Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 3 (1765)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 3
Afbeelding van Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.82 MB)

Scans (8.74 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 3

(1765)–Rutger Schutte–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 240]
[p. 240]

Goël Verwonnen.



illustratie

 
Goël die de zielen minde
 
Zie ai zie tog op mijn smart,
 
Daar ik nergens hulpe vinde,
 
Voor't gewond en kwijnend hart:
 
Goël die de zielen minde,
 
Zie, ai zie tog op mijn smart,
 
Daar ik nergens hulpe vinde
 
Voor't gewond en kwijnend hart.
 
Goël die de zielen minde
 
Zie, ai zie tog op mijn smart,
 
Daar ik nergens hulpe vinde
 
Voor't gewond en kwijnend hart:
 
Goël die de
[pagina 241]
[p. 241]


illustratie

 
zielen minde
 
Goël die de zielen minde,
 
Zie, ai zie tog op mijn smart,
 
Daar ik nergens hulpe vinde voor't gewond en kwijnend hart:
 
Voor't gewond en kwijnend hart:
 
Want dit voeld' U scherpe Pijlen
 
Daalen in den diepsten grond.
 
'k Zal naar dit Bethes - da ij-len,
 
Daar is balsem voor de wond.
 
Schrei ik duizent traanen plassen,
 
Ach wat baat mij al't geween?
 
'k Wil mij in uw stroomen waschen,
 
Gantsch melaatsch van top tot teen.
[pagina 242]
[p. 242]

Goël Verwonnen.



illustratie

 
Gij kunt het buiten Kanaan stellen,
 
Hoe zeer ik U ten besten râ.
 
Gij kunt Gij kunt het buiten Kanaan stellen,
 
Hoe zeer Hoe zeer Hoe zeer ik U ten besten râ
 
Wat vrees zou Na-ä - man tog knellen,
 
Wien Pharpar wascht, en A - - ba - na
 
Wat vrees zou Na-ä- man tog knellen
 
Wien Pharpar wascht, en
[pagina 243]
[p. 243]


illustratie

 
A - - ba - na?
 
wien Pharpar wascht wien Pharpar wascht en A - ba - na?
 
Ga nu tot's Wae - - relds ij - - del weezen,
 
En spreek die mil- de bronnen aan.
 
Daar kan elk zondaar zig geneezen;
 
Wat raakt, Wat raakt, u't Wa-ter den Jordaan,
 
wat raakt, wat raakt, u't Wa-ter der Jordaan.
[pagina 244]
[p. 244]

Goël Verwonnen.



illustratie

 
Kanaâns zuiv're levens stroomen,
 
Zijn in Goëls rijks gebied.
 
Ja! daar moest ge zijn ge- komen:
 
Maar gij zocht die bronnen niet.
 
Kon ik blind ooit bronnen zoeken,
 
In dit hui-lend Berse - ba?
 
'k Wees u in gewij - de boeken,
 
Veld en bron van Ephrata.
 
Veld en bron van Ephra - - ta.
 
God des aan - ziens, vol - ver - mo - gen
[pagina 245]
[p. 245]


illustratie

 
Sla op al - mijn ker - men acht:
 
Toon de bron, ont - dek - mijn oo - gen,
 
Eer dit hart - van dorst versmacht.
 
Helaas! wat helsch venijn, heeft d' arme ziel doortrokken?
 
Hoe heeft de Hofslang haar van Edens heil vervoerd?
 
De liefde dringt mij, haar tot's levens bronte lokken:
 
'k Zie dat de helsche Draak, vast op haar leven loert.
[pagina 246]
[p. 246]

Goël Verwonnen.



illustratie

 
Zijt gij's waerelds bron - nen moe - de?
 
Leef, ja leef in u - wen bloe - de!
 
'k Hijg naar E - dens heil - fon - tein.
 
Och! Gij heelt en wascht mij rein.
 
'k Wil - uw kracht en le - - ven schenken,
 
'k Wil uit Si - - lo - a u dren-ken;
 
Voor u een Bethes - - da zijn.
 
'k Geef u Man en He - - mel - wijn;
 
Trou- we Go - - ël bron van 't le - - ven
 
'k Heb aan U. dit hart ge - ge - ven
[pagina 247]
[p. 247]


illustratie

 
'k Ben de wae - reld warsch en schuw.
 
'k Leef en sterf ge heel - voor U.
 
Laat ons blij den Hemel zin - gen,
 
't Boeten van de wae - reld - schâ.
 
't Heil van snoode ster - ve - - lin - gen:
 
Eeuwig A - men! Eeu - - wig ja!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken