende haer kracht ende uytsprake (hier boven verhaeld) in een Sillabe haer nimmermeer met de h

[pagina 19]
[p. 19]

en ver-eenigd: Maer zoo de h haer ergens komt te volgen / dat maekt dan een verdeelinge van Sillaben / als in eeuwigheyd, hooghertig, traeghandig, waeghals, ende dergelijke wel gezien word.

Dat nu vele / oft meest alle Nederlanders in zommige woorden de h aende kGa naar voetnoot1) koppelen / voornamelijken daerze voor e, i, y, ende t'eynden inde Sillabe komt / als in geld, ginder, gy, mag, weg, hoog, bang, merg, ende dergelijke / dunkt ons een ongegrond gebruyktGa naar voetnoot2) te wezen: ofte daer moste bewezen worden / dat de g van haer zelven niet krachts genoeg en hadde / om alleen ende zonder hulpe haer plaetze ofte ampt te bedienen: 'twelk by de Hoogduydschen (op dat wy alle ander uyt-hémsche voorby gaen) geheel vrémd zoude zijn / al-hoe-wel datze by haer een zelve kracht héft als by ons. Ende ofmen haer zulken zwakheyd inde g toe-stemde / met wat reden zullen zy ons konnen wijsmaken (zwyge krachtelijk overtuygen) datze op d'eene plaetze sterker is isGa naar voetnoot3) dan op d'ander / ende voor a, o, u, l, r, de h niet en behoefd / gelijk zy willen datze voor e, i, y, doet: dewyleGa naar margenoot+meest elk de h daer aflaet / schryvende / gaef, (23) god, gunst, gloet, groeyen, enz. Wy achten wel met geeneGa naar voetnoot4): alzoo haer vél eer de stoffeGa naar voetnoot5) / als het onverstandGa naar voetnoot6) ontbreken zoude. Raden derhalven / datmen zulke overtolligheyd vermyde / ende op der Letteren kracht ende klank zoo lette / datmen weet te oordeelen hoe vél dat elke Letter vermag / of niet en vermag: zonder zoo wanschikkelijk haer op d'een plaetze zulke / ende op een ander die kracht toe te schrijven. Als of wy zoo groot gebrek van Letteren hadden / dat ons dikwyls eene op driederley wyze dienen moste / alzoo vele aen deze g wel laten blyken: want behalven dat (zoo boven geroerd is) de ch zomtijds in haer plaetze gezet word / zoo word ook van velen / daer 'twoord in ng eyndigen moet de nc of nck gebruykt. Daer nochtans elk met reden wel behoord te verstaen / dat alle woorden (die in't verlangen met ge of gen eyndigen / wanneer de e of en (de woorden een Sillabe verkortende) afgeweird word) behooren met g, ende niet met ch of ck te eyndigen / ende datmen derhalven om alle onverstand te weiren / ende zoo wel in't kort als in't verlangenGa naar voetnoot7) (daer't de reden voorderd) diend eenderley Letter te gebruyken / schrijvende:

[pagina 20]
[p. 20]


illustratie

Ga naar margenoot+ Want daer is een groot onderscheyd der beteekenisse tusschen de woorden

illustratie

ende de woorden

illustratie

Zommige willen ook / dat inde woorden dagGa naar voetnoot1), vlag, zegGa naar voetnoot2), wigGa naar voetnoot3), rogGa naar voetnoot4), brugGa naar voetnoot5), ende alle andere daer in't verlangen de g gedobbeld word / de g inden klank wat na de k trekken zal / 'twelk volgende / zoudemen haer dan ook zulke naem geven moeten / als haer kracht daer uytbéld:

[pagina 21]
[p. 21]
dat een al te ongegrond doen zoude wezen / want of dit klynken na de k met de Hollandsche tale wel eensdeels wat over een komt / zoo en hevet nochtans geen gemeynschap met het gemeen Nederlands / daer wy onsGa naar margenoot+oog-merk op nemen moeten: ook isser te groot onderscheyd (25) tusschen den klank van g ende k, alzoo wel blijkt in

illustratie

Ha.

OM dat eenige (ende zonderlinge de Noord-oost Vlamingen) geen onderscheyd in't uyt-spreken tusschen a ende h en weten / noch en konnen begrijpen / het en zy daerze achter c of sc komt / zoo moet noodzakelijk dit tot opmerkGa naar voetnoot1) getoond worden / te weten: De a hoordmen altijd alleene uyt de Kele aessemen / maer inde h moet den aessem al hygende geheel diepe uyt de Borst gehaeld worden.

Daeromme / die van dit onderscheyd geen gevoel en hebben / en konnen ook niet merken / wat verschil datter is tusschen

illustratie

Ende op zulke plaetze gekommen zijnde / daer de h (of deze toeblazinge)Ga naar voetnoot2) voor in de Sillabe gebruykt word / zullenze dikwyls deze ende dergelijke volgende woorden geheel verkeerdelijk in spreken ofte schrijven d'een in d'anders plaetze stellen / als daer zijn

eere, elle, effen, yet, of, ooren, ooge, uylen,
heere, helle, heffen, hiet, hof, hooren, hooge, huylen,

ende ander dergelijke: Ende alzoo menigmael de woorden die met klynk-Letteren beginnen / uyt-spreken / als ofze met h begonden / ende dieGa naar margenoot+ met h beginnen als ofze met een klynk-Letter begonden: (26) 'twelk vél eer in haerlieden te berispen of te belachen is / dan datmen haer deze wyze zoude doen veranderen / ten ware duer langheyd van tijde / ende groot opmerken der gener / die haer geirne anders gewennen zouden: als beginnende t'ondervinden / dat elke Letter nae haer uyt-spraeks klank ende kracht moet gebruykt worden: ende den eygentlijken klank van h hoordmen volkommelijk / wanneerze voor een klynk-Letter in 't begin der

[pagina 22]
[p. 22]

Sillabe komt / alwaerze haer eygen kracht voldoet / alzoo in haeld, heerlijk, hier, hooge, huyzen, ende meer ander wel te merken is.

Voorder / als zy komt achter c of sc zoo word den klank van d'een ende d'ander Letter duer een / ende in elkander versmeltende gehoord / als: schade, scheen, schier, schoon, schuym, achten, slechter, gezicht, verzocht, duchten, ende dergelijke / anders en komtze niet: Want dattet niet noodig en is de h alzoo aen g in een Sillabe te voegen / is hier voor inde g betoond: als ook / wanneerze de g in een woord volgd / datze dan een scheydinge van Sillaben maekt.

i y ende jGa naar voetnoot1).

DE I vald voor / midden / ende ook t'eynden inde Sillabe kort van geklank / als: in, is, zinlyk, eeuwigeGa naar voetnoot2), enz. Want als zy lang klynken moet / zoo steldmender de y, als: ys, gelyk, wy, enz.

'Tonderscheyd des korten klanks van i, ende langen klanks van y kanGa naar margenoot+ook genoeg onderkend worden / in (27)

illustratie

Ga naar voetnoot3)

Dat nu eenige willen hebben / dat de y t'eynden inde Sillabe kommende / ontrent ander-halve langdeGa naar voetnoot4) vanden klank van i héft / als: by, hy, vry, ende midden inde Sillabe / tusschen twee me-klynk-Letteren staende / de dobbel langde des klanks van i, als: schryft, myn, tyd, ende daerom daer een ander maekzel behoord te hebben / dunkt ons ongegrond: Overmits zy dan in blyven, Zy, stryden, ende dergelijke niet zoo lang klynken en zoude / als in blyft, zyn, stryd, daermen nochtans niet anders merken en kan (hoe scherp men daer op let) ofde y klynkt in d'eene plaetze / alzoo lang als in d'ander.

De y maekt een Sillabe alleen in ydel, yver, yzer, ende hare afkommersGa naar voetnoot5).

Wanneerze een volkommen woord alleen maekt / zoo bedied'et een zonderlinge verwonderinge / ofte verschrikkinge / als: y! wat men hoord. y! wat's daer.

In't gemeen word geleerd / dat wanneer i in't begin der Sillabe voor een ander klynk-Letter komt te staen / datze dan een me-klynk-Letter word: Maer wy (als ook eenige andere) noemenze liever je, ende dat om 't beste

[pagina 23]
[p. 23]

onderscheyd des geklanks wille / die hier wat dryngender komt / dan den eygen klank van i in hem zelven is / alzoo wel blijkt / daerze haer rechte plaetze bediend / in jagen, bejegend, jispGa naar voetnoot1), jok, juist, ende meer ander.

Daer is ook zo vél onderscheyd tusschen i ende je, dat i in't begin der Sillabe haer bind aen de me-klynk-Letteren k, m, n, s, als: ik, ymmersGa naar voetnoot2),Ga naar margenoot+in, is, enz. (28) ende wanneerze voor inde Sillabe vande klynk-Letter e gevolgd word / zoo steldmender een y, als: yederGa naar voetnoot3), yegelyk, yemand, yet, yeuwers, ende luttel meer / anders en begintze geen Sillabe.

Ende de je en komt anders niet / dan inder Sillaben begin / niet van een me-klynk-Letter gevolgd / maer voor de klynk-Letteren in jaet, jaer, jode, jueken, ende ander diergelijke woorden / waerom dat ook zommige (ende dat niet oneygentlijkGa naar voetnoot4) willen de je met eenen steirt onder uyt-trekkende gemaekt hebben / om die vande i in maekzel te konnen onderkennen.

Ka.

DE K is noodig voor de klynk-Letteren / ende l, n, r, als: kant, kennisse, kinderen, kommen, kuylen, kleederen, knagen, kryten. Insgelijks ook achter de klynk-Letteren / ende l, n, r, als: gemak, bestek, beschik, ook, stuk, elk, dank, werk, ende dergelijke.

In't laetste des woords / laetze haer zomtijds wel volgen s, t, als: gebreks, verstikt, enz.

Over al daer de k 'teynden inde Sillabe achter ander Letteren komt / word in't gemeen ('twelk 'toude gebruyk is) noch een c voor aende k gesteld / als geluck, werck, enz. alwaer de c de kracht van k toege-eygend word / ende volgens dien alzoo vél als twee k gesteld worden / daer maer een en behoefd: ofte daer moste bewezen zijn / dat de k min kracht héft om op te rustenGa naar voetnoot5) / dan eenige ander Letter van den A, B, die wy alle eenvoudigGa naar voetnoot6) gebruykenGa naar voetnoot7): Het en ware yemand geliefde staff, schooff, ende dergelijke / ook met ffGa naar margenoot+te schryven / daer in de Hoog-duydschen (29) met hun nn ende tt na-bootzende: 'twelk vél meer van onnoodige overtolligheyd te bestraffenGa naar voetnoot8) / als

[pagina 24]
[p. 24]

naer te volgen is / ende zal derhalven genoeg zijn / datmen stelle geluk, werk, ende alzoo alle andere.

Het behaegd ook schier een yegelijk / dat daer een Sillabe in k eyndigd / ende de volgende Sillabe in k begind / datmen daer in plaetze vande eyndigende k een c steld / als: wacker, gecken, ende dergelijke: als of de k krachteloozer waer / dan d'ander me-klynk-Letteren om een Sillabe te eyndigen / ende de naestvolgende te beginnen: ende gelijk ofmen met de zelve vastigheydGa naar voetnoot1) / daer mede datmen schrijft / tobbe, effen, padde, dogge, vallen, jammer, konnen, lappen, morren, wassen, letten, enz. ook niet en zoude mogen schryven wakker, gekken, onschikkelyk, slokken, plukken, ende ander zulke.

Zoekt van't misbruyk der c voor k te rugge inde Letter C.

eL.

DE eygenschap van L is / dat als zy voor de klynk-Letteren in een Sillabe komt te staen / zoo wordze aende zelve gehecht / als: lang, leyden, liefs, lydens, loon, lusten, ende laet in dier voegen ook noch wel voor haer kommen b, f, g, k, p, s, v, als: bloeyende, flauwen, glants, kleene, planten, slechts, vlieden, ende vél meer ander.

Ende wanneerze achter de klynk-Letteren komt / zoo wordze ook daer aen gevoegd / als: al, snel, 'tgeschil, volgen, zullen, latende haer ook wel volgen d, f, g, k, p, s, t, als: vermeld, half, gevolg, welk, hulp, hals, smelt, ende zulke meer.

Ga naar margenoot+Zeer zelden komtze in een Sillabe voor aen m, (30) ofte achter aen r: ende wanneer dat noch geschied / zoo schijnt de zelve Sillabe haer in tween te willen verdeelen / als: verdwelmd, schoorl, ende dergelijkeGa naar voetnoot2).

eM.

VOor inde Sillabe en laet de M tusschen haer ende de klynk-Letteren geen ander Letter kommen / dan zy laet voor haer wel een s kommen / als:

maken, meir, myter, moker, mul,
smaken, smeir, smyter, smoker, smul.

Maer kommende achter inde Sillabe / zoo volgdze de klynk-Letteren / ende laet haer dan nog wel volgen / d, p, s, t, als:

[pagina 25]
[p. 25]


illustratie

Wanneer't gebuerd dat l ofte r voor haer komt / zoo schijnt zulke Sillabe / twee SillabeGa naar voetnoot1) te willen worden / als: galm, helm, storm, beschermd, ende weynige meer.

eN.

WAnneer de N haer plaetze héft voor inde Sillabe / zoo wordze aende klynk-Letteren geknocht / als: nauwelijk, nemen, niet, noodigs, nutten, gedoogende dat daer noch voor haer komt k, s, als: knapen, knopen, snijden, snoeyen, enz.

Ende komtze achter de klynk-Letteren / zoo wordze aende zelve gehecht / als: dan, ben, min, zon, dun, ende word noch wel gevolgd van d, g, k, s, t, als: rond, tong, bank, dans, kant, ende dergelijke.

Ga naar margenoot+'Tgebuerd ook (doch weynig) dat voor de n noch (31) een r komt / als: verbernd, koorn, ende dan schijnetGa naar voetnoot2) hem tot een verdeelinge van Sillaben te willen strekken.

O.

VOor ende midden inde Sillabe klynkt de O kort / als: ofte, op, of, locht, bosch, top, want haren klank verkort terstond inde volgende meklynk-Letteren: Maer t'eynden inde Sillabe héftze eenen langen klank / als: boven, verloren, geschoten, enz. in open, over, oven met hare afkommersGa naar voetnoot3) / ende weynige meer is zy een Sillabe alleen.

Ende maekt in deze volgende acht deelen een volkommen woord:

 

Ten eersten / yemand lovende of aenporrende / als:
O kloeken stouten held, behouder van het veld.

 

Ten anderen / yemand bespottende of beschimpende / als:
O armen blooden Hans, wat romdy u al mans.

 

Ten derden / sich verblydende / als:
O wat een herten-vruegd, is my dez' duegdzaem juegd.

 

Ten vierden / sich verwonderende / als:
O wat een konstig werk! is dit gebausel sterk.

[pagina 26]
[p. 26]

Ten vijfden / een wenschende begeirte / als:
O woude God! dat ik dat konde doen.
O met wat vlyt zoud' ik my daer toe spo'en
.

 

Ten zesten / een ernstige aenroepinge / als:
O hoogsten God! verleend my dijn gena:
Ga naar margenoot+O helper goed! helpt my eer ik verga. (32)

 

Ten zevenden / een vertoon van klaginge / als:
O wat een leed! moet nu mijn hert be-erven:
O nijders boos! die my mijn Lief doen derven
.

 

Ten achtsten / een bitterGa naar voetnoot1) klachte / of wanhope / als:
O wee my armen mensch! wat ded'ik oyt geboren!
O snel verloopen tyd, hoe hebb'ik dy verloren!

 

'Tonderscheyd datter is tusschen o, ó, ende oo ziet inde twee-klanken.

Pe.

IN 't begin der Sillabe / word de P verzeld voor aende klynk-Letteren / ende l, r, als: pad, peird, pyne, porren, put, plat, proeven, ende zulke meer: latende noch wel een s voor haer kommen / aen

illustratie

Maer in't eynde der Sillabe / wordze gevoegd aende klynk-Letteren / ende l, m, r, s, als: geklap, scheppen, slippen, krop, schup, hulp, damp, scherp, rasp, enz. Ende laet haer ook wel volgen s, t, als: snaps, werpt ende dergelijke.

De p héft eenen vél scherperen klank in't uyt-spreken / dan b alzoomen merken kan in

baren bek billen boel buylen blad breken
paren pek pillen poel puylen plat preken

ende ander dergelijke woorden.

Over al waer dat ph aen een gehecht in een Sillabe komt / als: Pharao. Naphtalim. Kaphernaum. Propheten. Philosophie ende dergelijke ('twelkeGa naar margenoot+al (33) uyt-hémsche woorden ofte namen zijn) daer moetmen de ph als f lezen: Ende nochtans en gebruyktmen nietGa naar voetnoot2) zulke woorden met f te schryven / want zy uyt-hémschGa naar voetnoot3) ende onze Nederduydsche Spellinge

[pagina 27]
[p. 27]

niet onderworpen en zijn. Dan zoo in ons Nederduydsch ph by elkander komt te staen / dat maekt verdeelinge van Sillaben / als: slap-handig, scherpheyd, op-houden, domp-hoorenGa naar voetnoot1), enz. ende daer behoud elke Letter aen haer Sillabe haer volkommen kracht.

Qu.

VAnde Q. en hebben wy anders niet te zeggen / dan datze alleenlijk komt in't begin der Sillabe / ende altijd van u gevolgd word: alwaer de qu zoo vél kracht ende beteekeningeGa naar voetnoot2) héft / als kw daer staende zoude konnen hebben / als: quaed, quellen, verquisten, quyten, ende dergelijke.

eR.

DE R en gedoogd tusschen haer ende de klynk-Letteren geen ander Letter / 'tzy ofze voor aen of achter aen een klynk-Letter komt te staen / als: raed, reys, ried, roest, ruym, hard, meer, heir, voor, turf, ende meer ander.

Maer voor inde Sillabe laetze wel voor haer kommen b, d, f, g, sch, k, p, st, t, v, w, als: bryngen, dragen, fraeye, groote, schriften, kleenheyd, proeven, strekken, traeg, vry, wreken, enz.

Ende achter inde Sillabe laetze haer volgen, d, f, g, k, l, m, n, p, s, t, als: werd, erf, arg, sterk, schoorl, storm, toorn, scherp, dorst, kort, endeGa naar margenoot+dergelijke. (34)

Dan in wat Sillabe de r van l, m, n, gevolgd word / gelijk't wel een scheydinge van Sillabe te zijn: alzoo hier voor in l, m, n, gezeyd is.

Zoo vél het tweederley maekzel vande r belangd: Eenige willen / dat voor ende achter inde Sillabe / ende ook achter e men een rechte r maken zal / anders altijd een ronde illustratie. Ander willen / dat de ronde illustratie komen zal over al daerze een ronde Letter volgd / welke zijn b, d, g, h, k, o, p, v, w, ende elders altijd een rechte r.

Dan alzooze over al eenderley kracht ende beteekeninge héft / héft hier in een yegelijk zijn vryheyd.

eS.

VOor inde Sillabe en laet de s geen Letter voor haer kommen / maer word vereenigd met de volgende klynk-Letteren ende ch, l, m, n, p, t, als:

[pagina 28]
[p. 28]

sammelen, sedert, simme, solffer, suffen, schandige, slagen, smadig, snijden, spijtig, steken, ende dergelijke.

In't begin der Sillabe héft de s eenen vél harderen klank dan de z, waer van (als ook van't onderscheyd datter is tusschen s ende z) inde z gezeyd zal worden. In't eynde der Sillabe volgdze de klynk-Letteren / als: ras, meest, mis, los, rusten, enz. latende wel tusschen de klynk-Letteren ende haer gesteld worden b, d, f, g, k, l, m, p, r, t, als: hebs, noods, geloofs, gewags, gemaks, als, lams, schoonsGa naar voetnoot1), hoops, dweirs, bloots, enz.

Zy word ook gevolgd van ch, p, t, als: versch, gesp, geest, ende meer ander.

Alle woorden die in s eyndigen / ende in't verlangen geen ss en behoeven /Ga naar margenoot+behoordmen met z te ver- (35) langen / dewyle ons d'uytsprake genoegzaem leerd dat wy daer de snijdigheyd vande s niet en behoeven / maer de zoetigheyd van z nootelijkGa naar voetnoot2) gebruyken moeten: alzoo wel onderscheydelijk gemerkt kan worden in

illustratie

ende

illustratie

De s héft tweederley maekzel / ende 'tgebruyk daer van is / dat t'eynden in't woord (dewyle men daer geen lange f gewone en is) men een ronde s steld / anders altijd een lange.

Te.

VOor inde Sillabe laet de t haer ver-eenigen aen de klynk-Letteren / ende r, w, alwaerze alleenlyk s voor haer laet kommen / zoomen ziet in

tand, teen, tieren, tooren, tuyt, treden, twyn,
stand, steen, stieren, stooren, stuyt, streden,  

[pagina 29]
[p. 29]

In't eynde der Sillabe wordze ver-eenigd achter aende klynk-Letteren / ende b, f, g, h, k, l, m, n, p, r, s, als: wat, belet, dit, groot, geschut, hebt, helft, legt, recht, blijkt, smelt, geboomt, plant, schept, kort, troost, enz.

Zy laet haer de s volgen in trots, geflits, ende ander.

Wanneer ti een Sillabe maekt / ende de volgende Sillabe in't zelve woordGa naar margenoot+met een klynk-Letter begind / 'twelk alleen in uyt-hémsche woorden (36) geschied) zoo héft de t daer een kracht ende klank in't uyt-spreken / als oft een c waer / als: gratieGa naar voetnoot1), kommotie, mentioneren, ende dergelijke.

u Va ende Wa.

WAnneer de u voor inde Sillabe van een me-klynk-Letter gevolgd word / ende midden tusschen twee me-klynk-Letteren staet / zoo valtze kort van geklank / als: ursselGa naar voetnoot2), geluk, ende meer ander.

Maer 'teynden inde Sillabe klynktze langer / als: nu, gruwel, enz.

Dan wanneer voor ofte achter aende u een klynk-Letter komt te staen / die maekt den klank geheel langGa naar voetnoot3) / als: 't oud, blaeu, huys, enz.

In uwen, ure, ende vél uythémsche woorden is zy een Sillabe alleen.

Ende een woord alleen in u, den tweeden persoon beteekenende.

De v is een me-klynk-Letter (die eenige zeggen van u gemaekt te zijn / meenende dat u voor een klynk-Letter in't begin der Sillabe kommende / een me-klynk-Letter word / 'twelk in uer, uyl, uyt, ende dergelyke anders blykt) ende zy héft een ander beteekeninge / maekzel / ende kracht in't uyt-spreken dan u, daerom noemen wyze (gelijk eenige ander ook doen) liever va.

Zy komt alleen in der Sillaben begin / daerze gevolgd word van een klynk-Letter / ofte l, r, als: vaerd, verder, vierig, voor, vuyl, vlytig, vroed, enz.

Ga naar margenoot+De w word gesteld voor inde Sillabe / ende daer (37) gevolgd van de klynk-Letteren ende r, als: waerom, werden, wy, woeste, wulpsche, wraekgierenGa naar voetnoot4), enz. latende alleen voor haer kommen d, t, z, als: dwalen, twee, zwemmers, ende meer.

Vele / ende zelve wel eenige / die inde spel-konst behooren de bestervarene te wezen misbruyken zeer onschikkelijk deze Letteren / met te stellen

[pagina 30]
[p. 30]


illustratie

Ende noch by na ontelbaer ander: Daerom is zeer goed ende noodig te kennen 'tonderscheyd tusschen u, va, ende wa, waer in aen te merken is / dat (alzoo gezeyd is) de v ende w alleen in't begin der Sillabe kommen / ende ook me-klynk-Letteren zijn: Daer-en-tegen / dat de u een klynk-Letter zijnde / niet alleen voor / maer ook midden ende t'eynden inde Sillabe komt. Het verschil ook des geklanks ende kracht der zelver kan onderkend worden in deze volgende woorden

illustratie

Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1)Ga naar voetnoot2)Ga naar voetnoot3) Op alle 'twelke (als op een noodwendige leerzame waerschouwinge) wel diend gelet te wezen.

iX.

DE x kommende t'eynden inde Sillabe / bediend daer de plaets van ks, in gelux, paxken, stoxken, ende vél meer ander: ende komter noch een t achter aen / zoo bediendze de plaets van gs, in anxt, henxt, ende dergelijke.

Want zy word alleen om kortheyds wille inde plaets van ks, of gs gebruykt / anders en komt zy in geen Nederlandsche woorden.

Ze.

DE z is bequaem / om te gebruyken voor de klynk-Letteren ende w, daer de s te hard kommen zoude / als: zalige, gezegende, zielen, bezocht, zullen, zyn, zwaerlyk, ende dergelijke.

[pagina 31]
[p. 31]

Onderscheyd tusschen S ende Z.

De s komt zoo wel midden ende achter inde Sillabe / als voor: maer de z alleen voor inde Sillabe.

De s voor inde Sillabe kommende / word gevolgd van de me-klynk-Letteren ch, l, m, n, p, t, alzoo inde s verklaerd is: maer z en laet haer geen me-klynk-Letter volgen dan w.

Voor de klynk-Letteren in't begin der Sillabe / toond de s haren snijdenden / ende de z haren zoeten klank / alzoo in deze volgende woorden welGa naar margenoot+onderscheydelijk kan gemerkt worden: (39)

sammelen, saeyGa naar voetnoot1), sedert, simmenGa naar voetnoot2), somme, sullen, suf
verzamelen, zaey, zeden, zinnen, zonne, zullen, zucht

In't schrijven word hier in zeer gedwaeld / met d'een voor d'ander te stellen / het welke niet en komt duer het kleen verschil haers geklanks: maer duer de groote onachtzaemheyd ende kleene opmerkinge der gener / die met verstandige onderrichtinge / het recht opmerk des zelven anderen behooren te doen achten / ende navolgelijk waer nemen.

Vande Tvvee-klanken. ende Drie-klanken.

HEt gebuerd dikwyls dat in SillabeGa naar voetnoot3) twee oft drie klynk-Letteren aen een geknocht kommen / het welke twee-klanken of drie-klanken genaemd worden: om datmen den klank der voorsz. twee ofte drie klynk-Letteren / daer in duer elkanderen hoord klynken.

Deze twee-klanken vinden wy te wezen zestien in't getal / als: ae, ay, au, ee, ei, ey, ie, y, ye, oe, oo, ou, ua, ue, ui, uy. Ende de drie-klanken tien / als: aey, aeu, eeu, ieu, yeu, oey, ooy, uae, uee, uei. Waer van hier / op elkGa naar margenoot+in't byzonder / een korte verklaringe volgen zal / (40) ende eerst op de

Tvvee-klanken.

ae.

AEDiend om uyt te bélden den langen ende duerigen klank van a, wanneer die van een ofte meer me-klynk-Letteren inde zelve Sillabe gevolgd

[pagina 32]
[p. 32]

word / als: raed, gaef, staeg, draek, bequaem, gaen, aep, baerd, haest, laetst, ende vél ander.

Maer dat zommige goed dunkt / dusdanige woorden met aa in plaetze van ae te schrijven / mag kommen / dat hun sprake (in dien klank) wijdergapende komt dan de onze / dus laten wyze in hun weirde: Dan ons dunkt dattet beter waer zulke wijd-gapinge van aa af te wennen / ende de zoetigheyd van ae te gebruyken.

Te meer ook om dat zy eenen zoo harden klank van zelfs héft / zoo en voegetGa naar voetnoot1) niet wel haer in zulken hardigheyd te verlangen / maer valt vél lievelijker dattet met den klank naer e wat te weyndenGa naar voetnoot2) een luttel verzoet worde: End het voegd ook vél beter (alsmen de Sillabe in tweenGa naar voetnoot3) deelen wil) datmen zal zeggen

illustratie

enz.

Derhalven wy onze voor-ouders (dunkt ons) over deze spellinge niet te berispen en hebben / alzoo wy van gevoelen zijn / dattet beter is / datmen (41) het oude in zijn weirde laet / dan datmen yet ongegrond nieus in zijn plaetze brynge.

ay.

AYWord gebruykt om hayr des hoofds van de voornaemGa naar voetnoot4) haer te onderscheyden. Dat nu zommige inde plaetze van ey, hey, key, ley, enz. stellen ende voor goed achten ay, hay, kay, lay, enz. mag kommen duer hare wijd-gapige uyt-sprake / die wy in ons zoo niet en bevinden: achtende ook voor bequamer / datmen de zoetigheyd altijd boven de hardigheyd plaetze geve / inzonderheyd als't niet en strijd tegen het meerderen-deel onzer Nederlandsche uytsprake.

[pagina 33]
[p. 33]

au.

AUHéft een geluyd duer a in u klynkende / alzoo men in flauwe, benaudheyd, getrauwelyk, aenschauwen, kan / ende in alle ander dergelijke. Van't onderscheyd tusschen au ende ou ziet in ou.

ee.

DE ee héft eenen breeden klank in't uyt-spreken / ende diend ons in beest, deel, geen, vreeze, heer, kleen, leeringe, meest, neen, peep, rees, steenigen, teere, vreeze, ende vél diergelijke woorden meer.

Maer in béld, géft, lénd, sték, ende alle zulke daer sich 'tgeluyd niet zoo breed uyt en spreyd / en dunkt ons niet dat wy de ee behoeven / al-hoewelGa naar margenoot+zoodanige woorden / schier van een yegelijk (volgende (42) d'oude gewónte) alzoo geschreven worden: maer zouden't voor bequamer achten / datmen alle woorden / zoo verre alst muegelijk ware / alzoo schreve alsmenze uyt-sprékt: Waer toe wy in dezen geenen beteren middel en weten / dan de e noch een strépken by te voegen / om te tooneGa naar voetnoot1) datze daer lang klynkt / ende zoo vél als ander-halve e gelden moet: te weten / daerze midden inde Sillabe komt / ende van een ofte meer me-klynk-Letters gevolgd word. Het welk zoo licht ofte lichter om doen waer / als ee te stellen / ende zoude alsdan elk woord zijn eygen verklaringe mede-bryngen / daer wy zoo wel naer muegen ende behooren te trachten / als andere: Dewyle wy (op dat wy de Hebreen ende meer ander laten varen) voorbélds genoeg hebben aen onze na-bueren de Hoogduydschen ende Francoyzen / d'een met Letter boven Letter te zetten / ende d'ander met daer't geluyd ende de reden vereyscht een by-voegzelken te maken.

Ende alzoo de verscheydenheyd des geklanks vande e by ons zoo groot is / als gemerkt kan worden in

belend, geléndGa naar voetnoot2), geleend.
weg, wég, weeg.
bet, bét, beet.
wet, wét, weet.
lest, lést, leest.

Waerom en zoude 't ons ook niet zoo wel geoorlófd zijn als haer / onze

[pagina 34]
[p. 34]

duydelijke sprake in't schrijven duydelijken uyt te bélden / ende dat metGa naar margenoot+zulke of diergelijke middelen / als alreede by haer inge- (43) willigd zijn ende gebruykt worden.

Aenmerk in ee.

Wanneer twee Sillaben in een woord elkander volgen / waer van d'eerste in e eyndigd / ende d'ander in e begind / zoo behoordmen dat t'onderscheyden met een - / als: be-erven, ge-eerd, ge-ergerd, enz. om niet beerven, geeerd, geergerd (als of't een verknochte Sillabe waer) te lezen.

ei ende ey.

DE ei die altijd van r gevolgd word / betoond eenen t'zamen-geknochten klank van e ende i, alzoo in beir, deiren, begeirte, heirtocht, meir, neirstig, peird, steirt, verteird, weirdig, zweird, ende alle ander zulke wel blijkt. Dan in't gemeen worden deze woorden ook (duer een ingeslopen misbruyk) alle met ee geschreven / uytgenomen beir, heir, meir, de welke om van beer, heer, meer, te onderscheyden / geschreven worden beyr, heyr, meyr, doch onvoegelykGa naar voetnoot1).

Want ey héft den klank zoo vél langer dan ei, als de y langer klynkt dan de i, ende gelijk ei altijd van r gevolgd word / alzoo en voegd achter ey geen r te volgen: maer wel ander klynk-LetterenGa naar voetnoot2) / als: verbeyd, bereykt, gezeyld, ende meer ander.

Ga naar margenoot+T'eynden inde Sillabe steldmen ook ey, als: (44) kley, rey, verscheyden, eygen, beyaerdenGa naar voetnoot3), greyenGa naar voetnoot4), enz. 'Ten ware datter een Sillabe in't zelve woord volgde / met r beginnende / want dan steldmen ei, als: ontbeiren, weiren, ende dergelijke.

ie ende ye.

DE ie keerd in't uyt-spreken altijd den klank van i in e, als: vrienden, die, 'tverdriet, zien, geschieden, verbieden't, niet, 'tontvlieden, enz. Maer als een woord met ie beginnen moet / zoo steldmender ye, als: yet, yegelyk, yemand, enz. om datmenGa naar voetnoot5) (alst met ie geschreven ware) de i niet voor j lezen en zoude.

[pagina 35]
[p. 35]

y.

DAt y den langen klank van i uyt-béld / zoo wel voor / ende midden / als 'teynden inde Sillabe / daer van is inde Letter i (dunkt ons) genoeg verhaeld / als ook / dat wanneer de i een Sillabe ofte woord alleene wezen moet / datmen daer de y ge-gebruyktGa naar voetnoot1): Maer voorder is hier te weten / dat als een Sillabe in i eyndigd / ende de volgende Sillabe in't zelve woord met i begind / datmen alsdan de i daer de Sillabe in eyndigd een y behoord te maken / ende d'ander een i, als: vryigheyd, kleyig, vloeyig, ende dergelijke / om in't lezen duer verknopinge van Sillaben niet te dwalen / gelykmen wel doen zoude / alsmen schreve vriigheyd, kleiig, vloeiig, enz. daermen lichtelijk de ii maer den langen klank van i geven en zoude. DochGa naar margenoot+magmen wel schrijven (45)

illustratie

ende alle ander dergelijke: Maer dat en kan niet geschieden in draeyingeGa naar voetnoot2), schreyinge, vermoeyinge, ende zulke.

oe.

IN't uyt-spreken van oe vald den klank duer o op e in't eynde wat verzoetende: alzoo in doe, spoed, vroeg, kloek, boel, groen, roeren, roest, zoet, ende dergelyke wel blyken kan.

oo.

DE oo béld niet uyt den langen of duyrigen klank van o: Maer eenen breeden klank der zelver / gelijk in ee vande e gezeyd is / ende alzoo, ook, bloot, getoond word in deze ende dergelijke woorden. Daeromme / wanneer o voor een me-klynk-Letter inde zelve Sillabe staende / langer klynken moet / dan haren klank in hem zelven is / dat kanmen met ó afbélden / alzoo wy inde ee van de é ook geraden hebben te doen: want zoudemen den langen klank van o alzoo wel met oo schryven als den breeden klank der zelver / zoo mochtemen wanneer yemand een kool-mande begeirde / wel twijffelen of hy niet een kól-mandeGa naar voetnoot3) en zoude meenen. Dus

[pagina 36]
[p. 36]

diend wel gelet op het onderscheyd des geklanks / datter is tusschen o,Ga naar margenoot+ó, ende oo, 'twelk (46) uyt deze navolgende redenen kan onderkend worden:

 
Het stof uyt de stófGa naar voetnoot1), stoof over al.
 
Den lof ik lóf van het Boom-loof.
 
De Hop ik hóp te leggen over hoop.

ou.

WAnneer ou in een Sillabe komt / zoo hoordmen daer het geluyd van o in u klynken / gelijk in oud, gout, stout ende zulke wel blijkt.

Ende of vele (ja by na alle) Schrijvers nu ter tijd tusschen au ende ou in vél woorden geen onderscheyd en betoonen te merken / zoo scheletGa naar voetnoot2) nochtans zoo vél als a ende o elk ander in geluyd verschelen / 'twelk genoeg kan onderkend worden / in

illustratie

ende

illustratie

Ga naar voetnoot3)

Ga naar margenoot+Ende al-hoe-wel tusschen au ende ou zoo groot (47) verschil des geklanks is / als hier betoond word / zoo worden nochtans vrauwen, trauwen, berauwen, flauwen, brauwen, benauwen, ende dergelijke woorden wel van een yegelijk met au uytgesproken / maer van meest elk een met ou geschreven: twelk wy niet verstaen en konnen op reden gegrond te zijn. Dat ook zommige in plaetze van hout, zout, smout ende dergelijke / seggen ende schrijven haut, zaut, smaut is hun in hun schrijven wel zoo zeer te berispen / alst hun in hun spreken qualijk af te bryngen is.

[pagina 37]
[p. 37]

ua.

UAVolgd altijd een q veranderende den klank van u in a, alzoo quade, qualyk, quam, quast, ende zulke meer wel betoonen.

ue.

WAnneer ue achter een q komt te staen / zoo veranderd den klank geheel kort van u in e, alzoo blijkt in quellen, gequetst ende dergelijke: maer alsser geen q voor en staet / zoo hoordmen den klank duer u in e klynken / als: vruegd, stuensel, rues, schuetjens, enz.

Dat eenige inde plaets van ue liever (gelijk de Francoyzen) eu schrijven / mag kommen datze niet en merken / datmen den klank hier in u (ende niet in e) hoord beginnen: ende alzoo slechts eens anders doen nadoen /Ga naar margenoot+zonder te letten oft op reden gegrond is / ofte niet. (48)

ui.

DE ui komt altijd achter aen een q, ende den klank veranderd daer kort van u in i, te meer noch / om datter inde zelve Sillabe noch een meklynk-Letter achter aen volgd / als: quik-zilver, quispelen, gequist, enz.

uy.

DE uy kommende achter q, doet den klank van u in y veranderen / langer dan in ui, als: quynken, quyt, enz. Maer zoo daer geen q voor en staet / zoo hoordmen slechts de u in y klynken / alzoo uyt, vuyle, luyheyds, spruyten, ende dergelijke meer wel te merken is.

Drie-klanken.

aey.

T'Geluyd van a werd hier met een fraey, omzwaeyen, duer e in y gedraeyd, alzoo dat de drie verscheydenheyden des klanks / daer in duer een versmeltende wel konnen gehoord worden.

aeu.

HIer in hoordmen den klank van a duer e in u klynken / alzoo dat inGa naar margenoot+blaeu, laeu, ende ander (49) dergelijke / den klank van alle drie de Letteren bescheydelijkGa naar voetnoot1) gehoord word.

[pagina 38]
[p. 38]

Het verschil des geklanks tusschen au ende aeu, kan in grau kijf-woord / ende graeu verwe / wel onderkend worden.

eeu.

DE ee hier breed uyt-gesproken / spreyd haren klank tot in u, alzoomen in eeuwig, sneeuwen, ende meer ander wel merken kan.

ieu.

IEUHéft drie onderscheydelijke geluyden in elkanderen versmolten / in nieu, hieu, enz.

yeu.

ENde yeu en héft met ieu anders geen onderscheyd dan dat dit de Sillabe begind / ende 'tander niet: hebbende het woord yeuwers om zijn drieklankig geluyd te vertoonen.

oey.

OEYMyngd ook een drie-klankig geluyd duer elkanderen in groeyzaem,Ga naar margenoot+geroeyd, bloeyen, ende alle andere. (50)

ooy.

IN ooy hoordmen den klank van oo in y klynken / alzoo gemerkt kan worden in ooyt, berooyd, hooy, strooyen, ende meer ander.

Hoe vél oey ende ooy in geklank verschillen / kan men merken in

illustratie

uae.

DE uae komt altijd achter q, ende toond eenen drie-luydenden in een versmolten klank / in quaed, bequaem, ende hare af-kommers.

uee.

UEEAlleen achter aen q kommende / laet het geluyd van u in ee veranderen / alzoo in queeken ende zijne af-kommers wel onderkend word.

[pagina 39]
[p. 39]

uei.

WY en vinden uei nergens te kommen om den drie-luydenden klank teGa naar margenoot+vertoonen / dan alleene in het woord queirneGa naar voetnoot1). (51)

Van 't Spellen.

OM nu met de voor-verklaerde Letteren, twee-klanken, ende drie-klanken tot een kort onderwijs der Spellinge te treden / op dat de vlytige leerjongeren noch te beter het onderscheyd van Letteren, Sillaben, ende woorden merken mogen / zoo zullen wy in volgender wyze het beginsel der spellinge stellen in

Letteren Sillaben woorden



illustratie

Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot2)
[pagina 40]
[p. 40]

Waer uyt men ook merken kan / welke woorden een-sillabig ofte meersillabig zijn: Ende daer beneffens en zal't ook niet onvoegelijk wezen / kennisse te hebben van deze na-volgende

Aen-merkingen/
Om wel te spellen ende lezen.

1. ALle me-klynk-letteren in't begin des woords voor een klynk-Letter staende / zijn met de zelve klynk-Letter in een Sillabe ver-knocht: al waer't datter noch een ofte meer me-klynk-Letters (de klynk-Letter volgende) aende zelve Sillabe behoorde / als: strang, blijdschap, schroemdGa naar voetnoot1), ende dergelijke.

2. Alle me-klynk-Letteren t'eynden in een woord kommende / verbinden haer met de voorgaende klynk-Letter in een Sillabe: al ist zake / datter voor die klynk-Letter noch een ofte meer me-klynk-Letteren aen de zelve Sillabe behooren / als: aendacht, beheerscht, vervolgd, enz.

3. Alle klynk-Letteren die in een woord elkanderen volgen / binden haer al aen een in een Sillabe / als: haer, teer, lyf, groeyd, enz. uytgenomen wanneer de voor-zetzels be ende ge van eenige klynk-Letteren gevolgdGa naar margenoot+worden / als: be-angst, be-erfd, (53) ge-eygend, ge-opend, enz. ofte ook wanneer y tusschen twee klynk-Letteren komt te staen / als: scheyen, sluyer, vermoeyinge, ende ander dergelijke.

4. Als een me-klynk-Letter tusschen twee klynk-Letteren komt te staen / make't een verdeelinge van SillabeGa naar voetnoot2) / ende de zelve me-klynk-Letter blijft aende laetste Sillabe gehecht / als: bezigen, genaken, lovelijk, enz. uytgenomen wanneer't een koppel-woord is / als: leer-ampt, mal-aerdGa naar voetnoot3), ofte een woord daer den volger achtig achter aen komt / als: waer-achtig, leer-achtig, schoon-achtig, ook daer het voor-zetzel ver een woord doet beginnen / als: ver-acht, ver-eerd, ver-overd, ende zulke meer.

5. Waer twee me-klynk-Letteren tusschen twee klynk-Letteren komen te staen / daer is een scheydinge van Sillaben / ende elke Sillabe houd een vande me-klynk-Letteren aen haer / als: verleggen, stynkende, listigheyd, enz. uyt-genomen daer de voorzetzels die in een klynk-Letter eyndigen / van twee me-klynk-Letteren gevolgd worden / als: be-klaegd, ge-trokken, by-staenders, me-plegersGa naar voetnoot4), toe-schikken, enz. daer de me-klynk-Letteren alle beyde in't begin der Sillabe / die achter zulk voor-zetsel volgd / aen

[pagina 41]
[p. 41]

een gehecht blyven: maer in koppel-woordenGa naar voetnoot1) worden dikwyls beyde de me-klynk-Letteren t'eynden aen d'eerste Sillabe gehecht / ende de volgende Sillabe begind met een klynk-Letter / als: kort-aessemingGa naar voetnoot2), ont-eygend, pols-ader, ende zoo voord-aen.

6. Drie me-klynk-Letteren tusschen twee klynk-Letteren staende / d'eerste me-klynk-Letter vereenigd haer aende vorige Sillabe / ende d'ander tweeGa naar margenoot+aende volgende / als: gramschap, verklaerd, laetste, (54) wasschen, ende alle ander / uytgenomen wanneer lyk ofte heyd achter aen nd of nt komt / als: verwaendlyk, blindheyd, wezentlyk, gelegentheyd, enz. daer de twee eerste me-klynk-Letteren aende eerste Sillabe behooren / ende de derde aen d'ander Sillabe: 'twelk ook verstaen moet worden van vél koppel-woorden / als: dank-zeggen, domp-hoorenGa naar voetnoot3), duegd-zaem, ende dergelijke.

Men zal ook weten / dat ch over al inde spellinge aen-een-geknochtGa naar voetnoot4) blijft / als oft maer een Letter en waer: Het welke in lachen, pochen, ende vél meer ander wel blijkt.

Hier mede hebben wy (ons bedunkens) in't korte zoo vél verklaringe der Letteren / twee ende drie-klanken / als ook van d'eygenschap der Spellinge den leerlievenGa naar voetnoot5) te gevalle gedaen / dat wy verhopen hem eenigen nutten dienst daer duer zal geschieden: Ende tot dien eynde hebben wy hier noch willen by voegen eenige onderrichting op de Tusschen-teekeningGa naar voetnoot6) der reden / als ook op het verkort-teenkenGa naar voetnoot7), al-hoe-wel wy weten / datze by 'tvierde deelGa naar voetnoot8) der Letterkunst behooren gesteld te werden: Maer dewyl wy alleenlijk vande Spellinge voor-genomen hadden te handelen / dochtet ons dienstelijk hier aen-gehecht / om dat in onze Nederduydsche Scholen zeer weynige onder-scheydelijkeGa naar voetnoot9) onder-wijzinge daer van in't lezen ende schrijven / de leerzaem jongheyd word voor-gehouden / ende nochtans zeer noodig geweten diend.

Op datmen dan te bescheydelijkerGa naar voetnoot10) alle redenenGa naar voetnoot11) zoude konnenGa naar margenoot+lezen / ende de zelve ook te beter ver-(55)staen / zoo wordenze bepaeldGa naar voetnoot12) met zekere (daer toe gevonden).

[pagina 42]
[p. 42]

Af-teekeningenGa naar voetnoot1).

Die inde Reden (daer mede af-gedeeld zijnde) betoonen / waermen behoord op te houdenGa naar voetnoot2) / waer meer ende waer minGa naar voetnoot3): Ook hoemen dan (na gelegentheyd) in't verhalen zijns aessems dien altemet verheffen / oft verzachtenGa naar voetnoot4) moet.

In deze teekens zijn dry dingenGa naar voetnoot5) aen te merken: te weten / de Naem, 'tMaekzel, ende de Plaetze, waer elk behoord gesteld te worden: om recht te verstaen / wat daer hare kracht ende werkinge is.

Deze teekens zijn acht in't getal: welker Naem ende Maekzel is

Komma, Incisum of VirgulaGa naar voetnoot6) / , Snede of Strepe.
Kolon of Membrum : Lid.
Puntum, Klausula, Periodus . Slot.
Interrogatio ? Vraging.
Admiratio ! Verwondering.
Parenthesis, Interpositio () Tusschen-stelling.
Hyphen, Kopulatio - Aen-een-brynging of Koppeling.
Divizio = Verdeeling.

Komma, Incisum, Virgula.

Snede of Strepe.

DE Komma of Incisum is eygentlijk gezeyd een Snede, zy zy dan recht / als / ofte krom / als, ende Virgula heet eygentlijkGa naar voetnoot7) een Strepe, als / wezende een verdeelinge of onderscheyding / te weten: eenen aerd vandeGa naar margenoot+minste verdeeling in een Reden / dienende (56) om de spruekenGa naar voetnoot8) ende woorden inde reden van een te scheyden / daermen den aessem een weynig verhaeldGa naar voetnoot9) zonder verflauwen: ende word gebruykt zoo tusschen de

[pagina 43]
[p. 43]

zelfstandige / als toevoegelijke namen /Ga naar voetnoot1) ook mede tusschen de werkwoorden / by-woorden / ende toevoegelijke met zelf-standige namen / als in deze volgende reden te zien is.



illustratie

Voords / om te verdeelen eenige verhalingenGa naar voetnoot2), ofte vaste t'zamen gehechte redenenGa naar voetnoot3), als:

Vél eer zoude men vermorzelen / dan vermorwen of bekeeren / de gene / die gantsch verstokt ende verhard zijn in't quaed.

ofte /

Ga naar margenoot+Als een Vrauwe schaemte ende eere verloren (57) héft / al hadde zy noch eenige andere duegd by haer / die word haer weynig tot lof nagezeyd.

ofte /

Onder de menschen en is geen vaster / zoeter / noch vermakelijker liefde / dan die / die Man ende Wijf inden vrédzamen echten staet altijd eendrachtig / ende tot elkanderen genegen houd.

Kolon of Membrum.

Lid:

KOlon of membrum is een Lid van een reden / 'twelke men steld / daer de reden een vol verstand héftGa naar voetnoot4) / ende nochtans niet voleynd en is: alzoo het volgende tot meerder versterkinge ofte verklaringe diend: Ende men

[pagina 44]
[p. 44]

mag dit teeken een ofte meermael in een vol-sloten redenGa naar voetnoot1) stellen na dattet te passe komt / als:

Zoo yemand u komt aendienen / dat een ander eenig quaed van u zeyd / en ontschuldigd u niet te zeer / van't gene datter gezeyd is: maer antwoord liever alleenlijk alzoo: hem moeten noch vél ander van mijn gebreken ende onvolkomenhedenGa naar voetnoot2) onbekend zijn: want anders en zoude hy dit niet alleen gezeyd hebben.

Daer mede zuldy betoonen u een zachtmoedig / ende hem een nydig mensche te wezen: ende niemand en zal u daer in (met recht) te berispen hebben.

Puntum, Klausula, Periodus.

Slot of Sluyt-teeken.

PUntum is gezeyd een stipken, 'twelk gesteld wezende / t'eynden aen eenGa naar margenoot+reden / daer den zin vol-(58)kommelijk gesloten is / zoo heetet Klausula, dat is / Slot ofte Besluyt van een reden / inde welkeGa naar voetnoot3) alle of een deel van d'ander teekenen (na gelegentheyd) konnen begrepen worden: ende zoo hier dan noch eenige reden na-volgd / die moet met een Hoofd-Letter beginnen.

Men moet ook aen dit Sluyt-teeken de stemme geheel laten rusten / ende in't navolgende die nieuwelijks herscheppen: met buyginge der stemme / naer eysch der woorden / ende eygenschap der reden.

Wanneer ook dit Sluyt-teeken gesteld word achter een gantsch verhael / daer niet meer naer en volgd / zoo wordet genoemd Periodus, ommegangGa naar voetnoot4), 'twelk zoo vél beduyd als ommevang oft begrijp van alles dat voor verhaeld is.

Interrogatio.
Vraging?

HEt teeken der Vraging word t'eynden aen de vraeg-redenen gebruykt / als: Wanneer zullen wy ten eynde komen?Ga naar voetnoot5)

Wie zoude behagen hebben aen zulke oneerlyke daden?

[pagina 45]
[p. 45]

Admiratio.

Verwondering!Ga naar voetnoot1)

T 'Verwonderings teeken gebruyktmen achter aen de redenen / de welkeGa naar margenoot+beteekenen (59)

illustratie

Parenthesis. Interpositio.

Tusschen-stelling ()

DE tusschen-stelling is een ofte meer woorden / die inde reden gevoegd zijnde / de zelve meer verklaringe geven: de welke zomtijds ofze daer al schoon uytgelaten wierden / zoo zoude nochtans de reden volmaekt konnen wezen: Ende deze tusschen-gestelde woorden worden met twee naer elkander gebogen strépkens afgeteekend / als:

Dien is een Heerscher over d'ander / den welken (of zy willen of niet) hun dwyngen kan zijn bevel na te kommen.

ofte

Die hunnen tijd (als hy tegenwoordig is) niet waer en nemen / hoordmen dikwyls daer naer (als het te laet is) hunne onachtzaemheyd beklagen.

Ga naar margenoot+Wanneermen in eenige Boeken het Teeken der (60) tusschen-stellinge aldus vind [] zoo is het gene datter tusschen staet een by-voegzel des Overzetters / tot verklaringe van des Schrijvers reden.

Hyphen, Kopulatio.

Aen-een-brynging ofte Koppeling -

HEt teeken der Koppelinge ofte aen-een-brynginge diend om te stellen tusschen de koppel-woordenGa naar voetnoot2) / dat is: wanneer twee woorden aen een

[pagina 46]
[p. 46]

gehecht / ende onder een uyt-sprake gebracht wordenGa naar voetnoot1) / als: groot-Vader, bier-sleper, visch-kooper, onder-Meester, hooft-zweir, ende dergelijke.

Divizio.

Verdeelinge =

HEt verdeelings teeken steldmen t'eynden inden Regel / als het woord daer niet volkommen en kan gesteld worden / om te beteekenen dat Ga naar margenoot+ in't begin vanden naest-volgenden regel 'tzelve woord eyndigd. (61)

 

ALzoomen ook in't spreken (duer versmeltinge van klynk-Letteren of anders) de redenen wel met min getal van Sillaben zegt / danmen anders wel zoude / zoo word het zelve in't schrijven ook gebruykt / mits stellende inde plaetze vande uytgelaten Letteren een' dat is / een teeken der verkortingeGa naar voetnoot2): alzoo datmen voor de, des, het, ik, is, te, zy, schrijft d', 's, 't, 'k, 's, t', z', in d'ander, 'sMans, 'tzal, 'khebbe, dat's, t'aenzien, z'is, ende dergelijke.

Verklaringe op elk in't byzonder.

d' ALs 'tLedekenGa naar voetnoot3) de komt voor NamenGa naar voetnoot4) of by-woordenGa naar voetnoot5) die met een klynk-Letter beginnen / zoo steldmen wel in zijn plaets d' / als: d'achterste, d'ezels, d'inwendige, d'ydelheyd, d'onderste, d'uyterste, enz. 's Inde plaetze van't Ledeken des schrijftmen ook wel 's / ende dat meest voor namen die met een me-klynk-Letter beginnen / als: 'shemels, 'sjaers, 'smoeders, 'swinters, 'szomers, ende zeer weynig voor de gene die met een klynk-Letter beginnen / 'ten ware 'sanderen-daegs, 'savonds, ende luttel meer.

't Voor 'tLedeken het word vél de 't gebruykt / ende dat voor ende naer alle namen ende woordenGa naar voetnoot6) / alzoo wel die met een klynk-Letter / als die met een me-klynk-Letter beginnen / als: 'tarmste, 'tedelste, 'tbegin, 'tverstand, verhoogde't, op't, van't, in't, ende dergelijke.

[pagina 47]
[p. 47]

'k Daer de voor-naemGa naar voetnoot1) ik voor eenige werkwoorden komt / magmen in plaetze van die wel stellen 'k, als: 'kachte, 'keyssche, 'kwil, 'kzal,Ga naar margenoot+enz. (62)

's Zoo achter aen dat, dit, wat, het woord is komt / werd daer ook wel 's inde plaetze gesteld / als: dat's, dit's, wat's enz.

't Wanneer het voor-zetzelGa naar voetnoot2) te of tot komt voor eenige namen ofte woorden / die met een klynk-Letter beginnen / zoo kan daer de t' voldoen / als: t'avond, t'Amsterdam, t'eten, t'onzent, enz.

z' Men mag inde plaetze vande voor-naem zy, ook wel stellen z', als: doen z'akker-werk, z'eten wel, enz.

Deze verklaringe diend om te toonen / waer / ende hoe dit verkort-teeken moet gebruykt worden: maer dewyle 'tzelve van den Grieken ende Latijnen met verscheyden namen genoemd werd / na de plaetze daermen't steld / zoo zullen wy tot dienst der leer-lieveGa naar voetnoot3) (doch onder verbeteringe) in Nederduydsch dezelve in volgender wijze namenGa naar voetnoot4): ende van elke naems werkGa naar voetnoot5) wat verklaringe doen.

Prosthesis.

PRosthesis heeten wij voor-zettinge, dat is: wanneermen voor aen eenige naem ofte woord een Letter voor een SillabeGa naar voetnoot6) steld / met het teeken inde plaets van d'uytgelaten Letteren / als:

illustratie

Ga naar margenoot+

Ende om duydelijk te toonen / datmen dit verkort teeken alleen in de plaets van d'uytgelaten Letteren stellen moet / ende niet naer't oude gebruyk altijd tusschen de voorgezette Letter ende 'twoord / zoo zullen wy eenige woorden hier by-voegen / die in't schrijven geen ander verschil en

[pagina 48]
[p. 48]

hebben / dan 'tverstellen des verkort-teekens / ende nochtans op d'eene plaetze wat anders beduyden / danze op d'ander doen.



illustratie

Paragoge.

VOor Paragoge stellen wy Aen-voeging, te weten: alsmen t'eynden aen eenig woord een Letter voor een Syllabe voegd / met het verkort-teekenGa naar margenoot+tusschen beyden / als: (64)

illustratie

Ga naar voetnoot1)

Deze twee voorgaende zijn de voornamelijkste: de welke zoo wel in't spreken als in't schrijven gebruykt worden: ende meer dan de volgende / die meest tot der Rymers gerief zijn / ende zijn deze:

Synaeresis.

SYnaeresis namen wy een t'zamen-trekking, dat is: als twee Syllaben in een getrokken worden / 'twelk in ander talen zomtijds wel geschied zonder uyt-laten van eenige Letteren: maer in ons Nederduydsch altijd

[pagina 49]
[p. 49]
duer het uyt-laten van eenige klynk-Letter in't midden des woords (om dat een Syllabe te verkorten) stellende in die plaetze het verkort teeken / als:

illustratie

Synkope.

SYnkope is een besnoeyGa naar voetnoot1) oft uyt-pik van Letteren / als wanneermenGa naar margenoot+midden uyt het woord een me-(65)klynk-Letter (ende zomtijds noch een klynk-Letter daer by) uytlaet / ende in plaetze van die het verkortteeken steld: het woord alzoo een Syllabe kortende / als:

illustratie

Apokope.

APokope zullen wy Afsnydinge heeten: want 'tis eygentlijck een af-snijdinge ofte aflatinge van een Sillabe op't eynde des woords / als oft men stellen wilde

illustratie

ofte ook / als een woord in e eyndigd / daer 'tvolgende woord met een me-klynk-Letter begind / dat men in plaetze van d'eyndigende e 'tverkortteeken steld / als:

illustratie

Ga naar margenoot+
[pagina 50]
[p. 50]

Apostrophus.

ENde ApostrophusGa naar voetnoot1) heeten wy af-keering ofte af-weiring, dat is: wanneer achter aen zulke woorden (daer 't verkort-teeken inde plaets vande eyndigende e staet) woorden volgen met een klynk-letter beginnende / als:

onz' oeffening' end'uw' is z'al even eens?

HIer zijn nu zes plaetzenGa naar voetnoot2) aengewezen / daer het verkort-teeken (volgende zijn verscheyden namen) gebruykt word / hoe wel het teeken over al eenderley maekzel héft.

Synalaephe.

MAer nu is daer-en-boven noch te weten / dat wanneer eenige woorden in e eyndigen / ende de volgende woorden met een klynk-Letter beginnen / al en word het verkort-teeken inde plaetze van de eyndigende e niet gesteld / datmen nochtans die zelve e onder de klynk-Letter / die 'tnaeste woord begind hoord versmelten: ende dat heet dan Synalaephe, 'twelk wy namen t'zamen-groeyinge, ofte in-een-smeltinge, als

de eerste onderrichtinge, ende ander dergelijke.

Aphaeresis.

VOorder geschiedet ook wel datter een Syllabe van't begin van eenig woordGa naar margenoot+weg genomen of af-gelaten word / ende dat heet Aphaeresis, voor (67) welke name wy stellen af-neminge: die gebruykt word / alsmen schrijft

illustratie

Epenthesis.

TEn anderenGa naar voetnoot3) oock gebueretGa naar voetnoot4) wel dat (met in-voegynge ofte verwisselynge van Letteren) eenige woorden een Syllabe verlangd worden /

[pagina 51]
[p. 51]
'twelk heet Epenthesis, maer wy namenGa naar voetnoot1) 't een Insettinge, ofte tusschenschikkinge, als stellende

illustratie

DusGa naar voetnoot2) vél verklaringe op het verkort-teeken, als ook op de tusschenteekeningen der Reden / héft ons goed gedocht (tot dienst der onkondige leer-lieve)Ga naar voetnoot3) in dezen / onze spellinge by te voegen. Geschieter yemand eenig nut duer / gelijk wy verhopen ja: ofte word yemand hier duer verwekt / dat hy wat beters aenden dag brynge / zoo zullen wy onzen begeirden loonGa naar voetnoot4) verkrijgen / ende hier van zien ons gewenschteGa naar voetnoot5).

Ga naar margenoot+Eynde. (68)
Feylen aldus te verbeteren.



illustratie

[pagina 52]
[p. 52]


illustratie

voetnoot1)
juist, correct.
voetnoot2)
Tegenover 51: beginsel. In de verbinding met t handhaaft V.d.S. z; vgl. voorzetzel (18), plaetze (22), glantz (29). Echter ook: maekzel (10). Begintzelen hier = elementen.
voetnoot3)
goede, passende (Kil. proprie, peculiariter: apte, concinnè).
voetnoot4)
tegelijk, in enen, in één (adem)stoot.
voetnoot5)
bijbehorende, passende.
voetnoot6)
aanduiding.
voetnoot7)
V.d.S. drukt zich hier niet gelukkig uit. Hij bedoelt wellicht dat de woorden onderscheiden worden in nomina en verba. (de belangrijkste partes orationis, zie bijv. Donatus en ook Cornelius Valerius).
voetnoot8)
volzin.
voetnoot9)
weergave, uitdrukking.
margenoot+
10
voetnoot10)
figura, letterteken.
voetnoot10)
figura, letterteken.
voetnoot11)
nomen, alphabetische benaming.
voetnoot12)
klank.
voetnoot13)
waarde.
voetnoot14)
volgens welke ze, overeenkomstig welke ze.
voetnoot15)
overeenkomstig.
voetnoot1)
Nederduits van onze Oostelijke gewesten en West-Duitsland; vgl. Caron 87.
Ongeveer Westphaals, Spiegel 19. In deze opsomming echter wel als Duits op te vatten. Zie WNT i.v.
voetnoot2)
Fractur en Textur zijn de ook nu nog gangbare namen van twee soorten ‘Duitse’ letters; de laatstgenoemde strak en gotisch, de eerste vrijer en daterend van omstreeks 1505 (vol ontwikkeld in de kring van Dürer, 1515-1525).
Bastaerde in de zin van gemengde vormen, kan zowel slaan op de vloeiende als op de gebroken letter. Het zijn ietwat subjectieve aanduidingen van varianten op de strengere grondvormen.
Vierkant - zuivere kapitalen (hoofdletters) van het ook thans gebruikelijke druklettermodel, vertaling van de Romeinse capitalis quadrata.
Loopend (corsiva, cursijf,) current d.i. met doorgaande beweging geschreven; deze rubriek wordt door Jan van den Velde (zie hieronder) onderverdeeld in staende, geschovene en vallende, hetwelk kan zijn voorwaerts-over of achterwaerts, naar gelang van de hellingshoek.
De naam gespitte is vermoedelijk een aanduiding van een versiering in de geest van de Fraktur: een breking of splitsing van uiteinden.
Ronde, in tegenstelling tot vierkant: de gewone kleine drukletter, niet-kapitaal, al of niet verbonden.
Een en ander vindt men beschreven en geïllustreerd in Jan van den Velde, Fondementboeck, waarinne de rechte maniere, om alderhande geschriften grondich te leeren schrijven, duydelijck verklaert, ende door verdeelinghe der figueren ende letteren konstelijck aenghewesen ende gheleert wordt. Int licht ghestelt door Jan van den Velde, van Antwerpen, Anno 1605.
voetnoot3)
waarvan volgens sommiger mening meer dan honderd soorten zijn.
voetnoot+
11

voetnoot1)
op zichzelf (enkel is attributief bij ‘geluyden’).
voetnoot2)
op zichzelf, ‘per se’.
voetnoot3)
mutae.
voetnoot4)
semivocales.
margenoot+
12

voetnoot5)
sonoriteit.
voetnoot1)
Hier constateert V.d.S. de schielijke aansluiting (fester Anschluss).
margenoot+
13

voetnoot2)
Vgl. 32 snaps. Oude uitgang 2 p. sg. (du); Franck 113 vlgg. Van Helten I, 38: in oudere periode bij Vondel nog lighstu, hebstu.
voetnoot3)
zachter (akoustisch!). De tegenstelling is ‘scherp’, ook wel ‘snijdend’ (‘snijdigheyd’, 35, ‘snijdenden’ 38).

voetnoot4)
wat haar kenmerkt, wat haar eigen is.
margenoot+
14
voetnoot5)
toeschrijven van een klank aan de c, die bij haar niet past, die in strijd is met haar karakter.
voetnoot1)
onbehoorlijk, zie WNT i.v.
voetnoot2)
als (voortzetting in volgende zin met ‘Zoo’ beginnend).
margenoot+
15
voetnoot3)
Drukfout voor: kommende; zie lijst 68.
voetnoot4)
behalve dat ze.
voetnoot5)
Vgl. 19: f hèft vèl styver uyt-perssenden klank dan v: wordt met groter intensiteit uitgesproken.
voetnoot1)
Drukfout voor: vernaminge; zie lijst 68.
voetnoot2)
opdat het.
voetnoot3)
daar het ons voldoende is.
voetnoot4)
voor ogen gesteld.
margenoot+
16

voetnoot5)
Vgl. Lubach 38 met du hads, hadstu; en Franck 118.
voetnoot6)
die bij 't verlengen met een d worden uitgesproken
margenoot+
17
voetnoot1)
verlengen. Ziet V.d.S. dit als de volle, volkomen vorm?
margenoot+
18

voetnoot1)
Drukfout voor: klynkt altyd kort; zie lijst 68.
voetnoot2)
Vgl. Mnl. ondeghe, ondeugdelijkheid; tondeghen, niet deugdelijk.
voetnoot3)
praefix.

margenoot+
19
voetnoot4)
Drukfout voor: zy; zie lijst 68.
voetnoot5)
Zie WNT i.v.: met de vingers ergens aanzitten, etc.
voetnoot6)
Drukfout voor: geloofd; zie lijst 68.
voetnoot1)
Zie p. 15.
voetnoot2)
schooier, schurk.
margenoot+
20

voetnoot3)
zelfs.
margenoot+
21
voetnoot1)
Drukfout voor: deze twee namen; zie lijst 68.
voetnoot2)
Drukfout voor: de eygentlijke; zie lijst 68. In het Mnl. was name zowel m. als vr. Eygentlijk = passend. Men zou hier ‘oneygentlijk’ verwachten!
voetnoot3)
geselriem, -roede.
voetnoot4)
Drukfout voor: nagelaten; zie lijst 68.
margenoot+
22
voetnoot5)
verstandig.
voetnoot6)
Meestal gespeld geirne, volgens de regel.
voetnoot1)
Drukfout voor: g; zie lijst 68; de fotocopie toont echter reeds een g. Is het origineel met de hand verbeterd?
voetnoot2)
Drukfout voor: gebruyk; zie lijst 68.
voetnoot3)
Drukfout voor: is; zie lijst 68.
margenoot+
23
voetnoot4)
Nl. reden.
voetnoot5)
gronden, motivering, bewijsmateriaal.
voetnoot6)
wanbegrip, slecht begrijpen. Ik interpreteer aldus: aangezien hun veel eerder 't bewijsmateriaal zou ontbreken, dan 't ‘onverstand’ in deze materie.
voetnoot7)
zowel in de korte, als in de verlengde vorm. De zin loopt beter, als men ‘ende’ weglaat (drukfout?)
margenoot+
24
voetnoot1)
dolk, dagge. WNT vermeldt nog een ander woord: Een eind touw, bepaaldelijk als geeseltuig aan boord van schepen. Mnl. W. alleen: korte degen.
voetnoot2)
Kil. heeft niet alleen Segghe in het bet. van wt-spraecke, maar ook in die van: Gramen palustre maius. Mnl. W. kent alleen de eerste bet.
voetnoot3)
Volgens Kil. is wigghe hetzelfde als wegghe, cuneus, waarmee een beitel of een wigvormig tarwebrood kan bedoeld zijn; Vgl. Mnl. W. i.v. wegge. Op p. 25 gebruikt V.d.S. het woord weggen.
voetnoot4)
rogge.
voetnoot5)
Na wig en rog doet dit woord aan de betekenis ‘boterham’ denken (ook bij Kil.).
margenoot+
25

voetnoot1)
om aandachtig op te letten; zie WNT: znw. onz.
voetnoot2)
Vertaling van Lat. aspiratio.
margenoot+
26

voetnoot1)
Drukfout voor: je; zie lijst 68.
voetnoot2)
Niet met kleurloze vocaal uitgesproken.
margenoot+
27
voetnoot3)
Drukfout voor: wyd; zie lijst 68.
voetnoot4)
Zie Caron 70 vlgg.
voetnoot5)
afgeleide woorden.
voetnoot1)
Niet in WNT; hetzelfde als gisp (p. 21)? vgl. Halma: gispen = jispen.
voetnoot2)
Drukfout voor: immers; zie lijst 68.
margenoot+
28
voetnoot3)
Met y. Evenzo de Statenvertalers, vgl. Zwaan 319. De bedoeling is verwarring met j te voorkomen.
voetnoot4)
niet onjuist, terecht.

voetnoot5)
om het woord te eindigen. Zie de vbb. en vgl. Leupenius, Aanmerkingen op de Nederduitsche Taale (1653), p. 11. Op p. 29 wordt de ck aan 't eind van een syllabe behandeld.
voetnoot6)
enkelvoudig.
voetnoot7)
Nl. in auslant.
margenoot+
29
voetnoot8)
te berispen wegens, af te keuren om.
voetnoot1)
gefundeerdheid, goede grond, reden.

margenoot+
30
voetnoot2)
Hierachter zijn in het door mij gebruikte exemplaar nog bijgeschreven (door Plemp?) de vbb. schelm, walmt, vilmstuk, molm. Vilmstuk = stuk vlies. Mnl. velm, vilm = vlies.

voetnoot1)
Drukfout voor: twee Sillaben; zie lijst 68.

margenoot+
31
voetnoot2)
Vgl. Van Helten I, 49, die een vorm als gevet, houdet, schijnet, hevet bij Vondel bespreekt.

voetnoot3)
afgeleide woorden.
margenoot+
32
voetnoot1)
Voor deze onverbogen vorm zie Van Helten I, 98.

margenoot+
33
voetnoot2)
Merkwaardig gebruik van ‘gebruyken + infinitief’, in de zin van: het is niet gebruikelijk, men is niet gewoon. Vgl. Kil. i.v.: uti, usurpare, frui, usitare. Niet in WNT.
voetnoot3)
Vgl. Ampzing r. 704 vlgg.
voetnoot1)
WNT kent de betekenissen: domper, dof klinkende hoorn en benaming voor den roerdomp.

voetnoot2)
‘naam’ van de letter. Zie 34 en vooral 36, waar de drie aspecten: ‘beteekeninge’ (nomen), ‘maekzel’ (figura) en ‘kracht’ (potestas) bij elkaar worden genoemd. De twee r's hebben dezelfde kracht en naam, verschillen slechts in ‘figura’.

margenoot+
34

voetnoot1)
Blijkbaar moet in de juist genoemde reeks consonanten achter m een n gevoegd worden.
margenoot+
35
voetnoot2)
noodzakelijk.

margenoot+
36
voetnoot1)
Drielettergrepig; vgl. Ampzing (Zwaan 304), die eveneens berrie, besie, lynie, kastanie, malie, olie en tronie uitsprak met ië.

voetnoot2)
horzel.
voetnoot3)
Men zou verwachten dat hier slechts het vb. huys volgde. Blijkens de vbb. oud en blaen wordt tevens de klank van de syllabe bedoeld en niet slechts van de u.
margenoot+
37
voetnoot4)
Meervoud van wraak-gier: zie vbb. die een zin vormen.
margenoot+
38
voetnoot1)
Hetzelfde als uw's op p. 37.
voetnoot2)
schroef.
voetnoot3)
verzwering aan den vinger.

margenoot+
39
voetnoot1)
wollen stof.
voetnoot2)
apen; mogelijk is ook snoeren, touwen.

voetnoot3)
Drukfout voor: in een syllabe; zie lijst 68.
margenoot+
40

voetnoot1)
voegt het, zie Van Helten I, 49.
voetnoot2)
wenden; vgl. Kil. weyntelen, wendtelen, voluere. Mnl. W. geeft weynden naast wenden.
voetnoot3)
Richard Dafforne verzet zich tegen deze ongeoorloofde splitsing van lettergrepen (fol. 31 en 57), zich beroepend op David Mostaert. Maar V.d.S. zal bedoelen (let op ‘zeggen’), dat de e eerder overgangsklank is tussen a en n dan de a. Het is ook volstrekt niet ondenkbaar een lange lettergreep in tweeën te zeggen ter controlering van de klank, ter vaststelling van de werkelijk gesproken klanken.

voetnoot4)
pronomen.

margenoot+
42
voetnoot1)
Drukfout voor toonen; zie lijst 68.
voetnoot2)
De vbb. met é gaan terug op ē: gelénd (geleund), wég (ik weeg), bét (bete), wét (de weet; vgl. aan de weet komen), lést (hij leest). Die met ee gaan terug op ê: geleend (te leen gegeven), weeg (wand), beet (praet. van bijten), weet (ik weet, met praeteritumvorm), leest (de leest).
margenoot+
43

voetnoot1)
onjuist.
voetnoot2)
Drukfout voor me-klynk-Letteren (niet in de lijst).
margenoot+
44
voetnoot3)
beieren.
voetnoot4)
schreien, huilen; behagen; uitrusten (van schepen).

voetnoot5)
opdat men.

voetnoot1)
Lees: gebruikt.
margenoot+
45
voetnoot2)
Hier en in de volgende twee vbb. kan men -inge niet vervangen door een achtervoegsel, dat niet met -i begint.

voetnoot3)
brandstofmand.
margenoot+
46
voetnoot1)
kachel, stoof; Mnl. stove.

voetnoot2)
Zie Van Helten I, 49.
voetnoot3)
zware pijl.
margenoot+
47

margenoot+
48

margenoot+
49
voetnoot1)
duidelijk waarneembaar.

margenoot+
50

margenoot+
51
voetnoot1)
handmolen.

margenoot+
52
voetnoot2)
Drukfout voor: ee.

voetnoot1)
schroomt; vgl. Mnl. schromen, schroemen.
margenoot+
53
voetnoot2)
Drukfout voor: Sillaben.
voetnoot3)
Mnl. mallaert; Kil. mallaerd, homo phantasticus.
voetnoot4)
Mnl. medepleger; Kil. medplegher, socius, consors.
voetnoot1)
samenstelling.
voetnoot2)
Drukfout voor: kort-aesseming; zie lijst 68.
margenoot+
54
voetnoot3)
Hetzelfde vb. op p. 33.
voetnoot4)
Drukfout voor: aen een geknocht; zie lijst 68.
voetnoot5)
Dit woord heb ik in de lexica niet vermeld gevonden; vgl. p. 62 en p. 67.
voetnoot6)
interpunctie.
voetnoot7)
het apostrophe-teken.
voetnoot8)
syntaxis.
voetnoot9)
duidelijke.
voetnoot10)
des te duidelijker.
voetnoot11)
zinnen.
margenoot+
55
voetnoot12)
begrensd, ingedeeld.

voetnoot1)
leestekens. Van Heule spreekt in de eerste druk van zijn Spraeckonst van byteykens, in de 2e druk van Teykenen.
voetnoot2)
te rusten, te pauzeren.
voetnoot3)
waar men meer en waar men minder moet rusten.
voetnoot4)
harder of zachter spreken. Van Heule (1633), p. 136, sluit zich bij deze plaats aan, maar is duidelijker: ‘ook hoemen in het lezen de stemme moet verheffen en verzachten’.
voetnoot5)
Gelijk bij Lambrecht E1v: ‘figuren, namen en behoarlighe plátse’.
voetnoot6)
Lett. takje, stokje. V.d.S. gebruikt in deze zin drie maal het woord als in de bet. van: namelijk aldus.

voetnoot7)
is letterlijk vertaald.
margenoot+
56
voetnoot8)
een aantal bijeenbehorende woorden, een kleiner syntactisch geheel.
voetnoot9)
even rust, een kleine adempauze in acht neemt.
voetnoot1)
adjectiva.
voetnoot2)
bijvoeglijke bijzinnen; vgl. Van Heule (1633), 70.
voetnoot3)
samengestelde zinnen (?).
margenoot+
57

voetnoot4)
een vol begrip heeft, een begrijpelijk geheel vormt.
voetnoot1)
volledige zin; vlg. volkommen reden (9), volmaekt (59), volkommelijk gesloten (58/59).
voetnoot2)
Drukfout voor: onvolkommenheden; zie lijst 68.

margenoot+
58
voetnoot3)
Nl. in die ‘reden’ (zin) kunnen ook alle andere of een aantal andere leestekens voorkomen. Hierbij is niet te denken aan vraag- en uitroepteken, die achter een ‘vraegreden’ en in verwonderingszinnen worden gebruikt, die hij apart stelt.
voetnoot4)
Letterlijke vertaling van periodus. Lambrecht E2r spreekt van periodus, clausula, terminus (na een ‘vullen zin’).

voetnoot5)
Drukfout voor: kommen; zie lijst 68.

voetnoot1)
Lambrecht E2v ‘admiratio, dats verwonderijnghe’.
margenoot+
59

margenoot+
60

voetnoot2)
composita; vgl. Van Heule (1625), 20: Gekoppelde woorden.
voetnoot1)
de kenmerkende uitspraak hebben van een enkel woord.

margenoot+
61
voetnoot2)
apostrophe-teken. Volgens Livet (23) zegt Dubois, dat hij de eerste is, die dit teken gebruikt, om aan te duiden, dat een klinker is weggevallen. Meigret eiste een uniform gebruik er van, overal waar een klinker of medeklinker wegvalt (Livet 62).

voetnoot3)
Ook Van Heule noemt het lidwoord zo, evenals De Hubert en Ampzing.
voetnoot4)
nomina; Spiegel, De Hubert, Van Heule en Ampzing spreken ook van Namen.
voetnoot5)
adjectiva? Te oordelen naar de vbb. is dit zeer goed mogelijk. Van Heule (1633) noemt adjectiva ‘om der kortheyt wille’ (17) opzettelijk By-woorden.
voetnoot6)
Hier wel niet verba, maar in algemene zin: woorden, gelet op de vbb. die V.d.S. geeft (op't, in't, van't). Ook p. 33 in deze algemene betekenis. Even verder spreekt V.d.S. van ‘werkwoorden’ (verba).
voetnoot1)
pronomen; Spiegel, De Hubert, Ampzing en Van Heule spreken ook van Voornaem.
margenoot+
62
voetnoot2)
De later gangbare vertaling van praepositio. A.L. Kok nam ze van V.d.S. over.
voetnoot3)
Niet in WNT; ook op p. 54 en p. 67 gebruikt V.d.S. dit woord.
voetnoot4)
noemen.
voetnoot5)
betekenis, bedoeling van iedere naam, die hij geeft.

voetnoot6)
in plaats van een Sillabe.
margenoot+
63

margenoot+
64
voetnoot1)
fAnders dan Lambrecht, die hier bens spelt, wenst V.d.S. altijd het teken.

voetnoot1)
Niet in WNT.
margenoot+
65

margenoot+
66

voetnoot1)
Geen teken, maar een verschijnsel, onderscheiden van de andere figurae dictionum. Zo ook bij Lambrecht. In WNT I suppl. 1371 is een citaat uit Lambrecht abusievelijk onder 2) i.p.v. onder 1) geplaatst. In later tijden vat men apostrophus op als apostropheteken.
voetnoot2)
Deze zijn: Prosthesis, Paragoge, Synaeresis, Synkope, Apokope en Apostrophus.

margenoot+
67

voetnoot3)
anderzijds, nl. tegenover Aphaeresis.
voetnoot4)
gebeurt het; zie Van Helten I, 49.
voetnoot1)
noemen.
voetnoot2)
Zo.
voetnoot3)
Niet in WNT; zie ook de pp. 54, 62 en 67.
voetnoot4)
Van Heule: loon m. Zie over het geslacht WNT i.v.
voetnoot5)
Vul aan: Eynde. V.d.S. neemt het gebruikelijke slot op in zijn tekst, zoals hij ook vaak met zijn voorbeelden doet.

margenoot+
68

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken