Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Heele goeje remedien, en resepte om te koken te bakken en te confijten (2017)

Informatie terzijde

Titelpagina van Heele goeje remedien, en resepte om te koken te bakken en te confijten
Afbeelding van Heele goeje remedien, en resepte om te koken te bakken en te confijtenToon afbeelding van titelpagina van Heele goeje remedien, en resepte om te koken te bakken en te confijten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.97 MB)

ebook (34.08 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/lifestyle


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Heele goeje remedien, en resepte om te koken te bakken en te confijten

(2017)–J.E. Scott–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

2. Herkomst van de recepten

Isabella's oom was Jan Carel Smissaert (1684-1747), in 1721 gehuwd met Eleonora Sophia Borre van Amerongen (1686-1765), die in 1704 het naburige kasteel Sandenburg had geërfd. Zij was van adellijke komaf en droeg de titel Vrouwe van Sandenburgh, en haar man sierde zich met de titel Heer van Sandenburgh. In 1747 vond jonkheer Smissaert in de rang van luitenant-generaal bij de inval der Fransen in Staats-Vlaanderen zijn einde, terwijl hij het commando voerde over 14.000 man infanterie, cavallerie en dragonders, met 300 stukken infanterie. Hij werd met militaire eer bijgezet in het graf van de familie Tuyll van Serooskerken. Ga naar voetnoot+

 



illustratieuitvergroten
De ridderhofstede Sandenburg, tekening Jan de Beijer 1744, rechts de voorburcht met een eendenkast. In De tegenwoordighe staat der Vereenigde Nederlanden wordt het complex in 1772 beschreven als “een vrij aanzienlyk ouderwetsch gebouw, staande in een ruim water, en, door eene steenen brug, gehegt aan een Vorhof, welke ook met water omvangen is, en, met een houten burg, door een afgezonderd voorgebouw, eenen uitgang naar buiten heeft. Buiten den vyver vindt men eenig hoog geboomte.” (deel 12, p. 318).


 

Enkele recepten zijn afkomstig van kasteel Sandenburg. Van ‘de kock van Sandenburg’ stamt een recept Om een goeye Amandel taart te maken (10), en tante Eleonora leverde niet alleen recepten Om een gekoockte podding te maken (27), voor Wafelen (69) en voor een Exellente Geleij van Aalbessen (130), maar ook bereidingswijzen van medicijnen als bornius water Laxerende en goet voor een quade maagh en 't graveel (24), voor de pleuris en goet bevonde (155), voor naaween en wanneer een vrouw niet heel verlost is (156), voor alle soorten van loopen (157), alsmede een remedie voor de loop soo roode als andre (158) en een Exelente brand salf (170). Oom Jan van Sandenburg droeg een recept bij om een Exelente Swarten inkt te maake (168, met de opmerking ‘komt nooijt schimmel op’.

Behalve door familieleden werden er ook door kennissen en vrienden uit de omgeving recepten geleverd:

- “de vrouw van Moer[s]bergen” (15. Om engelsche keexs te backen): Catharina Maria van Oostrum, van 1698-1707 vrouwe van Moersbergen

- “de Vrouw van Mydrecht” (20. een Exelente citroen taart): Digna Elisabeth Booth (geboorte- en sterfjaar onbekend), dochter van Cornelis Booth, heer van Mijdrecht (1605-1678), en in 1696 in het huwelijk getreden met Steven Fredrik van den Capellen

- “vrouw van de Parck” (28. Om Oblie te backen): Geertrui van Deelen, douairière van Hemmen en Blitterswijk, vrouwe van de Parck (1620-1688) dan wel haar dochter Johanna Elisabeth van Lynden (1649-1734);

- “Mevr. boudaan” (42. Lever beulingen): Margaretha van der Hell (1662-1729), gehuwd met de predikant Petrus Boudaen (1666-1734). Hun zoon, Gualtherus Petrus Boudaen (1704-1781), schepen, raad en burgemeester van Amsterdam en bewindhebber van de V.O.C., was in 1773-1774 executeur van het testament van Isabella Smissaert.

- “juffrou Schade” (70. atia van juffrou Schade): wellicht Maria Anna Schade (geboren 1694), oudste dochter van Willem Schade (1655-1719, van 1701-1719 lid van de Utrechtse vroedschap), in 1715 (na een opzienbarende liefdesrelatie met de graaf van Gros uit Piemonte tijdens de onderhandelingen voor de Vrede van Utrecht in 1712 Ga naar voetnoot+) in het huwelijk getreden met Jacob Jacobsz. Hinlopen.

Daarnaast zijn geneeskundige recepten afkomstig van:

- “miladie van Atloone “ (25. een heel goede remedie voor de hoest, 161: paste damande pour les mains): waarschijnlijk Henriëtte van Nassau Zuylenstein (1688-1759), echtgenote van Frederik Christiaan van Amerongen, die de tweede graaf van Athlone was. Athlone is een stadje in Ierland. De grafelijke titel was in 1692 door koning Willem III van Engeland verleend aan Frederiks vader Godard als beloning voor diens succesvolle veldslagen in Ierland;

- “de vrouw van assende[l]ft“ (37. Elixer mirhee) : waarschijnlijk Maria van Boreel (1669-1773), echtgenote van Jan Deutz, vrijheer van Assendelft;

- “night Boudaan” (51. een plaister voor jema[n]d die lang bedlegerig is om't lyf niet deur te leggen): ofwel de reeds genoemde Margaretha van der Hell of Isabelle Boudaen Courten (1682-1761), wier moeder Maria Coymans een nicht was Jacobus' moeder Johanna Cornelia Coymans, waardoor deze Isabelle een achternicht was was Jacobus. Het woord ‘nicht’ moet hier worden opgevat in de betekenis ‘een vrouw tot wie men in eenigszins verre familiebetrekking staat’;

- “doctor Hanedoes” (130. voor de koorts van doctor hanedoes): Johannes Hanedoes (1689-1777), te Leiden gepromoveerd geneesheer, had vanaf 1716 een praktijk te Amsterdam, wordt in 1736 genoemd als lid van het Collegium Medicum van de Utrechtse universiteit, in 1737 vermoedelijk woonachtig te Abcoude Ga naar voetnoot+;

- van remedie 118. voor een beet van een dolle hondt is “medegedeelt aan de Vrouw van Herdenbroeck van de Gravinne van Kuylenburg”. De heerlijkheden Hardenbroek en Culemborg lagen niet ver van Utrecht en Vreeland verwijderd. Van slot Hardenbroek zal ook geneeskundig recept nr. 42 Elixer van hardenbroeck afkomstig zijn. In 1737 was het kasteel niet meer in het bezit van de Hardenbroeks, maar van Willem Kerkrinck (voor 1700-1740). Hij was heer van Hardenbroek, vermoedelijk is met de ‘Vrouw van Herdenbroeck’ zijn echtgenote Allegonda Mojaert (voor 1700-na 1750) bedoeld. De ‘Gravinne van Kuylenburg’ was Sophia Albertine van Erbach-Erbach (1683-1742), 1704 gehuwd met graaf van Culemborg, Ernst Frederik i Wettin Hertog van Saksen-Hildburghausen (die het graafschap in 1720 aan de Staten van het kwartier van Nijmegen had verkocht, die het tot 1748 als zelfstandig gebied administreerden).

De namen in de geneeskundige recepten 43. Elixer van Bontekoe en 116. Het vermaarde recept tegens het graveel van dr. beverwyk verwijzen niet naar levende personen, maar naar de geneesheren Cornelis Bontekoe (1645-1685) en Johan van Beverwyck (1594-1647).

Er worden bij de recepten en bereidingswijzen nog andere namen genoemd: de heer Timmermans, doctor Mouton, doctor Marchal, domine van Helt. freere jaques, juffrou Bosch, Mama, Mev douglas, Mevrou van Loon, mons.ͬ Hilbers, neef Bourcet, night Carolientie, night Dedel en Night Scott. Deze personen hebben we nog niet kunnen thuisbrengen. Niettemin kan de receptenverzameling aan de hand van de wèl geïdentificeerde personen worden gelokaliseerd in adellijke en aanzienlijke burgerkringen in en rond de provincie Utrecht rond het tweede kwart van de 18de eeuw. Ga naar voetnoot+ De in de recepten genoemde namen werpen licht op het sociale netwerk en de kringen waarin het echtpaar Scott-Smissaert verkeerde en laten zien hoe de uitwisseling van praktische culinaire en medische kennis in zijn werk ging.

voetnoot+
Vgl. Nederlandsche Jaerboeken, inhoudende een Verhael van de merkwaerdigste geschiedenissen, die dagelyks voorvallen binnen den omtrek der Vereenigde Provintien; voor het Jaer MDCCXLVII. Zevende Stukje. Amsterdam, 1747, pp. 647-648. Jacobus Scheltema noemt Jan Carel Smissaert nog in 1806 “de beroemde Generaal” (Staatkundig Nederland, Tweede deel. Amsterdam, 1806, p. 323).
voetnoot+
Op deze liefdesaffaire wordt toegespeeld in de Histoire amoureuse et badine du Congres & de la Ville d'Utrecht. Liège [1713] : “Toute la Ville a été touchée de compassion du cas d'une jeune Dame 41. qui ayant particulierement plû à un Cavalier étranger. 42.” (p. 278). De uitleg welke personen met nummer 41 en 42 zijn bedoeld, wordt gegeven in de Veritable clef par laquelle on peut avoir l'intelligence parfaite de l'Histoire amoureuse et badine du Congrès & de la Ville d'Utrecht. Cologne, 1714, p. 7.
voetnoot+
Vgl. NNBW 1, 1021-1022 alsmede Hondert-jaarige Jubel-gedachtenisse der Akademie van Utrecht (...). Amsterdam, 1736, p. 208.
voetnoot+
De Utrechtse herkomst blijkt ook uit het gebruik van de Utrechtse of Stichtse mingel als maateenheid, vgl. nr. 18, 64, 106 en 163. Volgens de database van het Meertens Instituut Oude Nederlandse maten en gewichten, gebaseerd op het gelijknamige boek van J.M. Verhoeff (1982), bedroeg de mingel (of mengel) te Utrecht 0,85 liter (http://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/37, geraadpleegd 19 juli 2015).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken